Oorlog anekdotes

Gelukkig, gebeurden er ook leukere dingen.

Pastoorswijn

Pastoor Jules Blomme, van de St-Pieterskerk, had een fameuze wijnkelder. Alle "châteaux" en "grands crûs" waren erin vertegenwoordigd.

Nadat hij uit het gevang van Brugge was vrijgelaten, had de pastoor huisarrest gekregen. De Duitse politie kwam af en toe op bezoek om te zien of hij wel in zijn pastorie verbleef.

De brave pastoor vreesde dat de Feldgendarmen zijn wijnkelder zouden ontdekken en zijn lekkere flessen zouden meenemen.

Hij ging Oscar D'Haveloose vinden om te vragen de flessen te begraven. Dit werd gedaan nabij een oude lindenboom in de tuin, één meter diep.

Na de oorlog werden de flessen terug bovengehaald, maar...door de vochtige grond waren al de etiketten verdwenen ! Het was dus onmogelijk de benamingen van de wijnflessen terug te vinden.

Sigaretten en chocolade

Uit dankbaarheid gaven 2 Britse piloten aan vader en zoon D'Haveloose sigaretten en chocolade.

De chocolade was een delicatesse en het gezin smulde ervan. 's Anderendaags voelden ze zich niet moe, al hadden ze niet kunnen slapen : de chocolade was een speciaal product dat gebruikt werd door de piloten om tijdens hun vlucht niet in slaap te vallen !

Germain werd verboden te roken, de sigaretten werden hem afgepakt door moeder en...vader genot ervan !

KERST EN JAARWISSELING IN DE PANNE IN 1943-44

Niettegenstaande alles, mag er gezegd worden dat veel gezinnen in onze gemeente toch geen honger geleden hebben, alhoewel er een zware rantsoenering bestond.

In veel gevallen had men een kleine tuin, waarin groenten en aardappelen gekweekt werden. Wat fruitbomen zorgden voor wat afwisseling. Zelfs kweekte men enkele kippen (vooral voor de eieren) en bracht men een paar konijntjes groot die een welgekomen aanvulling waren voor de schaarse vleesbonnen op de rantsoeneringskaart.

KERSTMIS 1943

Van een echte kertmisviering kon er niet gesproken worden. De avondklok was ingesteld, zodat men na 18 uur niet meer op straat mocht komen. De ramen en vensters moesten verduisterd zijn opdat er geen enkele lichtschijn van buitenuit zou gezien worden.

De vliegtuigen die uit Engeland vertrokken waren zouden immers kunnen bemerkt hebben dat zij reeds boven het vasteland vlogen.

Ten huize D'Haveloose, hadden ze, sinds vader in 1942 door de bezetter aangehouden werd, geen radio meer en dus geen muziek meer kunnen horen.

Een sparreboom uit de duinen halen was ook niet mogelijk, want in de duinen mocht men niet meer binnen. Van echte kerstsfeer was er dan ook geen sprake. Naar de nachtmis gaan was uitgesloten gezien de Duitsers het paterskerkje omgetoverd hadden in een paardenstal !!

De kerstdag op 25 december zelf, gebeurde in een betere stemming met een kleine zogenaamde feestmaaltijd. Het middagmenu bestond uit een gebraden kip met frietjes en, als dessert, een appelbeignet, gevolgd door wat toen als koffie doorging, nl geroosterde malt (gerstenkorrels).

JAARWISSELING 1943-44

De oudejaarsavond was wel ietwat beter. Met vrienden werd er afgesproken om de jaarwisseling te vieren. Men kwam samen bij een van de kennissen om wat gezellig bijeen te zijn, waar men dan ook, gezien de avondklok, bleef slapen.

Het feestmaal (?) bestond uit gebraden konijn met kroketjes, gevolgd door appelbeignets. Met wat geluk konden er een paar flessen wijn bovengehaald worden, die smaakte als godendrank.

Hoe kwam het dat de schaarse maaltijden toch lekker gemaakt werden ?

Simpelweg door bij de boeren in Houtem en in de Moeren te gaan schooien om wat aardappelen en boter. De meeste van de landbouwers in de Westhoek waren toch nog heel menselijk. Men moest weliswaar woekerprijzen betalen, maar men kreeg toch te eten.

Om het nodige te hebben om brood te bakken ging men per fiets, nadat de oogsttijd voorbij was, het land op om wat '"hauwtjes" te rapen die op de grond achter gebleven waren. Die graankorrels werden nadien op primitieve wijze door de huisvrouw gemalen om nadien tot brood verwerkt te worden.

ROMMELASPERGES

en de verplichte tewerkstelling bij "Pit en Stake"

Het was tijdens de zomer van 1943.

De Duitse bezetter vreesde een invasie door de geallieerden op onze kusten. Om dit te beletten, werd vanaf de Spaanse grens tot in het verste noorden van Nederland op de stranden een verdedigingslinie gebouwd met bunkers en schietstanden.

Bij nader toezicht vond de legerstaf dit nog niet voldoende. Om te vermijden dat de landingsboten aan wal zouden kunnen komen, werden er op het strand boomstammen en houten palen geplaatst, waarop er landmijnen en obussen vastgemaakt waren. Maarschalk Erwin Rommel was de uitvinder ervan. Om reden van hun vorm werden ze weldra door de bevolking Rommelasperges genaamd.

Dit werk moest in een ijltempo uitgevoerd worden, want de dreiging op een invasie werd groter en groter. Men vreesde tevens dat er zweefvlieftuigen zouden kunnen landen bij laag waterstand.

Heel veel werklieden waren er nodig om dit bos van staken neer te zetten. De Duitsers verplichtten dan ook de personen die aan de dop stonden of die van een of andere steun genoten of zelfs welke zelfstandigen waren, aan het werk te gaan om met schoppen en spaden de nodige putten te graven om deze lange palen er in neer te zetten. Ook de studenten en de scholieren welke in het middelbaar zaten moesten komen helpen. Zelfs de mannen die op een of andere manier vrij waren, werden opgeeist.

De meeste aldaar tewerkgestelden deden dit zekerlijk tegen hun goesting en sleten hun uren "in ralentie". Dat was zekerlijk niet met de goesting van de soldaten die hem bewaakten.

Heel snel kregen de werklui de bijnaam van de mannen van "PIT EN STAKE"

DE WONDERBARE VISVANGST

Zoals Christus, volgens het Evangelie de "Vermenigvuldiging der broden" deed, mag het ook een mirakel genoemd worden wanneer men in 1943 de "Vermenigvuldiging van het visbestand in de Noordzee" meemiek.

Reeds een paar jaren was het aan de vissers verboden om met hun bootjes in zee te steken. Hierdoor kwam het dat de haringen zich op een uitzonderlijke manier vermenigvuldigd hadden.

Op een herftdag deed het gerucht de ronde dat miljoenen haringen op de laagwaterlijn van het strand lagen te spartelen en ook in het water rondzwommen.

Dit nieuwsje verspreidde zich in ijltempo door de gemeente. De bevolking was overtuigd dat deze "vette" haringen een welgekomen aanvulling zouden zijn op de magere kost die men toen moest eten.

In een haai en draai stond het strand vol met personen. Tientallen mensen, jong en oud, man of vrouw, waren gewapend met emmers, het water ingegaan. Met de blote handen konden zij de haringen opscheppen.

Met volle emmers en tonnetjes trokken de Pannenaars naar huis. De haringen werden daar niet alleen gedeeltelijk opgesmuld en voor onmiddelijke consumptie gebruikt, maar voor het grootste deel in de pekel ingelegd.

Terecht mag men zeggen dat deze wonderbare visvangst veel mensen van de honger gered heeft.

NADERE BIJZONDERHEDEN

Men kan zich de vraag stellen, daar het strand gedeeltelijk ondermijnd was (bv in de duinen naar St-Idesbald toe), hoe de bevolking tot bij de spartelende vissen kon komen. De straten die naar de zee leidden waren door muren afgesloten. Er was één enkele doorgang naar de zee ter hoogte van de huidige Esplanade Leopold I, maar was enkel bestemd voor de Duitse soldaten.

Op het ogenblik van de fameuze wonderbare visvangst liet men tijdelijk toe dat de burgers aldaar op het strand kwamen om de vis te vangen (het strand was niet ondermijnd). Na een drietal dagen werd opnieuw het verbod om op het zand te komen van kracht.

Verhalen van Dhr Germain D'Haveloose, waarvoor dank !

Terugtocht van vluchtelingen naar Gent "op zijn British"

In Juni 1940, kreeg Dhr de Bie, eigenaar van de villa "Hurle-Vent" in de Witteberglaan, de toelating van een Duitse officier om een Brits achtergelaten voertuig "uit te kiezen" om terug naar Gent te rijden. Helaas kon Dhr de Bie niet sturen, maar dat vertelde hij niet. Hij koos voor een Britse ambulance. Samen met verscheidene vluchtelingen die in zijn garage waren komen schuilen voor de bombardementen, namen ze de weg naar Gent. Een tweede wagen van het beroemd merk Chenard & Walker, ook met vluchtelingen, volgde de ziekenwagen.

In Nieuwpoort waren de gesprongen bruggen door de Duitse Genie vervangen door heel smalle, zij aan zij gelegde bootjes. De bestuurder van de ziekenwagen miste zijn bocht en kwam met 2 wielen van het voertuig op "de brug" terecht en...twee wielen boven het water, tot grote angst van de inzittenden.

Toch kwam iedereen veilig ter bestemming dankzij het lef van de geïmproviseerde bestuurder.

Verhaal van Dhr Thierry Gonçalves, zoon van de bestuurder in kwestie.