Verloren

Zoals de zee haar wrakhout op een strand neerlegt,

dan spelend likt met tongen licht schuim, als

een kat loslaat, terugtrekt, in een aanloop

aanstoot, grijpt, grabbelt, voorgoed verliest,

zoals een speler zijn kaarten op tafel legt,

dan zelfzeker met spot in de mond deelt,

als een meester inzet, terugneemt, zwierig

inhaalt, inlevert, tenslotte alles verliest,

zo leg ik tekens te vondeling in taal,

dan tellend op mijn vingers als een minnaar

wachten, zien hoe je aarzelt, voorbijgaat,

zo zal ik alles wat ik liefhad verliezen.


Uit: Met twee messen, Lannoo, 1996

(genomineerd voor de Basiel De Craene- prijs 1995)

(1e eervolle vermelding Jeanne Van de Putte-prijs 1995)

© mark naessens