Ziekenhuis

Zij ligt als een vlieg in een web op het laken.

Leven druppelt traag door doorzichtige draden.

De geur moet het zijn die haar ogen doen tranen

of de angst om te slapen en nooit te ontwaken.

Zij wijst met haar vinger naar ergens onzichtbaar

een spook in de kamer en kreunt dan onzegbaar

een klagende klank met die krop in de keel:

slangen van lucht en van bobbelend water.

Zij zoekt als verloren in duizenden raadsels

mijn heilloze hand en vraagt met die wijde,

doorschijnende ogen: zeg het me, zeg het me.

Zij hoort mijn woorden zwijgen in alle talen.

(genomineerd voor de Jeanne Van de Putte-prijs '94)

© mark naessens