Het Bedrijf

De fictie neemt de vorm aan van muren, machines, dure

horloges en figuranten om ze constant gelijk te zetten.

Door alles in geld uit te drukken krijgt het nutteloze zin,

het triviale een verheven finaliteit.

Het vermaalt kapitaal tot plannen, verrichtingen,

vorderingen, weer kapitaal. Het liegt digitaal.

Het spiegelt zich aan waanbeelden als beurskoersen, rentevoeten.

Vergissingen worden grafisch voorgesteld, critici vakkundig

verwijderd. Buitenstaanders worden om de tuin geleid.

Men rent voor de eerste plaats.

Men spelt bedachtzaam een slogan.

Men gaat over lijken.

Ze beelden zich in de besten te zijn.

Ze roken op het toilet.

Ze liggen als biggen aan de spenen van het bedrijf.

Iemand houdt de schijn op.

Iemand knijpt Kaatje in de billen.

Iemand draait een schroef de verkeerde kant op.

(2e in de Jules Van Campenhoutprijs, Meise, 2002)

© mark naessens