OLB & HGD > Begeleidingsfase > Oriëntatie : Activerende coach > Geen of weinig oriëntatie ervaren
We focussen ons op de begeleiding van problemen die leerlingen bij het realiseren van de keuzetaken kunnen ondervinden. De focus ligt op welbepaalde aspecten van het studiekeuzeproces.
Oriënteren - Exploreren van zichzelf - Exploreren van de omgeving - Beslissen - Identificeren
Een studiekeuzeproces start met ‘keuzebewustzijn’: het bewustzijn van de keuzesituatie en de keuzemogelijkheden, van de mogelijke keuzeacties en van de behoefte aan persoonlijke keuzedoelen. Niet elke leerling focust zich bij studiekeuzemomenten onmiddellijk op deze keuzerealiteit. Verschillende oorzaken kunnen hiervan aan de basis liggen. Een leerling kan bijvoorbeeld tevreden zijn met zijn huidige studierichting en die willen voortzetten, waardoor hij de keuzesituatie niet echt ervaart. Het kan ook voorkomen dat er op het moment van de studiekeuze andere zaken in het leven van de leerling meer op de voorgrond staan.
Wanneer een leerling zich onvoldoende bewust is van de studiekeuzesituatie en het belang ervan voor zijn verdere onderwijsloopbaan riskeert hij dat:
hij niet echt tot een keuze komt of die laat aanslepen,
dat hij de omstandigheden zijn keuze laat bepalen,
dat hij slaafs de raad van anderen involgt,
dat hij overhaast of impulsief kiest of
dat hij het eerste het beste kiest op basis van slechts één motief (vb. werkgelegenheid).
Een gezond studiekeuzeproces veronderstelt persoonlijk initiatief en inzet, en een leerling die – samen met zijn ouders – zelf de knoop kan doorhakken.
Met de OLB-vragenlijsten kunnen we nagaan of er belangrijke oorzaken zijn die het gebrek aan oriëntatie bij de leerling op zijn studiekeuze verklaren en die het best aangepakt worden.
Weet de leerling hoe hij kan omgaan met loopbaanveranderingen en hoe hij die zelf mee vorm kan geven (loopbaancompetentie)?
Voelt de leerling zich weinig verantwoordelijk voor zijn eigen schoolloopbaan omdat hij kampt met een algemeen motivatieprobleem?
Mogelijks ziet de leerling het nut er niet van in of twijfelt hij aan zijn capaciteiten.
Voelt de leerling zich maar weinig betrokken bij het schools gebeuren?
Of is hij angstig voor veranderingen en heeft hij twijfels wat er in de toekomst kan gebeuren?
Heeft de leerling moeite om keuzes te maken vanuit een onzekerheid, angst om fouten te maken?
Is de leerling geneigd om aan de verwachtingen van anderen te willen voldoen, waardoor hij niet zelf actief het studiekeuzeproces in handen neemt (zie 1ste oriëntatie)?
Wordt de leerling door zijn omgeving weinig gestimuleerd om werk te maken van zijn studiekeuze?
In deze situaties proberen we de leerling te activeren om zich te focussen op zijn studiekeuzeproces en er eerste stappen in te zetten.
We stellen een studiekeuze voor als een uitdaging die je als leerling kunt omarmen. Als leerling je eigen toekomst kunnen maken doorheen de vele keuzemogelijkheden in het onderwijsaanbod… dat is een kans!
We scherpen de nieuwsgierigheid van de leerling aan, nodigen hem uit om aan het stuur van zijn eigen studiekeuzetraject te zitten en werken progressief in de richting van meer binding.
We geven hiertoe enkele mogelijkheden.
We kunnen de betrokkenheid van de leerling op zijn onderwijsloopbaan stimuleren met behulp van vragen of stellingen.
We kunnen peilen naar hoe hij zijn onderwijsloopbaan tot nog toe gerealiseerd heeft en naar zijn houding ten aanzien van de keuzeactiviteiten die de school organiseert.
We kunnen bevragen hoe zijn ouders en zijn medeleerlingen tegenover de keuzesituatie staan.
We kunnen een analyse van zijn huidige studierichting, leervakken en studieaanpak helpen maken. Wat vindt hij van zijn studierichting? Op welke manier verwerkt hij de leerstof? Wat betekenen deze vaststellingen voor zijn toekomstige studiekeuze?
We verkennen met de leerling enkele mogelijke oefeningen:
‘hoe ik mezelf zie: 3 jaar geleden – binnen 3 jaar’,
‘de studierichting die zeker niet bij mij past’,
‘studierichtingen die voor mij onbekend zijn’,
‘plaats volgende opleidingen in volgorde van voorkeur’,
‘als ik helemaal vrij zou zijn om een keuze te maken, dan zou ik kiezen voor …’,
‘de keuze die mijn leerkrachten / mijn ouders zouden maken’,
‘de persoon met wie ik wel eens over mijn studiekeuze zou willen praten, is …’,
We reiken de leerling de idee van een keuzeagenda aan en brainstormen over hoe die er concreet kan uitzien.
Welke keuzemomenten en -taken kan deze agenda bevatten?
We bespreken welke concrete acties leerlingen kunnen ondernemen om hun studiekeuzeproces in handen te nemen en er stap voor stap vooruitgang te maken.
Welke ervan ziet de leerling voor zichzelf zitten?
Welke vaardigheden heeft hij daartoe, en welke competenties kan hij nog verder ontwikkelen?
Op die manier willen we als ‘activerende coach’ meer openheid en bereidheid bij de leerling creëren. We motiveren en enthousiasmeren de leerling door stil te staan bij zijn keuzesituatie en perspectieven te openen.