Sprookje

Ik klots in je buik als de moeder.

Het meisje klapt met haar mandje.

Je ogen staan stijf van de angst.

Je zwelgt water, het kroos in je keel.

Je spartelt voor leven.

Ik houd je beneden.

Ik rammel je dood.

Het klotst in mijn buik als een kind.

De vrouw wenkt met haar ogen,

krast mijn naam in de steen.

Ik zwelg water, het kroos in mijn keel.

Ik spartel voor leven.

Zij houdt mij beneden.

Zij rammelt mij dood.

© mark naessens