We verlieten onze campingplek “Fashion Beach Club”. Op naar Portugal. We reden langs sinaasappelboomgaarden, die nu in bloei staan en zo hemels ruiken! Het weer is zonnig met best veel wind. Bij Ayamonte - rivier Guadiana - gingen we de grens over en reden de Algarve binnen. We stopten bij Parque de Caravanes in Altura. Plaats genoeg en - denken we - redelijk betaalbaar. Ik sprong direct onder de douche. Heerlijk om weer onder een harde, brede en warme douchestraal te staan. Ook is hier een wasmachine, dus de was afgegeven. Verder eerst wat dingen die moeten en dan na vieren op de fiets Altura bekijken. Nou ja, pas om 18.30 uur bleef het droog. De was hadden we inmiddels opgehangen aan de waslijnen. Nieuwsgierig als altijd, gingen we per fiets op verkenning uit. 20 minuten vrijwel non stop bergafwaarts. Altura heeft 't helaas niet. We hebben de straatjes bekeken, de kerk gezocht, enfin... er is gewoon geen bal te doen. Toch nog maar een biertje gedronken in de laatste zonnestralen. Toen terug: 25 minuten nagenoeg alleen maar bergopwaarts. Oké, oké, met elektrische fietsen is dat geen echte uitdaging, maar toch! De fiets gaat niet vanzelf omhoog.
Onze campingplek “Fashion Beach Club”.
De zee bij onze campingplek “Fashion Beach Club”
De betaalde camperplek bij Altura.
Bijna alles is opgeladen. Ontbijten in de zon, daarna voeten verzorgen, de oren van Tinus verzorgen en tot slot de was binnenhalen. We gingen naar Tavira. Helaas was John z’n stemming niet geweldig en dan kan ook niets meer goed zijn, laat staan fantastisch. Nou, Tavira is een stad met geschiedenis tot ver voor Christus en de huisjes hebben hun origine in de Moorse bouw. Ja, er is sprake van verval. Daarentegen zijn de smalle straatjes met her en der mozaïek betegelde huisjes charmant. De toeristen hadden het liever wat zonniger gehad, maar de sfeer was prima en de vele bars en restaurants waren goed bezet.
De ligging aan de rivier, de ongerepte stranden en het behouden Portugese karakter van de stad creëren een authentieke Algarve-ervaring die elders grotendeels is verdwenen.
Tussen flatgebouwen was een soort tuin met vierkante, kale perken die met grote stenen waren omrand. Daar werd Jeu de Boules gespeeld. De but werd uitgegooid naar een ander vak. Die mannen wisten kei goed hoe te spelen. Rollend en gebruikmakend van de oneffenheden kwamen ballen vlakbij de but (= kleine balletje). Schietend werden deze ballen weer weggekaatst. En wel met zo’n precisie! We hebben een tijd met groeiende verbazing en bewondering toe gekeken. Vlakbij is een groot plein met allemaal kleine clubkroegjes, zoals van de dominoclub, wielerclub, visclub, paardrijclub en natuurlijk de voetbalclub. De mannen (we hebben geen vrouwen gezien) ontmoeten elkaar hier.
Na een uitgebreide lunch reden we door naar de volgende plaats Quarteira waar mijn oud collega’s van PlusPort Yvonne Loef en Ron Bruijn een huis hebben. We hebben morgenmiddag afgesproken.
We waren de enige op een groot parkeerterrein waar gisteren de markt was. Een andere camper is gisteravond laat vertrokken. Na het ontbijt wilden we gaan fietsen, toen we ontdekten dat het terrein met een zware ketting was afgesloten. Oei oei, misschien toch maar eerst zien dat de auto weg kan. Dus ging ik met mijn liefste glimlach naar een parkeerwachter verderop. Engels sprak hij niet, maar gelukkig wel Spaans. Bleek dat hij de sleutel had. Probleem opgelost.
We reden naar de oostkant van Vilamoura. We wandelden door een lange straat met bedrijven en winkels, maar helaas geen koffiebar. Ook hier ziet het geheel er wat armoedig uit. Op enig moment zagen we een cafetaria waar we bij gebrek aan beter koffie bestelden. Een paar oude mannen genoten al van een alcoholisch drankje. Koffie smaakte goed, de wc was schoon, de bezoekers vriendelijk, Tinus werd aangehaald, dus nog een 2e koffie. We besloten verder te rijden naar Playa de Vilamoura.
Betaald parkeren: €0,84 per uur is goed te doen. Hier is een hoop bedrijvigheid waaronder de versmarkt voor vis en groente. De vele terrassen waren druk bezet met vooral toeristen. Het verschil is duidelijk te zien: de Portugezen lopen in truien, jassen, lange broeken en “echte” schoenen, de toeristen in t-shirt, korte kleding en gympen.
We keken naar een zeilschool van over de 100 zeilbootjes met veel begeleiding. Ouders volgden hun kroost met verrekijkers.
Ha, ha, de zeilbootjes té klein en té ver weg. Niet te zien dus.
Daarna liepen we terug over de boulevard en stopten bij Pastelaria Paô do Povo. John koffie en een lokale zoetigheid, ik een pot gember thee. Opnieuw vergisten we ons. We rekenden op de hoofdprijs, echter moesten we slechts €3,90 afrekenen. We genoten op het terras van de zon en het uitzicht op de zee en de mensen om ons heen. Terug bij de auto reden we voor alle zekerheid naar een betaalde camperplaats in Quarteira: Fonte Santa. €6,- per 24 uur.
Op de fietsen en Tinus aan de lijn gingen we naar Vale do Lobo (20 minuten) waar Yvon en Ron wonen. Een prachtig huis. Het meeste was ik onder de indruk van de voordeur: deze is 7 à 8 meter hoog. De inrichting is echt heel mooi, warm en smaakvol. We borrelden op het dakterras. Hun twee chihuahua’s leven nog: 17 en 16 jaar! We hebben ooit op Pebbels gepast toen zij nog een puppy was. Het werd een waanzinnig gezellige avond waarbij we alle vier hielpen met kokkerellen. Er is heel wat bijgepraat en ook Tinus werd hartstikke verwend. Hoewel zij hun bedrijf goed hebben verkocht, vindt Ron zich nog te jong om niets te doen. Hij is ingestapt in Valicare, een bedrijf van een andere oud-collega (Arnold van Dorp). Ook dit loopt als een trein.
Rondom middernacht waren we terug. We hebben als een blok geslapen.
Vanavond gaan we met Ron en Yvon eten bij Natraj Indian Tandoori. ‘s Morgens rustig koffie gedronken, gepuzzeld en gelezen. En alle jarigen vandaag gefeliciteerd: maar liefst 4 van onze vrienden! In de middag reden we naar de westkant van Vilamoura. Duidelijk het duurdere gedeelte: chique hotels, dure auto's, erg mooie jachthaven en heel veel restaurants. Het weer is vandaag regen en bewolkt. Het is niet koud. Heel wat mensen slenteren over de boulevard of zitten op de terrassen. Het mooie, brede zandstrand is nagenoeg verlaten.
We hebben heerlijk Indiaas gegeten. En opnieuw heel gezellig. Daarna reden we naar onze volgende overnachting: SulPark Albufeira.
Er is hier een jeu de boules baan: glad maar niet egaal. We hebben twee potjes gespeeld. Stand: 1-1. Het is Pasen en we hebben in elk geval brood nodig. Kortom, toch maar onze reis vervolgen.
Onze volgende stop was in Alporchinhos. Een gratis en mooie plek. Van daaruit gingen we op de fiets naar Benagil. Toch maar weer eens een mountainbike route van 3,6 km proberen. Over de weg was het ruim 11 km. Helaas was dat ook hier te heftig. Wel heel mooi, maar de helft lopen, omdat het gewoon onbegaanbaar of te steil is. Wel kom je dan op de leukste plekjes. Bijvoorbeeld een verlaten kleine baai met strand. Maar zodra het kon, toch maar verder over de weg. Zo kwamen we in de druk bezochte grotten van Benagil. Het is absoluut bijzonder. Daarna gingen we naar Praia de Marinha, waarvan gezegd wordt dat het het mooiste strand ter wereld is. Er zijn allerlei steile kliffen en rotsen in de mooiste kleuren. En allemaal lopen ze prachtig over in de zee. Maar het mooiste??
Terug naar onze Clever. We waren al zeker een half uur onderweg toen een boze John zei dat het nog anderhalf uur fietsen was. Arme Tinus! John fietste even later rechtdoor terwijl Alporchinhos rechtsaf werd aangegeven. Bleek dat John op weg was naar de verkeerde camperplek. Meevaller dus. Tinus bleef daarna in de bus en wij gingen deze plaats bekijken. Hier valt echt niets te beleven. Wel twee leuke strandjes aan een baai, omzoomd door mooie kliffen met groot voordeel: uit de wind. Want die constante, best harde wind is erg vermoeiend. Toch vragen wij ons af waarom toeristen voor deze plek kiezen, überhaupt voor de Algarve kiezen?
We gaan naar Alvor. Op een terrein van de Intermarche zijn 6 speciaal voor campers gereserveerde parkeerplaatsen. De rest doen we op de fiets. Maar dan moet het wel eerst droog worden.
Alvor is een leuke plaats, gebouwd op de kliffen, met smalle straatjes, veel winkeltjes en restaurants. Bij de haven zijn wel 8 kiosks die allemaal hetzelfde verkopen: met de boot naar grotten van Benagil en onderweg dolfijnen spotten. Veel plaatsen langs de kust verkopen deze attractie. Verder zijn er in de Algarve veel golfbanen en kun je lange wandelingen maken.
‘s-Middags reden we naar Lagos, een grotere plaats met nog een stadsmuur rondom het oude centrum. Vanaf het binnenrijden viel ons op dat de stad schoon en goed onderhouden is. Vlak voor het oude centrum konden we bij de stadsmuur parkeren. Een jonge vrouw hielp ons en zei eerlijk dat het gratis parkeren is, maar of we haar toch wat wilden geven. We wandelden door de oude straten met ook weer veel winkels en veel toeristen. In tegenstelling tot Spanje (optochten, feestelijkheden) of Nederland (paaseieren, chocolade paashaas, etc) doen ze hier in de Algarve niets speciaals met Pasen. Om 18.00 uur begon de formule 1 autorace in Jeddah. Bij de cocktailbar Shaker hebben we op één van de drie tv-schermen de race live kunnen zien.
Waar we geparkeerd stonden, bleven we ook slapen.
Ook al staan we midden in de stad (Lagos), we hebben heerlijk geslapen. Maar John baalt. Hij vindt deze zuidkust van de Algarve helemaal niks! Enfin, nu we er toch zijn dan toch maar door naar Sagres, Praia do Beliche en Cabo de São Vicente. We waren al vroeg op pad. In Sagres staat een groot oud fort dat door de eeuwen heen Portugal heeft moeten beschermen. De kust wordt hier gevormd door steile rotsen die loodrecht in de zee staan. Alleen bij de baai van Beliche, een stukje verderop, kun je afdalen naar een strandje. Dat doen aldus heel veel surfers. Nog een stukje verder is de Kaap. Dit is het meest zuidwestelijke punt van het vaste land van Europa. Turf - vink! Reuze grappig: hier staat een Snackkar met opschrift: "Letzte Bratwurst vor Amerika”. De rotsen zijn zo’n 60 meter hoog. Bomen staan hier niet. De begroeiing staat op dit moment in bloei: heel veel soorten witte en gele bloemen. Het uitzicht is dan ook adembenemend. De rotsen, de oceaan en het min of meer vlakke plateau met zijn ruige natuur. Bovendien hebben we prachtig weer. Op het terras in de zon koffie gedronken en de verdere reis besproken. We reden langs de westkust omhoog richting Aljezur. Deze streek (Costa da Vicentina ) is rauw, puur en adembenemend mooi. Geen resorts of drukke boulevards, maar kliffen, verlaten stranden en kleine vissersdorpjes.
In een oud en heel leuk plaatsje, Carrapateira, hebben we op het terras van “O Pontal” geluncht. Helemaal weer in onze nopjes. Geen grote hotels, geen massatoerisme. Het dorp is authentiek. Het dagmenu smaakte geweldig. Na de lunch reden we naar de kust hier vlakbij. Een heel mooi strand en weer die mooie, door rotsen en kliffen gevormde kustlijn. We zien hier geen havens of vissersboten. Onze rit ging verder over een rustige weg slingerend door heuvels met mooie groene begroeiing (veel pijnbomen en bloeiende struiken). Bij Bordeira heeft duidelijk een bosbrand gewoed. Dat was in 2023. Knap hoe de natuur zich alweer herstelt.
Vanaf Aljezur reden we landinwaarts richting Monchique door de bergen van de noordelijke min of meer ongerepte Algarve. Hier zijn veel wandelgebieden aangegeven. Bij Casais is het uitzicht tot de oceaan in het zuiden. Je kunt goed de bebouwing zien van de kustplaatsen. Bij Meia Viana wordt marmer letterlijk uit de bergen gesneden. Iets voorbij Monchique vonden we een camperparking in
Alferce, een gehucht van ongeveer 10 straatjes. We staan vlakbij keurig schone openbare toiletten met wc papier. 3 straten verder zijn ook openbare toiletten en douches met warm en koud water. Wouw!
Het was me al eerder opgevallen: maandag, ook paasmaandag, is wasdag. Het enige restaurant is gesloten. We hoorden Nederlands praten. Zijn twee mannen hier een bedrijf gestart. Zij wezen ons een drankwinkeltje aan met een eigenaar van over de 90 die o.a. koud bier verkocht dat buiten op de gemeente banken werd genuttigd. Ook verkocht hij lokaal gebrouwen schnapps, genaamd Aguardente de Medronhos of kortweg Medronho. Dit is een Portugese gedistilleerde drank, gemaakt van de vruchten van de aardbeiboom.
Uitgerust en opgewekt! We zijn weer helemaal in onze nopjes. Vandaag gaan we wandelen: de natuur in. Er is hier trouwens een prachtig camperpark aangelegd (europees geld), maar elektra ontbreekt, dus nog gesloten. Ook is hier een ouderwetse wasplaats vol in gebruik. Men woont in kleine huisjes. Op meerdere punten is een openbare drinkwaterkraan. Na de koffie dus de bergschoenen aan, batons mee en gaan. Blijkt hier een fantastische hangbrug aangelegd te zijn (oktober 2023) waarmee je de steile kloof oversteekt. Hier aanschouw je de meest magische (en onbekende) plekjes van de Algarve. Om de hangbrug te bereiken ga je over een houten trap 230 treden naar beneden. Aan de overkant ga je maar liefst over eenzelfde houten trap 350 treden omhoog. Deze “Passadiços Barranco do Demo” is ook aangelegd met Europees geld. Maar spectaculair mooi! Na deze hangbrug wandelden we één km verder omhoog, ongeveer 350 stijgmeters. Poeh Poeh, dat is wennen. Maar boven heb je een panoramisch uitzicht tot over de oceaan! We zagen duidelijk Portimao.