Vreemde

Tussen de bedrijven door reden we ons vast

in het verkeer, een vreemde stad, een gestolen

middag, onderweg naar de staat van genade

waarvan wij de enige onderdanen waren.

Het regende oude wijven wat deed denken

aan hoe jij over nog eens vijfentwintig jaar

maar een voetganger tikte op de ruit, vroeg

een straat die we niet kenden. Water droop

op dat waar we al geen blijf mee wisten. Het

land hadden we aan die man, misschien wel

Engeland, zeker een vreemde, zoals wij, waar

we ook zouden gaan in die stad in de regen.

© mark naessens