Hoogmis

verrek die klotezetels zijn diep zei je

je schoof onderuit in je mantelpakje

ik zag je elyzeese velden dacht alleen

aan zaaien zodat ik niet meer wist welk

aperitief je bestelde zeker het duurste

die middag kostte mij handen vol geld

god hoeveel waren je ogen mij waard

zonder nog te gewagen van je tenen en

alles wat daartussen te gebeuren stond

dronken van je te zien helemaal van de

kaart die ik verkeerd hield geen nood als

een gebed las de ober alles uit het hoofd

voor wat verder op ons bord zou komen

nog voor in eigen nat geserveerd haantje

had jij het over hoe het nu eigenlijk met

ons gaan moest verdomd alsof het script

niet aan mij te zien was ervaren als je

bent in het ruiken van oprukkend onheil

het verstrikte mij in woorden die je zo goed

kent dat gapen als vissen voldoende is

dus kwam ik er niet toe te zeggen wat je

al wist toen je binnenkwam maar weer

wilde horen nog voor het ijsje de koffie

de klamme hand onder tafel laat het zijn

zoals het geweest is een wild feest dat

ons overviel als een onweer of het snel

insneeuwen van treinen de winter duurt

lang als een hoogmis op rieten stoelen.


© mark naessens