Vroeg op. Eerst ontbeten we en toen reden we naar het spookdorp Rocca Calascio, op ongeveer 15 minuten afstand. Daar zouden we “even” het fort bekijken. Een korte wandeling, dat was wat we dachten. Een stukje lopen langs de weg en daarna een klauterpad de berg op. Dit pad kruiste de weg en hopla verder een steil rotsachtig pad met veel losse stenen en veel wortels. We kruisten nog zeker 4 keer de weg. Iedere keer dachten we er bijna te zijn, maar nee. En natuurlijk ook niet opgeven. Eindelijk, een uur later, kwamen we in het dorpje. Ook hier zijn gestutte huizen en restauratiewerkzaamheden. Wel ziet het plaatsje er heel leuk uit. Hoe verleidelijk de koffie ook was, we waren nog niet bij het kasteel en dat was toch onze missie. Dus verder, nog steeds steil omhoog. Er lagen op het laatste stuk een paar plasjes water op de weg, maar die waren bevroren. Arme Tinus. Wij hadden geen water meegenomen voor onszelf, laat staan voor de hond.
Enfin, we hebben het gehaald. Helemaal naar boven, ongeveer 4 km om er te komen. Het uitzicht is steeds overweldigend mooi, zeker bij die heldere ochtendzon.
Extra info over het spookdorp:
In de film “The Name of the Rose” (1986) naar het gelijknamige boek van Umberto Eco was Rocca Calascio een van de drie belangrijkste filmlocaties. Het fort is ook te zien in de film “The American” met George Clooney.
In het spookdorp net onder de toren van het kasteel is nu een karakteristiek kleinschalig hotel met een restaurant en een bar. In de directe omgeving liggen wandelpaden, klimroutes, fietsroutes of mountainbike routes, in de winter is Cross-country skiing een populaire sport, het hotel is het hele jaar geopend.
We liepen terug naar dit spookdorp en dronken eindelijk onze koffie bij Bar Restaurante Rifugio della Rocca. We zaten heerlijk in de zon. Een paar andere wandelaars kwamen voorbij. Vandaag waren we echt te vroeg vertrokken, want de voorbereiding voor de lunch rook verschrikkelijk lekker. Alleen zouden we dan nog 1,5 uur moeten blijven wachten. Terug over hetzelfde gewaagde pad. Het was echt oppassen om er niet onderuit te gaan met al die losse stenen. Eenmaal weer in de camper hadden we een reuze voldaan gevoel. Het was pas 11.30 uur.
Onze rit ging verder naar Castel del Monte. Een mooie tocht. We zijn duidelijk onder de boomgrens. Veel naaldbomen, maar ook veel loofbomen die de hellingen een gouden gloed geven. En dan zie je ineens tegen een helling deze gemeente liggen met ong. 511 inwoners. De huizen lijken op elkaar gestapeld. Fascinerend! Ook hier zijn we omhoog gestrompeld. En ja, weer naar het hoogste punt. In meerdere straten zijn op de muren afbeeldingen geplaatst van bijvoorbeeld een processie, een huwelijk, het leven in andere tijden, etc. Toch viel het John op dat veel huizen onbewoond waren. Enfin, ook deze plaats oogt goed verzorgd.
We hebben een inmiddels zeer verdiend glas bier gedronken. Geen winkels, restaurant leeg, dus weer naar de auto. Nog een uur rijden en we arriveerden op een camperplaats met alle voorzieningen in Santa Irene bij Catignano. Hoogste tijd voor een siësta en wat studie Italiaans. Tegen half vijf stapten we - zonder Tinus - op de fiets. Ongeveer 11 minuten naar Catignano. Het is weer een echt eenvoudig Italiaans dorp. De dorpskroeg had aan twee straten een ingang. Er waren alleen mannen. Een vriendelijke barman, die goed Engels sprak, vond wel dat ik binnen mocht komen. Allebei een drankje en wat babbelen over deze inspannende, doch heerlijke dag. En ja hoor, daar kwamen ongevraagd de tapas. Men vindt hier dat bij alcohol gegeten moet worden. Je hoort ons niet klagen!!!!! Daarna naar de Alimentari (Kruidenier). Eenmaal enige lekkernijen te hebben ingeslagen en voer voor Tinus, was het nog te vroeg voor het restaurant. We zijn weer terug gegaan naar de camper. Het uiteten gaan mag kennelijk niet.
We gingen weer naar de kust. Een redelijk doorgaande weg via Cepagatti. De omgeving bestaat voornamelijk uit olijfgaarden, maar ook veel druivenranken. En deze laatste zijn nog steeds in prachtige herfstkleuren.
We konden de Adriatische Zee alweer zien. Vanaf Pescara reden we langs de kust. Maar eerst naar een groter benzinestation. Ons dashboard geeft al twee dagen aan dat de achter remblokken aan vervanging toe zijn en dat de remolie op een laag peil staat. Daar ben je niet blij mee in de bergen. Enfin, hier konden we Diesel tanken, Adblue tanken en remolie kopen. Zo, dat is alvast weer in orde. We proberen met een Citroën garage een afspraak te maken voor de remblokken, maar helaas is de eerste mogelijkheid pas over 10 dagen. We proberen nu de Citroen Dealer in Termoli, een stukje zuidelijker. We reden dus verder langs de kust. Het eerste deel was ook weer - gezien vanaf de zee - een paar huizen/hotels, fietspad, spoorbaan, de doorgaande weg en soms dan nog de rest van de plaats. De tunnels onder het spoor door zijn voor onze camper te laag. En eigenlijk vinden wij deze locaties ook verre van uitnodigend. We reden over deze kustweg langs Cortona. Voorbij Spiaggia le Morge gingen we landinwaarts.
John had een aantrekkelijke camperplaats ontdekt in de kleine plaats Gissi in de provincie Chieti. Ook weer een gratis plek met alles erop en eraan. We waren er rond lunchtijd. Dus gauw Tinus uitgelaten en op de fiets de plaats in. We gingen eten bij Ristorante N’donio. Verrukkelijk, wat een verwennerij. We kregen brood met een “eigen” olijfolie. Heel zacht en toch heel smaakvol. Een ernstig lekkere eerste gang: spaghetti alla funghi en John met o.a. broccoli gevulde ravioli. Smullen! Eigenlijk is dat al genoeg, maar de tweede gang (en voor ons dus ook de laatste gang) was al besteld. We dronken er een enorm lekkere fles rode wijn bij + mineraalwater. John nam nog koffie. Il conto per favore: € 75,-
Tja, daar krijgen we niet veel voor in Nederland. Het was inmiddels al na vier uur en al kouder. Vanaf de camper kun je via een trap een park inlopen met een magnifiek uitzicht. Van daaruit loop je ook weer het oude gedeelte van Gissi in. Kortom, we staan op een geweldige locatie.
In de camper hebben we wat gewerkt, gelezen, een beetje geslapen en pas tegen een uur of negen soep gegeten. We hoorden gezellige geluiden uit de plaats iets boven ons.
Om 22.30 besloten we nog wat te gaan wandelen. Redelijk veel jongelui waren bij een soort bar/disco. We wandelden verder. De bloemist was weliswaar gesloten, maar een groot deel van de handel stond gewoon buiten. Wat geweldig, dat zoiets nog kan. Dat de mensen gewoon van je spullen afblijven. Na het rondje om de kerk gingen we terug. Het is 14° en er is geen wind. De temperatuur voelt daardoor zacht aan.
Wat een rust! John is al vroeg aan de slag gegaan met ons reisblog. Na een vrij laat ontbijt gingen we koffie drinken. Maar eerst langs het voetbalveld waar vermoedelijk het eerste elftal thuis speelde. Dat konden we in onze camper horen. We fietsten wat verder door deze plaats. Een wat mindere wijk, een gesloten - lees vervallen - hotel, waar wel bewoners in zijn, dan weer grotere, vrijstaande huizen en terug in de binnenstad. De kerk was net uitgegaan. Op meerdere terrassen dronken mensen koffie/alcohol.
John bestelde voor mij een Americano en voor hem een cappuccino. De barman pakte een groot glas, schonk campari in, vermout erbij, vervolgens wat ijs en een schijfje citroen. John: “Uhhhh, per me?” Ja toch? en toen besefte de barman dat John een caffè-americano bedoelde. Oké, lesje geleerd! Misschien bestel ik een keer deze variant van Americano 😋. Nog een tweede ronde koffie. Het meisje dat ons bediende, had er duidelijk plezier in. We moesten €5,40 afrekenen. Wat een verschil met de toeristische kustplaatsen. Verder stelt dit plaatsje weinig voor, behalve dan dat je vanaf bijna iedere straat een geweldig uitzicht over de vallei en de bergen hebt met al hun prachtige kleuren. En natuurlijk een perfecte, gratis camperplek.
Alles weer vertrekklaar en op weg waren we naar San Salvo, naar de Citroëngarage. Onze ervaring is, dat als je belt je pas over tig dagen terecht kan. De garage controleerde van alles, bijvoorbeeld of de auto niet gestolen is….. Toen of de benodigde onderdelen (remblokken) op voorraad waren. Vervolgens check en wat we al dachten: deze zijn zowel achter als voor aan vervanging toe. En nu de grote verrassing: vanmiddag om 16.00 uur klaar. Dus pronto pronto; spullen gepakt. De fietsen van de auto. Tinus aan de lijn en naar het dorp toe. Dit ging voor een klein deel over de snelweg. Doodeng!
Het is vandaag bloedwarm! Enerzijds een geluk, anderzijds voor Tinus een ramp. We fietsten dan ook heel langzaam. Het lijkt wel of de Sirocco waait, de bekendste warme zuidenwind in Italië die warme, stoffige lucht uit de Sahara meebrengt en de temperatuur flink doet stijgen. Of het is de Föhn, die ontstaat als lucht over een bergketen waait, waardoor het aan de andere kant warmer en droger wordt. Welke van de twee vandaag waait, het is gewoon warm, molto caldo!
We stopten bij de eerste koffietent, La Stinge Amiano. Tinus dronk bijna een heel flesje water. Verder is het maandag wasdag. Overal hangt wasgoed aan de lijn met het dubbele aantal wasknijpers vanwege de wind. We hebben door het zogenaamde oude historische centrum gefietst, maar behalve oud is het een gewone kleine stad. Dus gingen we maar lunchen bij Osteria (= Taverne) del Padre. Menu del giorno €15,00. Tweemaal graag. Fles Rosé erbij + een fles water. Een hartstikke leuk meisje bediende ons. Stiekem toch nog even gevraagd naar een dessert: profiteroles! John z’n lievelings dessert! Het was allemaal heerlijk. Il conto per favore! Slechts €55,-
Terug op de fiets nog langs een winkelcentrum. Vlak bij de garage is een Decathlon, dus daar ook nog binnen gewipt. En toen toch maar naar de garage. Het was pas 14.30 uur. Hoera, de auto stond al klaar: €450,00. We kunnen in elk geval weer met een gerust hart het binnenland in. Toch blijven we nu even aan de kust. We reden naar Termoli, deden boodschappen bij de Lidl en parkeerden in de haven, waar we €5,- voor moesten betalen (handig met de EasyPark app) tot de volgende dag. Na een kort schoonheidsslaapje zijn we deze stad ingewandeld. Eerst om het kasteel heen langs het strand. Toen de winkelstraten in. Heel veel restaurants en terrassen zijn open. Ook een aantal hotels is open, toch is het niet erg druk. Maar in Italië eet men pas na 20.00 uur. Dus wie weet zijn er straks meer mensen op straat.
We stonden naast de kade waar vissersboten terug kwamen en ter plekke vanuit de boot hun waren verkochten aan de personen in busjes die aangescheurd kwamen. Alles werd keurig gewogen en genoteerd. Daarna gingen de boten weer de zee op. Vanaf een uur of twee was het rustig.
Het regent en dat is ook de voorspelling voor de komende drie dagen. In de Náutica winkel konden we chemisch spul kopen voor onze wc. We reden gedeeltelijk langs de kust naar San Severo, een plaats in de Italiaanse regio Puglia (Apulië), in de provincie Foggia. Het idee om hier koffie te gaan drinken, lieten we al gauw varen. De weg er naar toe is heel rommelig en slecht, de woningen zien er niet uit, het is een smeerboel op de weg. In de stad is dubbel parkeren kennelijk normaal. Alles oogt vervallen en vies. Dus maar gauw onze weg vervolgen landinwaarts naar Troia. De hele omgeving is nagenoeg vlak tot hellend met nauwelijks een boom. In de provincie Foggia is heel veel akkerbouw van graan, groenten en fruit. De regio staat ook bekend om zijn uitgebreide wijngaarden. Maar ik weet niet of ik nog wel een product uit deze streek wil. De parkeerplekken voor noodsituaties liggen vol met afval. Er wordt overal gedumpt. Naast vuilnis ook oude auto's en andere zooi. Dit is de eerste regio waar we windmolens zien. Brrrr!
Troia ligt hoger en naarmate we dichterbij kwamen, was de omgeving ook wat meer verzorgd. In Troia is een gratis camperplek met stroom en op 100 meter afstand van wat winkels, bars en restaurants. Dat is althans wat de reviews zeggen. Voor ons dus een prima plaats om de regendagen door te komen. Het oogt hier in elk geval opgeruimd en schoon.
Ook al kwam de regen met bakken uit de lucht, wij gingen eropuit. De hele straat door gekuierd, maar geen cafetaria of Osteria die open was.
Ergens liepen we een gebouw binnen met prachtige foto’s aan de muur. Er was een wasserij voor lakens van een ziekenhuis of zo. Tinus bleef braaf bij de deur wachten. Maar de vrouwen vonden ‘m zooo lief en nou ja, hij toch naar binnen. We vroegen waar we iets konden nuttigen. Een super aardige vrouw maakte ruimte in haar auto en bracht ons naar het nieuwere gedeelte van Troia. Ze liep mee naar binnen en vertelde de eigenaar dat hij ons echt binnen moest laten met hond. Geen probleem.
Een nog veel lievere John bood na de koffie aan om terug te lopen (30 minuten) en de camper op te halen. Bovendien zit hier op de hoek een wasserette. Prima taakje voor deze 75% regendag. Terug op onze plek bleek ook de Italiaan Gian Luigi te zijn gearriveerd. Is dit toeval? We vulden de middag met spelletjes, lezen en gezellig telefonisch babbelen met Do.
Toen het eindelijk droog was, liepen we met Tinus de andere kant op. Hier was veel meer gaande. De restaurants zijn echter gesloten of zitten soort van verstopt in heel smalle straatjes. We waren in elk geval te laat. Toch maar zelf koken.
Rustig aan. Gewerkt voor Stayci. In de middag aan de wandel. We passeerden een viskraam annex take away. Van een grote schaal heerlijke gevarieerde gefrituurde vis gegeten: pulpo, gamba, heek, sardines, calamares e.d. Glaasje rosé hoort daarbij. Buikje vol. Wat een onverwachte, geweldige lunch. Door met onze wandeling. We liepen er letterlijk tegenaan: een koffiebar. Dat konden we wel gebruiken. En verder ging onze wandeltocht.
We stonden aan de zijkant van de duomo (= kathedraal) van Troia voor de bronzen deuren, die in het brons gegraveerde scènes en figuren bevatten, samen met Latijnse inscripties. Dit is een meesterwerk van Apulische romaanse architectuur en dateren van begin van de 12e eeuw. Ze staan bekend om hun ingewikkelde details en inscripties. De kathedraal werd voltooid in 1125.
‘s Avonds geen trek. Dat is het voordeel van een uitgebreide lunch. Onze Italiaanse vriend kwam langs met twee heerlijk uitziende, kleine gebakjes: een typisch product van deze stad. John fleurde helemaal op. Wat een zoetekauw.
Vandaag is het een zonnige, best heldere dag. Troia kun je maar beter in de mist houden. Het aantal windmolens er omheen is niet te tellen. Wat eeuwig zonde, want verder is Troia, weliswaar een wat armere, maar toch leuke stad.
De regio's Apulië en Basilicata zijn qua landschap mooi glooiend, maar vormen - zo lijkt het wel - de graanschuur van Italië. Deze regio’s zijn vergeven van de windmolens en giga akkerbouwbedrijven. Veel hoeves zijn vervallen / verlaten. De windmolens maken het verschil tussen de gebieden waar de rijkeren (zonder) of de armeren (met) wonen.
We reden naar Matera. Matera ligt in het dal van de rivier Gravina di Matera, niet ver van de Ionische Zee. De stad is vooral bekend vanwege de Sassi, een wijk die bestaat uit grotwoningen, huizen die deels uit de bergen uitgehouwen zijn. Tot 1952 werden deze Sassi nog door 15000 mensen bewoond, maar daarna ivm hygiëne verboden. Matera bestaat dus uit twee delen: de Sassi nabij de kloof en de moderne stad op de vlakte. We staan weer op een gratis camperplek zonder enige voorziening. Zonder Tinus gingen we de stad bezoeken op de fiets. Eerst naar de Sassi. De Sassi van Matera is nu een levendige, herontwikkelde wijk, die een unieke mix biedt van geschiedenis en modern leven. De eeuwenoude grotwoningen zijn gerestaureerd en hergebruikt als hotels, restaurants, artistieke winkeltjes en woningen. Hierdoor is de stad met de langste continu bewoonde nederzettingen ter wereld ook een bruisend cultureel centrum geworden. De Sassi staan op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De nieuwe bewoners moeten die oude grotten zodanig opknappen, dat deze de originele architectuur behouden. We liepen - trappetje op / trappetje af - door deze gerestaureerde oude stad.
Naast de Sassi biedt Matera nog veel meer. Bijvoorbeeld een duidelijk beeld, waarbij te zien is hoe een nieuwe stad op een oude stad is gebouwd. Ook bezochten we de Kerk van het Vagevuur. De voordeur van de kerk, ook bekend als de Chiesa del Purgatorio, toont schedels, doodskoppen en symbolen, zoals een kroon, een mijter en werkgereedschappen. De symboliek: de beelden op de deur dienen als een herinnering dat iedereen, ongeacht status, gelijk is na de dood. De kerk bevat acht gemummificeerde lichamen in zwarte gewaden die de vlammen van het vagevuur symboliseren, wat de bijnaam van de kerk verklaart.
De algemene symboliek is “dood en gelijkheid”. Doodskoppen op een kerkdeur zijn vaak een metafoor voor de dood, maar worden ook gebruikt om de gelijkheid van alle mensen na de dood te benadrukken.
We gingen naar een echte camperplaats met douches, toiletten, restaurant, zwembad e.d. Plan was om twee dagen daar te blijven. Toen we aankwamen bij Mottola bleek het een uitgestorven geheel. In de zomer een perfecte plek, maar voor nu té afgelegen. We reden door en stopten in Nocci voor koffie. Wat een nette, schone leuke plaats. Een ruim plein, een centrale kathedraal en daaromheen vele kleine straten. We hebben er uiteraard doorheen gewandeld. Deze plaats is meer op zichzelf, dwz minder op toerisme.
Onze reis ging naar Alberobello, de stad van de “Trulli”. De Trulli's zijn kalkstenen huisjes die voorkomen in de zuidelijke regio Puglia. Deze woningen bestaan al sinds de vroege middeleeuwen. Het zijn opmerkelijke voorbeelden van cementloze bouw, welke prehistorische bouwtechniek hier nog steeds wordt toegepast. Het is dan ook heel apart en heel fraai tegelijkertijd. Dit is natuurlijk een geweldige attractie voor toeristen. We wandelden over het plein en door de straten en keken onze ogen uit. Dat stopte toen een plensbui neerdaalde en ons ieder zicht ontnam. De kerk bood een goede schuilplek.
Een aantal Trulli's is bewoond. Ik begrijp donders goed dat men geld wil verdienen door in vele Trulli hotels, B&B’s, restaurants, winkeltjes, e.d. te vestigen. Wij vonden het een waanzinnige ervaring. Maar turf/vink gezien en verder, domweg omdat we geen goede parkeerplek hadden gevonden.
Op naar Locorotondo. Het centrum van deze stad is echt een uniek doolhof te noemen. Daarnaast is de Chiesa Madre di San Giorgio prachtig, helemaal tiptop gerestaureerd, maar vooral Villa Garibaldi en het schitterende uitzicht was de moeite waard. Op Wikipedia lazen we, dat Locorotondo tot één van de I Borghi più belli d'Italia ("De mooiste dorpen van Italië") behoort. We vonden een parking voor €10,- /24h. Prima.
Eerst eten en vervolgens ‘s avonds nog even wandelend de stad bekijken. De beste beslissing ooit! De oude, smalle straatjes zijn allemaal in kerstverlichting en niet zo weinig ook! Wat een ambiance, wat een sfeer, wat een ervaring! In al die kleine straatjes vol met steeds verschillende kerstdecoraties zijn allerlei restaurants en bars. Hoe super geweldig, fantastisch, magnifiek, fraai met nog wat superlatieven is deze wijk! En wat mooi dat wij dat mogen meemaken, dat wij hier zijn. Ik voel mij een bevoorrecht mens!
Natuurlijk nog even terug naar de oude stad voor koffie. Een fanfare zorgde voor extra gezelligheid, maar wat zijn wij blij dat we gisteravond met alle verlichting dit oude gedeelte hebben gezien! De fanfare stopte bij de Chiesa Madre di San Giorgio Martire waar een kartonnen bord stond met: “diritto alla religione” (= recht op religie). Drie tekeningen daarbij: Jodenster, RK kruis en Moskee. Wel erg dat onze christelijke kerst ter discussie zou staan.
We konden vanaf Villa Garibaldi het fantastische uitzicht zien tot heel, heel ver!
We reden vanuit Bari naar Brindisi, beide provincies behorend tot de Regio Puglia (Apulië). Al vanaf Matera is de omgeving weer veel mooier: veel bomen, veel groen en bovenal geen windmolens. Het plaatsje Cisternino wordt in één ademhaling genoemd met Locorotondo behorende tot de mooiste plaatsjes van deze regio. Nou, dat kunnen wij bevestigen. Smalle steegjes, wit gekalkte huizen met meerdere trappen om bij je voordeur te komen. Wij volstonden met te slenteren naar het oude centrum. Dit is altijd op en rondom het hoogste punt!
Een alleszins goed begaanbare, slingerende weg bracht ons naar Ostuni. La città bianca (‘het witte stadje’) ligt er - helemaal met deze zon - prachtig bij. De inwoners van Ostuni zijn verplicht om hun huis elk jaar opnieuw te kalken – wat het stadje al van veraf een sprookjesachtig aanzien geeft.
Vooral in het oude centrum kun je foto’s blijven schieten, van al die witte huizen en kleurrijke details als bloemen, deuren en wapperende was. Vanaf het Piazza della Libertà wandelden we omhoog, helemaal tot aan het Piazzetta Cattedrale. Ik kan nog alleen maar in superlatieven schrijven. De ene plaats is nog imponerender dan de andere en toch doen ze nauwelijks voor elkaar onder. Matera met de grotwoningen, Alberobello met de Trulli's, Locorotondo met de smalle witte straatjes bomvol kerstdecoraties, Cisternino met de smalle straatjes, vele trappen en ‘s zomers vol met fleurige bloemen, tot slot Ostuni met alweer wit gekalkte huizen, smalle steegjes, veel trappen, veel prachtige oude gebouwen en uitzicht over de Adriatische Zee. Wij kunnen iedereen dit deel van onze tocht aanraden.
We moeten echt even pauzeren en dat doen we op een officiële camperplaats aan de kust in Villanova Marina di Ostuni bij Parcheggio Getsemani.