November
Laat de winter nu maar komen.
De illusies liggen als brandhout opgetast,
de dromen tot blokken gekloofd.
Eén voor de dagen als de zaken zakelijker en
zonder te smelten het ijs van hand tot hand gaat.
Eén droom schuif ik behoedzaam de avond in,
omdat toch niemand zou geloven dat het nog bestaat.
En de mooiste - ik zoek ze zorgvuldig uit -
bewaar ik voor de nachten.
Dan leg ik je lichaam te strelen achter mijn rug,
spiegel ik je woorden voor die jij dan fluistert,
warm je mij tot leven, een lange winter lang.