Nadien

Na de liefde in het veel te roze bed valt een trage

stilte als ochtendkoelte op de rug, levenloze

guirlandes tussen verbaasd gestapelde stoelen

na het feest. Rokend neemt de rede de draad

weer op. Zij zet koffie zonder zich aan te kleden.

Een gat vol redeloze raadsels. Alle antwoorden

blijf ik schuldig, zelfs die op voorhand gegeven.

Zij vraagt mij de kleren van het lijf. Ik trek ze aan,

vind in mijn zakken nog vijf verlopen drankbonnen

en een knoop waarin ik onszelf herken: twee paar

verdwaasd kijkende ogen die volstrekt niets met

elkaar te maken willen hebben. En dat al wisten.

© mark naessens

Om een gerelateerd gedicht te lezen klik hier: Nakaarten; Situatie