Bericht

Zo kwam de dood aanbellen, zo stamelend

dat het eerst niet tot ons doordrong, uw zoon,

ongeval, zo onbeholpen in een zwart uniform.

Ik had willen antwoorden: wij hebben geen zoon,

hij moet nog ontstaan in de schoot van zijn moeder,

nog spelen in een tuin vol vogels, thuiskomen

op de fiets met een lief meisje met bloemen.

Maar het uniform murmelde: het spijt me, meneer.

Weer zie ik de kille kelder met dozen, zijn gezicht

reeds tot marmer versteend, hoor gebeden, dof

de deur dichtvallen achter de laatste vrienden.

Dan haar ogen, en nog altijd, hoe zij mij ontwijken,

nog blijven uitkijken naar de fiets, de bloemen.

(2e prijs Arca Poëzieprijs 1994)

© mark naessens