Tiendaagse Veldtocht

1848

Eind juli 1831, was niemand er zich van bewust dat België een groot gevaar liep en dat de Nederlandse koning het Europees arrest zou durven tarten.

Nochtans had Generaal Tieken de Terhove, bevelhebber in het Antwerpse, reeds op 10 juli gewaarschuwd voor een verontrustende drukte aan de grens. Ook waren er louche intriges aan de gang. Generaal Daine zou bv beloofd hebben, in ruil voor geld van Cockerill, de bewegingen van de Nederlandse troepen te vergemakkelijken. De trouw van zekere hogere officieren was twijfelachtig. het leger kende een lamentabele organisatie.

Onder het Regentschap had men maar weinig aandacht besteed aan de organisatie van onze krijgsmacht.

Op 28 juli bracht de koning, vergezeld door zijn nieuw militaire Huis en de Minister van Oorlog, een bezoek aan Antwerpen, waar hij een warm onthaal ontving.

Op 29 juli bezocht hij het Leger van de Schelde, onder bevel van Generaal Tieken de Terhove.

Op 30 juli waren Mechelen, Leuven, Tienen en Hasselt aan de beurt.

Op 31juli inspecteerde de vorst het Leger van de Maas, onder bevel van Generaal Daine.

Op 1 augustus, feestelijk onthaal te Tongeren, op weg naar Luik. De koning was van plan Verviers, Spa, Namen en Charleroi te bezoeken, maar een estafette uit Antwerpen bracht hem het nieuws van de opzegging van de wapenstilstand.

Het euforisch onafhankelijk België bevond zich plots met angst in een oorlogstoestand.

Eind juli had Nederland een goed uitgerust leger van meer dan 80.000 manschappen, versterkt door Zwitserse en Duitse huurlingen.

Bij de Belgen was het helaas helemaal anders, er was een tekort aan officieren, manschappen en materiaal.

Het leger van Vlaanderen telde 3.700 maschappen, dat van Luxemburg (slecht uitgerust) 4.000, het leger van de Schelde 8.000, het leger van de Maas 14.000.

Onder het Regentschap hadden verscheidene generaals gepleit voor een eenheidsbevel, maar Generaal de Failly, die de Oorlogsportefeuille beheerde had er geen oren naar.


Bij het ontvangen van het alarmerende nieuws, vroeg Minister Lebeau de koning onmiddelijk estafetten naar Parijs en Londen te sturen met het verzoek onze onafhankelijkheid te waarborgen.

De koning keerde terug naar Brussel. De toestand was zo ernstig dat zijn kroon en zijn leven in gevaar waren.

Op 3 augustus wordt de regering hervormd.

De Prins van Oranje trekt naar Hasselt.


De onfortuinlijke vorst bevond zich in een verschrikkelijke situatie. Twaalf dagen na zijn aankomst kent hij noch de mensen, noch de zaken, omringd door onbekwame bevelhebbers. Aan Frankrijk vraagt hij wapens, officieren, en een ervaren generaal.

Op 8 augustus zijn de Belgische strijdkrachten totaal ontbonden en ontstaat er een grote chaos. Toch wil de vorst het eergevoel van de Belgen niet kwetsen en vraagt hij de Fransen, die klaar staan aan de grens, om hun interventie uit te stellen.

Op 11 augustus komen de koning en het zwakke leger aan te Leuven.

Een wapenstilstand wordt ondertekend en de Nederlanders komen triomfantelijk Leuven binnen.

Op 20 augustus trekken ze zich terug, zodra het Franse leger verschijnt. Ze worden door de Fransen vergezeld tot aan de grens.

Het nationaal leger heeft zijn onbekwaamheid getoont. Veel officieren van de Burgerwacht waren op de vlucht met hun manschappen. documenten bewijzen geheime verstandhoudingen. Men spreekt zelfs van het verraad van Generaal Daine.

Generaal Belliard (zie aankomst van de koning) schreef naar de Franse Legatie met lof over onze dappere koning die de goede beslissingen genomen had, en zijn leven geriskeerd had.

De koning vertrouwde het Ministerie van de Oorlog toe aan Charles de Brouckere (Brugge 1796-Brussel 1860). Het leger werd gezuiverd van zijn dubieuze elementen. Aan het hoofd van de generale staf werden Franse en Poolse officieren geplaatst, tegen de wil van de Engelsen.

De inspanning was zo groot dat een effectief van 60.000 manschappen bereikt werd in een paar weken.

Tot in 1839 zal al de aandacht van de koning naar het leger gaan.

De koning is nu optimistich, al stelt hij vast hoe weinig ijver de grote mogendheden betonen om hun beloftes te houden.

Naar "Leopold Ier", Graaf Louis de Lichtervelde, uitg. Dewitt, 1929.

GRAVUREN