Nadien
Na de liefde in het veel te roze bed valt een trage
stilte als ochtendkoelte op de rug, levenloze
guirlandes tussen verbaasd gestapelde stoelen
na het feest. Rokend neemt de rede de draad
weer op. Zij zet koffie zonder zich aan te kleden.
Een gat vol redeloze raadsels. Alle antwoorden
blijf ik schuldig, zelfs die op voorhand gegeven.
Zij vraagt mij de kleren van het lijf. Ik trek ze aan,
vind in mijn zakken nog vijf verlopen drankbonnen
en een knoop waarin ik onszelf herken: twee paar
verdwaasd kijkende ogen die volstrekt niets met
elkaar te maken willen hebben. En dat al wisten.