Scheepswerf

(bij een grafisch werk van Dirk Cortebeeck)

Plaat tweeënveertig vijf drieënzestig punt één:

een nummer, een vaste plaats op de spanten.

Alles is voorbestemd, past als een schip in elkaar,

klaar voor de kraanman, de lassers, de schilders.

Ook zij zijn niet méér dan dit afgeschrikt staal:

een nummer, niet eens een naam om te noemen,

slechts een lastige stap in de cirkelgang van geld,

dan ijzererts, dan plaat, dan schip, opnieuw geld.

Als niemand hen terugroept uit die verdwazing,

komen straks weer soldaten en stelen het schip,

volgen er treinen, prikkeldraad, barakken en

een nummer, een muisgrijs getal in hun huid.