Later

Later, aan tafel, wanneer wijn

gesprekken vertroebelt als absint,

onzorgvuldig gekozen woorden

onwillig heen en weer kaatsen

als te slappe tennisballen,

spraken je ogen in code,

kort in het kaarslicht, dan heel

lang de kant uit waar ik zat,

zonder mij echt aan te kijken,

maar ik zag het, niemand anders:

het trager heffen van je glas,

hoe je at met bedachtzame

beten als in gewijd voedsel,

anders niemand kon het zien:

in je buik het hunkeren naar mij.

© mark naessens

Om hieraan verwante gedichten te lezen klik hier: November; Opnieuw