Situatie

Ik ben de minnaar niet, maar het ziet er

rooskleuriger uit dan redelijkerwijs

te verwachten is na twee hooguit vier

verdraaid fraai verzonnen avances:

slordig gemonteerde tegenstand ligt

in onderdelen in haar ogen, haar

hand waar ze logischerwijs niet hoort,

het lijkt een kwestie van maximum zes

zijig verpakte woorden, was er niet

die dwarskijkende, billijkerwijs in

belachelijk nauwe schoenen staande

onbestaanbare. Ik ben de minnaar niet.

© mark naessens

Om een gerelateerd gedicht te lezen klik hier: Nadien; Nakaarten