Integratie- en aanbevelingsfase
OLB & HGD > Integratie- en aanbevelingsfase
Welke hypothese houdt stand ?
In de onderzoeksfase gingen we na of de gestelde hypothese al dan niet stand houdt. In deze leidraad stelden we volgende (11) type hypothesen op:
Vanuit de oriëntatie Motivatie:
De leerling ondervindt motivationele problemen waardoor de kwaliteit of de kwantiteit van motivatie ontbreken om leeractiviteiten en studiekeuzeactiviteiten op te nemen.
De leerling heeft geen of een beperkte schoolse interesse.
De leerling is kwetsbaar voor negatieve gevoelens en is onzeker op schools vlak. Die onzekerheid manifesteert zich ook in zijn studiekeuzeproces.
De leerling ervaart veel druk vanuit zijn omgeving om te presteren op school én om werk te maken van zijn studiekeuze
Door schoolse problemen worstelt de leerling met zichzelf en vertoont hij daardoor probleemgedrag tegenover leerkrachten, leeftijdsgenoten en andere betrokkenen.
Vanuit de oriëntatie Studiekeuze:
De leerling is zich onvoldoende bewust van het studiekeuzeproces en het belang ervan voor zijn verdere onderwijsloopbaan.
De leerling heeft onvoldoende stilgestaan bij zijn persoonlijke kenmerken die relevant kunnen zijn voor het maken van een goede studiekeuze. Hij exploreerde eigen vaardigheden, waarden en interesses nog maar weinig.
De leerling exploreert mogelijke studierichtingen niet breed en niet diepgaand genoeg, waardoor hij onvoldoende nadenkt over welke studierichting(en) aansluit(en) bij z’n eigen persoon.
De leerling heeft het gevoel weinig kennis over en weinig inzicht in zichzelf en zijn omgeving te hebben.
De leerling heeft moeite om een beslissing te nemen over een definitieve studierichting, wat zorgt voor stress, angst en twijfels bij zichzelf.
De leerling slaagt er niet in om zich te vereenzelvigen met de gemaakte studiekeuze.
Voor elke hypothese werden via het stellen van onderzoeksvragen tal van mogelijke verklaringen aangebracht, die via de afname van een of meerdere vragenlijsten van de OLB-batterij al dan niet konden weerhouden worden.
Werkwijze
We brengen alle informatie, inzichten en resultaten samen tot één integratief beeld. Dit beeld bevat het antwoord op één of meerdere van de gestelde onderzoeksvragen:
op welke wijze verklaren welke factoren (mee) waarom de leerling vastzit in zijn keuzeproces?
De integratie- en aanbevelingsfase is een fase van synthese en reflectie. Door de synthese te maken van alle informatie (integratief beeld) kunnen we de brug maken van ‘inzicht’ naar ‘uitzicht’.
Op basis van de resultaten in de onderzoeksfase gaan we na welk handelen voor de leerling en zijn context wenselijk (of “aan te bevelen”) is.
We bouwen in deze fase voort op het verworven inzicht in de keuzesituatie van de leerling en denken na wat de leerling effectief een stap vooruit kan helpen in zijn keuzetraject.
Dat is het antwoord op de vraag:
wat heeft deze leerling nodig om tot een beter studiekeuzeproces te komen?
Dat brengt ons tot de veranderdoelen waarin we vooropstellen waarin er verandering kan gebracht worden om tot de gewenste of wenselijke keuzesituatie te komen.
We gaan dus uit van ontwikkeling, van verandering en veranderbaarheid. Wat dit allemaal kan inhouden, kunnen we samen met de leerling en relevante betrokkenen bespreken.
We formuleren op die manier zijn onderwijs- en opvoedingsbehoeften en de eventuele ondersteuningsbehoeften van zijn omgeving.
Laat je inspireren ...
Hieronder kan je doorklikken naar een lijst van mogelijke: verander- en begeleidingsdoelen, onderwijs- en opvoedingsnoden en ondersteuningsbehoeften.
De 2 basisoriëntaties ‘motivatie’ en ‘studiekeuzetaken’ vormen opnieuw het uitgangspunt.