Genesis 1

Eerst vond hij de tijd uit die nooit had bestaan,

nam dan iets van het niets tussen de vingers,

blies. Uit zijn adem ontglipte de chaos.

Hij schrok. Een onmacht die eeuwig zou duren.

Want de tijd die hij schiep was al verstreken.

Uit de chaos koos hij hemel en aarde

als decor voor wat hij nog aanrichten wou.

Hij lachte. Een grijns die nog niet is geweken.

Want hij wist al wat hierna moest gebeuren:

dat zijn schepping zichzelf zou verslinden,

langzaam van de zesde dag af. Toch blies hij

de mens op die aarde en zei: je bent vrij.

(1e prijs Religieuze Poëzie IPB 1995)

(genomineerd voor de Basiel De Craene- prijs 1995)

(bijzondere vermelding P.G. Buckinx-prijs 1995)

Opgenomen in: “Niet te stelpen licht. Nieuwe religieuze poëzie.”, Davidsfonds/Clauwaert, Leuven, 1996

en in "God in gedichten. De mooiste religieuze poëzie van de twintigste eeuw uit de lage landen. Verzameld door Harry Gielen en Piet Thomas", Lannoo, Tielt, 2007

© mark naessens

Lees mijn eigen duiding hier: Genesis 1

Lees de kommentaar van Paul Vanderghote op http://www.kerknet.be/cultuur/content.php?ID=9108 of hier Over Genesis 1

Wil je nog meer religieuze gedichten lezen, klik dan hier: De Overkant; Antwoord; Sint-Andriesabdij; Stilte; Verklaring; Roeping