In Ispahaan 2
Ze wisten dat ik kwam. In Ispahaan.
Mijn naam in het linnen, in het glas.
Fruit op een schaal. Ik mag blijven.
Alles vertrouwd als geur van rozen.
Spiegel stuk. Klok zonder wijzers.
Hoe kan ik de tijd nog verklaren?
Kijk liever hoe de kamer sluimert,
het uitzicht droomt onder wolken.
Het bekende boek op de tafel. Zie
weer de tuinen van mijn kindertijd,
lees het eerste woord, en opnieuw,
het rolt zich om en om op elk blad
hetzelfde woord. Een drukfout. Maar
een vinger cirkelt mijn naam in de
wolken. Het woord staat in het glas,
het linnen. Ik moet weg uit Ispahaan.
(1e prijs Poëziewedstrijd Stad Harelbeke 1995)
© mark naessens