Turkije Juli
Vrijdag 21 juli
Rustig aan de auto klaargemaakt om verder te gaan. Ondanks de hitte heb ik enkele kastjes opnieuw ingeruimd. We kopen nu nog alleen per dag in, max. 2 dagen. Het is gewoon te warm. Op naar Turkije. De grens over van Kipoi naar Ipsala, één van de drukste grensovergangen ter wereld. Ik weet niet hoeveel vrachtwagens stonden te wachten. Een kilometerslange rij! Gelukkig mochten en konden de auto's er langs. Bij de douane namen we de "laan" voor campers. Een stopsignaal, dus braaf wachten. Ergens verderop wenkte een man. Dus voorwaarts. Eerste loket niemand, tweede loket ook niemand. Hefboom dicht. Achter ons een auto met caravan. Achterwaarts gaan voor de andere "laan" waar wel iemand zat, was geen optie meer. John dood nerveus en bloed chagrijnig. Ik uit de auto met de paspoorten naar het andere loket. Vriendelijk gevraagd of de douanier ook Engels sprak, vervolgens excuses aangeboden dat we kennelijk verkeerd stonden en vervolgens gevraagd wat de oplossing zou kunnen zijn. Zucht steun, maar toen toch maar onze paspoorten gecheckt, nog wat vragen en pfffff de slagboom ging open. We mochten verder. Een giga terrein met heel slecht wegdek naar een brug waar soldaten de wacht hielden. We mochten verder, weer twee soldaten en ja, we mochten verder. Toen kwamen we duidelijk aan de Turkse kant. Weer soldaten, maar nu wel erg star. We waren de brug over en kwamen bij een grotesk bouwwerk waar de Turkse douane was gehuisvest. Ook hier een grote file. Enfin, geduld is een schone zaak. Maar met John zijn dit soort zaken heel onplezierig. Hij wordt altijd heel erg gespannen, dwars en onaangenaam bij douane. Tijdens het wachten kwam al iemand de camper controleren. Achter open, zijdeur open, alles oké. Bij het douane loket moesten wij - moest iedereen - uit de auto. Paspoort werd gescand of zo en je moest in een opnameapparaat kijken. John boos, belachelijk, dat kan niet zomaar, etc. Voor mij is het heel simpel: je accepteert de werkwijze van een land of je maakt rechtsomkeert. Kortom: John moest van mij z'n grote mond houden en doen wat er gevraagd werd. Toen was het mijn beurt. John bleef "zeiken". Alles bleek in orde en ik kreeg een brede glimlach van de douanier. Op naar het volgende loket. Eerst nog bij tax free kijken. Toen verder naar weer zo'n grotesk gebouw. Ook deze douane vroeg naar onze bus en noemde het ook weer caravan. Kennelijk is deze vorm van reizen/slapen nog niet zo bekend in Turkije. We mochten verder. Wat een gedoe, maar blij dat het weer achter ons ligt.
Bij Ipsala, de eerste plaats, gingen we direct naar de bank voor Turkse lires. Op het plein wat gedronken en toen naar onze geplande stop. Ja heus, af en toe doen we wat huiswerk. De uitzichten onderweg waren geweldig: akkers en akkers vol met zonnebloemen, af en toe een olijfbomen akker, af en toe gedorste velden met nu strobalen, maar vooral en steeds weer gigantische zonnebloemen velden! En de zonnebloemen zijn in deze tijd op z'n mooist. Op de snelwegen staat af en toe een nep politie controle. Te geestig. Heb je er twee gezien, dan trap je daar niet meer in.
We kwamen aan bij het strand bij Mecidiye. Dat bleek een heel druk, maar vooral heel smerig strand. Overal lege vuilcontainers en overal afval op het strand. Het was echt vreselijk!
Terug naar Mecidiye en andere kant op naar het strand. Daar was het rustig en schoon. Wel moesten we entree €4,- betalen. In dit gedeelte is ook een nieuwe camping. John ging informeren. Bleek per nacht 1000 lire (= ong. €34,-) te kosten excl. stroom en water. Dat hebben we zelfs nooit in West Europa betaald! Dan maar wild kamperen. Wij naar de zee bij parasols en strandbedden. Direct een jongen voor betaling. Waarop ik natuurlijk vroeg waarvoor de entree dan was. Dat was voor water en toilet. Geen idee waar de wc's zijn. We zijn lekker in de zee gaan liggen. Later gekookt en gegeten. Op een gegeven moment kwam een man op scooter aangereden met de melding dat het "park" om 23.00 uur sluit en dat wildkamperen hier niet is toegestaan.
We zijn naar een andere Park4night gegaan, niet ver hier vandaan. Dat was midden in een klein dorp. Bij een restaurant nog wat gedronken.
Zaterdag 22 juli
Alvorens te ontbijten reden we naar het strand bij Bolayir. En weer overal die prachtig bloeiende zonnebloemen. Het strand ligt op een groot schiereiland met aan de ene kant de Egeïsche Zee en aan de andere kant de Dardanellen / Zee van Marmara. Ergens halverwege het strand parkeerden we de bus. Ook hier staan overal containers, maar kennelijk weten de bezoekers het gebruik/nut hiervan. Een nagenoeg schoon strand, fantastisch helder water en zelfs verkoelend. Luifel uit en stoelen naar buiten. Deze dag bestond uit afwisselend afkoelen en dobberen in de zee (de temperatuur is nog steeds tussen de 34 en de 39°), dan weer lezen in de schaduw. Er kwamen steeds meer auto's. Op enig moment hebben we onze tafel een stuk voor de bus geplaatst om te voorkomen dat we ingesloten zouden worden. Het is prachtig hoe alle auto's eerst parkeerden zoals wij stonden en daarna in een tweede lijn. Iedereen had parasols mee en strandstoelen. Natuurlijk ook het nodige om te eten en drinken. De restanten verdwenen in de container. Het was fantastisch om langs al die kleurige parasols te kijken naar allemaal blije mensen. Eerst stonden de parasols op kleine afstand van elkaar langs de rand van de zee, algauw werd een tweede en derde rij gevormd. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Dominicaanse Republiek had niemand muziek aan! Zwemmen was in badkleding en ook een aantal vrouwen in bedekkende badkleding. Lastig zwemmen met al die lappen rondom je lijf. De meesten die ik zag kunnen dan ook niet zwemmen. Maar geen probleem: je kunt aan deze kust zeker 400 meter de zee inlopen, voordat het dieper wordt. Tegen vieren vertrokken wij. Er kwamen nog steeds auto's aanrijden. Duidelijk een weekenddag. Een waanzinnig mooi strand met een frisse, zeer heldere zee waar veel Turkse families vertier zoeken.
Op naar onze volgende locatie. Hiervoor passeerden we 1915 Çanakkale-brug, de langste hangbrug ter wereld (lengte 4068 meter) over de Dardanellen, die Gallipoli (Europa) verbindt met Lapseki (Azië). John reed en algauw sliep ik. Wat is nieuw! Tegen 18.00 uur arriveerden we bij camping Agora Sanat bij Tavakli. Deze is vooral gericht op tenten en verhuur van vakantiehuisjes. Er is een keuken met veel koelkasten, waterkokers, gasstellen etc. Een meisje bij de receptie sprak een beetje Engels. Nog één plek! Ook konden ze een auto weghalen iets lager naast het strand, maar onder aan de afrit was een kuil. Dat redden we niet met onze bus. De bus staat helaas te laag op de wielen. Een tijdje op het terras bij de bar gezeten. We hadden nog eten in de bus, dat moest eerst op. Gezellig nog een tijdje mobiel gesproken met Melvin en Guusje. Paragliding was super gegaan en nu zijn zij bij de Dolomieten en gaan nog een paar dagen klettersteigen (via ferrata).
Zondag 23 juli
Het wordt langzamerhand gewoonte: Tinus uit, zwemmen in de zee, douchen op het strand, ontbijten. John ging op de fiets op verkenning uit. Nog een camping met alleen maar huisjes en een hotel. Andere kant ligt een camping en restaurant. Maar gewoon lui, niks doen en op "onze" camping gegeten op het terras aan het strand.
Maandag 24 juli
De gebruikelijke start. Na het ontbijt nog even in de zon koffie gedronken. Verder met onze reis: we gaan rustig langs de kust richting Izmir. Onze eerste stop was in het plaatsje Gülpinar. Wat mij nu echt van het hart moet, is: de vrouwenn lopen krom om de tomaten te plukken, de mannen zitten in het café. Dit zien wij in alle dorpen: mannen zitten ergens bij elkaar - de hele godganselijke dag. Waar zijn de vrouwen? Moeten die mannen niet werken? Ook vandaag in Gūlpinar: herenkapper, kinder- en/of mannenkleding. Waar kopen de vrouwen hun kleding? Waar gaan de vrouwen naar toe? Het is ons een raadsel.
John heeft een paar namaak Crocs gekocht. Die waren er pardoes in zijn maat (45). We hebben wat boodschappen gehaald en zijn daarna naar een echt restaurant (Manzara) gegaan voor de lunch. Ook hier alleen maar mannen! Wel heel vriendelijk allemaal en ook heel nieuwsgierig. Lunch was echt Turks en smaakte verrukkelijk. Geen menu, maar meelopen en aanwijzen waar iets van gemaakt moet worden. En dan maar zien wat je krijgt! Het restaurant had een mooi uitzicht en de eigenaar was erg vriendelijk en wilde natuurlijk met ons op de foto.
Onze rit ging verder op zoek naar een camping of Parkeerplek. Dat was best lastig. Campings vol of idioot duur. Langs de kust was het allemaal wat smal en ook niet echt gezellig. Uiteindelijk zijn we gestopt op een groot parkeerterrein aan het strand bij de plaats Ackaj. Via Park4Night waren we gewaarschuwd voor rul zand. Dus toch maar iets hoger op harde grond en onder een boom bij Festival Beach. Ackaj heeft naast een breed strand een lange en brede boulevard voor voetgangers en fietsers. Eerst strand, dan voetpad, dan groenstrook, dan fietspad, dan groot veld voor picknick. Het lijkt wel of alle bewoners van deze stad de avond doorbrengen op of bij het strand. Ze komen met de auto, afgeladen met versnaperingen, stoelen, tafel etc. Of in soort volgestouwde driewieler-fietsen. Na het giga picknickveld kwamen de kinderspeelplaats en basketbalveld. Allemaal mooi verzorgd. Ook toiletten, douches, kleedruimtes, alles aanwezig. Gratis! Daarna de restaurants. We wilden graag lekker uit eten van John zijn eerste AOW. Maar halleluja - allemaal hetzelfde gefrituurde eten. Er zal best iets anders op de kaart staan, maar met die frituurlucht is onze eetlust vergaan. Resultaat: nog wat feta, paprika, komkommer gekocht en bij onze bus een heerlijke Griekse salade gegeten. Nog wel op een terras een biertje gedronken en heel raar (nou ja, dat vinden wij) zien we het eiland Lesbos. Het behoort bij Griekenland, maar ligt meer in Turkije. Intussen stond het parkeerterrein en het strand vol. Wel heel gezellig hoe hele families met elkaar uitgaan. We keken onze ogen uit. Tegen middernacht gingen de meesten huiswaarts. En ja hoor: een auto zat volledig met de voorkant ingegraven in het zand. Daar moest een tractor aan te pas komen. Nog een 2e auto zat even later muurvast. Enfin, wij gingen slapen. We hadden de zwerfhonden (vooral Anatolische herders) al gezien. Helaas gaf dat gedurende de nacht veel geblaf. Tinus moest in de bus slapen, omdat deze honden niet zo vriendelijk zijn.
Dinsdag 25 juli
Met Tinus over het strand gewandeld. En weer zat een auto vast. Hoe de bestuurder het voor elkaar gekregen heeft, maar de voorbumper en iets bij de wielophanging zat los of was gebroken. Een bergingsbedrijf werd ingeschakeld. Best naar, maar ook ongelooflijk dom. Alle drie de automobilisten probeerden er voorwaarts met veel gas uit te komen. Zelfs ik weet, dat dat kansloos is.
Oké, ondanks het mooie en verzorgde strand wilden we hier niet blijven. John heeft de mogelijke overnachtingsplekken uitgezocht en ook een foto van de linker spiegel gemaakt. Tijdens onze rit gisteren is een tegenligger er tegenaan geknald terwijl John onmogelijk nog verder naar rechts kon. Een echte knal, maar helaas reed de andere bestuurder gewoon door. Wel of niet verzekerd, het moet wel worden gerepareerd.
Ik was weer eens Miep Kraak. De vriezer moest hoognodig worden ontdooid. Van het één komt het ander. Maar tegen elfen waren we klaar om te gaan. Zo reizen we met airconditioning op het heetst van de dag. We reden naar Cunda, de naam voor de twee met bruggen verbonden eilandjes Dolap Adasi en Alibey Adasi (adasi = eiland). We stopten op een betaald parkeren plek van een heel leuke toeristische plaats met haventje. Een parkeerwachter kwam direct naar ons toe dat we niet welkom waren. John vroeg nog heel vriendelijk wat de middenstand daarvan vond. Enfin, graag of heel niet. Onderweg naar plan B - ook op Cunda (Alibey Adasi) ziet John ergens twee campers staan. Wij op die locatie af. Was wel even zoeken, maar achter Cunda Aksaç Otel konden we de camper parkeren direct aan het strand met toilet en buitendouche. Wauw! John heeft echt een neus voor de betere plekken! Allereerst koffie en toen badspullen aan en op de strandbedden. Deze hadden een superfijne matras. Nou, zo komt een mens de dag wel door! John ging bij de andere camper vragen of er een Citroën garage is. De man vroeg wat er aan de hand was. Samen met John heeft hij de buitenspiegellijst hersteld/geplakt. Het lampje van de richtingaanwijzer is stuk. Eerdaags een nieuwe kopen. Het lijkt erop, dat de schade meevalt. Onnodig te vertellen dat wij een heerlijke zonnige luie dag hadden met een lunch op het strand (Ella salade - John een mega hamburger met frietjes). Kortom, het was weer volop genieten!
Woensdag 26 juli
Plan was om te gaan fietsen. Het is echter om 7.30 uur al te warm. Te warm voor ons en helemaal voor Tinus. Eerst koffie drinken aan de zuidkant van Cunda, waar we gisteren niet mochten parkeren. Het is hier echt super leuk. Eerst langs de langgerekte haven gewandeld waar vissers (roei-)boten liggen en heel veel boten voor rondvaart naar de andere eilanden en natuurlijk ook de privé boten. Een BP tankwagen reed over de kade om de boten van brandstof te voorzien. Daarna slenterden we door een "nette" rommelmarkt met - jawel - heel veel damesartikelen: kleding - rieten hoeden - tassen - schoenen - zeep/geurtjes etc. Vervolgens liepen we door tal van smalle straatjes, bomvol met gedekte tafeltjes. Het ziet er heel gezellig en mooi uit. In zo'n smal straatje gingen we koffie drinken. Een gezin naast ons was aan het ontbijten. Het leek mij meer een Egyptisch gezin, maar surprise: 2e of 3e generatie Nederlanders. Van Turkse komaf, hij in Amsterdam geboren, zij in Hoorn en spreken geen woord Turks. Dit gezin woont nu in Almere. We waren allemaal verrast. Hier op Cunda komen geen westerse toeristen. Hooguit naar het westen geëmigreerde Turken voor vakantie en familiebezoek. We hebben heel gezellig gepraat. John en ik besloten vanavond hier te gaan eten. Maar eerst reden we met de camperbus naar de grotere plaats Ayvalik, direct op het vaste land. Boodschappen (vooral heel veel water) en op zoek naar het lampje van de richtingaanwijzer. John ziet er inmiddels uit als een Turk: hartstikke bruin en ongeschoren. Toen hij over de parkeerplaats liep, vroeg een Turk hem de weg. Het moet niet gekker worden. Enfin, benzinestation verkoopt geen auto onderdelen, garages - autodealers waar zijn die? Wel heel veel autobanden bedrijven, soort KwikFit. Bij één stond iets over electronica. Daar werkte de Turkse versie van Malle Pietje, hij lachte toen John binnenkwam en hem wees op een kapot lampje dat hij in zijn vingers hield. MP reikte met één hand om de hoek op een tafel met wel 1000 spulletjes en overhandigde een lampje (niet in de verpakking maar die lag daar dus gewoon op ons te wachten). Nog even een kruiskop-schroevendraaier geleend om het armatuur te monteren en Malle Pietje lachte ons een goede reis toe.
Terug naar Cunda, regio Namik Kemal naar "ons" strandje. Dit is aan de noordkant op het smallere deel van het eiland. Het was bloedheet. Lunch was wederom salade.
Met een zojuist aangeschafte "drijfslang" onder het hoofd hebben we om beurten ons laten ronddobberen. Om écht af te koelen konden we beter gaan douchen.
We gingen redelijk op tijd naar het leuke plaatsje (alles heet hier Cunda) aan de zuidkant. Waar we vanochtend gratis hadden geparkeerd, waren nu parkeer jongens. Of we de bus elders wilden parkeren (geen vraag, maar bevel). Het moest zo economisch mogelijk. We kregen een plaats langs de stoeprand. John was zo slim om achterwaarts erin te gaan. Hoe lang? Maar 3 uur? Uh…..100 lira. We wezen naar een bord waar 50 lira stond. Dat is voor kleinere auto's. 100 lira! We wandelden opnieuw - net zoals vanochtend - langs de haven en door de straatjes. Het was nog best rustig. Maar goeie genade, wat was het warm. 17.30 uur en pffffff 39°! Wij hebben zelden last van de warmte, maar deze keer dus wel. Geen zuchtje wind. Een terras op en graag bier! Dat werd daar niet verkocht. Heel veel thee en allerlei smaken van koude koffie. Naar een ander terras. Allebei een fles bier, John nog een tweede. De dorst is nauwelijks te lessen. Ik heb John nog nooit zo erg zien transpireren terwijl we alleen maar zitten of slenteren. Na nog een ijsje (John) gingen we winkelen. Ik wilde graag zo'n fleurige losvallende jurk. Meerderen gepast, helaas. Het staat mij niet. En ik ben te zwaar! Kortom missie gestaakt. Op naar het visrestaurant wat we eerder hadden gespot.
Het is inmiddels gezellig druk (nou ja heel druk) met Turkse toeristen. Het visrestaurant Cunda Batí Balik was nog bezig met een bevochtigingsinstallatie. Geen verkeerde investering bij 38° om 19.30 uur. Een hele attente eigenaresse en bediening. We hebben een aantal gerechten aangewezen, maar ook zeker twee gekregen die we niet besteld hadden. Allemaal super lekker, dus gewoon zo laten. We hebben wel alles betaald. Dat doen ze dus gewoon heel goed! Ongeveer om 21.30 uur liepen we terug. Alle parkeerplaatsen bommetje vol. Terug naar de noordkant. Met kleding aan de zee ingedoken en daarna onder de douche alles uitgespoeld. Praktische manier van de was doen! We bleven buiten zitten. Nog steeds geen zuchtje wind.
Dootje belde ons via WhatsApp. Waarom het zo donker was. Tja, we zaten buiten aan het strand. Heerlijk om weer even te klessebessen.
Donderdag 27 juli
We zijn buiten gaan slapen tot een uur of twee. Nog steeds heel warm en nog steeds geen zuchtje wind. Hoewel weinig muskieten gingen we toch naar ons bed. Een onrustige warme nacht. Loop ochtend kwam de wind opzetten. Hoewel matig voelde het als krachtige wind (snelheid tussen 15 en 21 km/u). Toch maar niet gaan windsurfen. Lang geleden kon ik dat heel goed en wilde het gewoon proberen. Andere keer! John heeft gekeken waar op de geplande route een camping is. Blijkt opnieuw hoe slecht we ons hebben voorbereid. In Aziatisch Turkije zijn de weinige campings nog echt voor tent reizigers. Dus wc-douche en wellicht nog ergens een wasmachine. Bij een enkel benzinestation kan drinkwater worden bijgevuld. Het grijze water (afvalwater van douche en keuken) is niet zo'n probleem. Maar wat te doen met het zwarte water (wc). Inmiddels hebben we ervaren dat overal op de drukkere stranden douches zijn en vaak ook toiletten. Hotels hebben voor hun gasten vaak ook deze voorzieningen. Zoals waar we nu staan. Kortom, als ons dat ook op de verdere reis lukt, hoeven we onze eigen wc niet te gebruiken. En wat betreft stroom: met ons zonnepaneel hebben we stroom genoeg. Alleen 12 volt, we hebben (nog) geen omvormer. Nou, dan zal ik mijn electrische tandenborstel af en toe in een restaurant moeten opladen. Al het andere kan via de powerbank of op de 12 volt aansluitingen in de bus. We hebben bij een strandtent iets verderop gegeten. Echt lekker, maar het is hier op Cunda wel allemaal erg duur. Zo'n beetje Nederlandse prijzen in de stad. Terug bij de bus nog even buiten gezeten. Het waaide zo hard (nog steeds matige windkracht), dat ik in de bus ging zitten. Daar de Turken echt geen woord over de grens spreken, ben ik gestart met een cursus Turks bij DuoLingo. Iyi geceler (welterusten).
Vrijdag 28 juli
Merhaba, günaydın! (Hallo, goedemorgen!)
Het bleef de hele nacht hard waaien. Toch maar de dakluiken naar een lagere stand. Tinus bleef buiten. Lag lekker in het zand uit de wind tegen een muurtje aan. De ochtend plan gemaakt. Eerst nog naar een camping halverwege Izmir en dan zondag naar deze stad. Op naar Deniz Cadir Camp. Leuke weg door de bergen vlak langs de kust. Soms zijn er strandjes, vaak gaan rotswanden de zee in. Op de zee zagen we veel grote tanker- of containerschepen. We reden door een super leuk authentiek dorp Yahsibey vlakbij de camping. Helaas was er geen plek voor ons. Terug door het dorp misten we een parkeerplek en ach ….. nou ja…. dan maar doorrijden. Daar heb ik nog steeds spijt van. Als iets goed voelt, moet je daar gewoon gehoor aan geven. Enfin, gedane zaken……… De volgende stop was Çandarli. Hier wilden we shoppen, de markt op, een opticien lastig vallen, etc. Maar o zo druk. Geen parkeermogelijkheid te vinden. Ondanks de smalle en drukke straten heeft John wel 3 x het plaatsje door gereden. Niet te doen. Jammer, kennelijk niet onze dag. Verder naar Yenisagran voor een supermarkt. In Kültür hebben we in een park langs de zee gewandeld. De zee klotste wild tegen de muur. Geen enkele reddingsboei! Wel ergens een ernstig verroest trapje, mocht je over de muur kukelen. Nou ja, als je hier in de zee valt, moet je wel James Bond zijn om het er levend af te brengen. We hebben bij een simpele eetgelegenheid geluncht. Zoals alles hier was dat zeg maar oké. Verder langs de kust ging onze tocht naar Sazlica Beaches. Prachtige route met steeds weer zicht op Lesbos. Ja, Griekenland! Maar het ligt zo dicht bij Turkije!!!! Uiteraard keken we steeds of we ergens konden wildkamperen. Daar waar paadjes naar de zee afdaalden, stond het bomvol met auto's. Turkse gezinnen die een dagje strand/zee hadden bedacht.
Even het zonnepaneel wassen.
Bij Sazlica Beaches was nog wel plek. Hopla, 17 euro. Prima, als er redelijk sanitair is en warme douches. Nou vergeet het maar. Wat een klerezooi! Toch zijn hier veel Turkse toeristen die het fantastisch vinden. Er is ook een duikschool. We hadden geen zin meer om iets anders te zoeken. Op zo'n reis mag het ook wel eens tegen zitten! Zoals 80% van de mensheid zijn ook deze lui super aardig en behulpzaam. Direct stoelen en strandbedden (onder de vogelstrond) werden bij onze camper geplaatst. Zo ook de vraag: "waar slapen jullie?" Tja, buscamper is nog niet "hot" in dit land. Samengevat: we bleven hier 1 nacht. De locatie is perfect, nu nog een management met visie. We hebben meer kapotte strandbedden gezien, dan dat we strandbedden zagen op het strand. John heeft deze dag zijn fameuze spaghetti sauce gemaakt. Heerlijk!!! Zodra we weer in Nederland zijn (ongeveer 9 september - John z'n verjaardag) mag ieder een datum prikken om dit zelf te proeven.
Zaterdag 29 juli
Nogmaals verwondering over de grote bende! Stapels kapotte plastic strandbedden en stoelen. Overal slangen voor water. Het zal ooit fantastisch geweest zijn. Nu vergane glorie! Wij hebben deze ochtend benut om een echt plan te maken. Opties? Meerderen. We kunnen rustig terug naar Nederland en dan met een vlucht naar Istanbul naar het huwelijk waar we graag mede getuigen van willen zijn. Echter: Turkije heeft ook fantastische bezienswaardigheden. Misschien moeten we gewoon de kust verlaten. Via reisorganisaties hebben we gekeken naar rondreizen in Turkije. We hebben een route daaruit samengesteld. Ons plan is eerst Izmir en dan een - op papier - prachtige tocht te gaan maken door het midden van Turkije. Izmir op zaterdag lijkt ons geen goed idee, dus nog een stop in Phocaea. O wee, o nee, bij het starten / wegrijden floepte een oranje waarschuwing aan op het dashboard. En bleef ook aan! "Ga naar de garage voor een mechanische check". Gezocht naar een Citroën garage of dealer in Izmir. Gevonden en direct er naar toe. Wederom spannend. We kwamen - zucht steun - op tijd. En joechei, er was ook een monteur met de juiste meetapparatuur aanwezig. Even sloeg ons de schrik om het hart, toen hij naar de laatste keer tanken vroeg (lang leve Google Vertalen). In Turkije zijn 2 soorten diesel. Zou dat fout zijn gegaan? Brandstofcontrole in orde! Pffffff…… Motorkap open, ook daar was alles oké. De monteur vulde AdBlue aan (dat had John gedaan toen het dashboard dat aangaf ongeveer 1500 km terug). Motor opnieuw gestart en - hoera jippie jee - weg was het waarschuwingslampje! "Hesap lütfen" oftewel de rekening graag. Geen rekening! Wat een service en dat zaterdagmiddag vlak voor sluitingstijd! We hadden ons al ingesteld op twee overnachtingen op een parkeerterrein van een garagebedrijf. Soms zit het mee.
Op naar de camperplaats. We reden de stad in door een brede, drukke winkelstraat met minstens 10 grote bruidswinkels vol met extravagante bruidsjurken, de meesten wit. John had per ongeluk een camperplaats genomen buiten het centrum, ongeveer buiten de stad. We hadden geen zin meer om de stad in te rijden met het risico dat er geen plaats is. Stoelen eruit en een koud biertje. Toen op de fiets naar een nieuw winkelcentrum en een Decathlon. Eindelijk opvouwbare wandelstokken gekocht. Op al die meer klim- dan wandelroutes, die wij kiezen, zijn deze beslist nuttig. Naast Decathlon was een opticien. Hoera, er mist al enige tijd een neusvleugel van mijn bril. Ja alweer! Ter plekke nieuwe neusvleugels erop. Wat kost dat? Niets betalen, is service! Wauw!
Wat eten en drinken gekocht en terug. We hadden geen trek in een diner. We waren moe en wilden vroeg naar bed. Had je gedacht. Er kwam hartstikke harde muziek uit alle richtingen. John op onderzoek: waren er meerdere huwelijksfeesten, natuurlijk allemaal buiten. Ik ben gaan douchen. Eindelijk weer eens een warme douche. Dan voel je je toch een stuk schoner! Toen bedacht ik dat glazen, borden en bestek ook wel eens met een heet sopje gedaan konden worden. Met deze swingende herrie een nuttige bezigheid. Daar zag ik een wasmachine. Nou, dan ook maar weer eens wassen. Jammer dat de centrifuge het niet goed deed. Wel stond er een droogrek, dus ongevraagd onze spullen daar opgehangen. Ik zie morgen wel of het schoon en droog is. John was ook gaan douchen en eindelijk weer eens scheren. Om middernacht stopte de muziek en al gauw werd het rustig. We hebben heerlijk geslapen.
Zondag 30 juli
We werden laat wakker. Het lijkt weer een ongenadig warme dag te worden. John had duidelijk last van de hitte. Voordat we vertrokken gingen we beiden nog een keer douchen. Heerlijk. De stad in en geparkeerd bij het beroemde Konak Plein met de Klokkentoren en een kleine, mooie moskee. Van daaruit wandelden we door de gezellige straatjes van Alsancak. Ergens onderweg werden we aangesproken door een jonge man, wat we wilden. Nou eerst koffie. We moesten meelopen naar goede vriend, die had de lekkerste koffie. Die knul liet zijn winkel gewoon open en vroeg wat we nog meer wilden. Een lange jurk. Hij wist wel weer iemand, tralala. Graag eerst koffie. Op een oud plaatsje van een onooglijke tent waar vroeger de karavanen stopten, werden we neergezet. Een cappuccino en een americano. Het duurde en het duurde. Maar ons wachten werd beloond. We kregen de lekkerste koffie ever. Ook leuk contact via gebarentaal met een paar oudere mannen, die de paardenraces in Istanbul aan het uitpluizen waren. Nee, ze hadden nog niet veel verdiend met het wedden.
John en ik namen allebei nog een koffie. Daarna verder door de Kemeralti Market. Ook even binnengewipt bij de Ancient Agora. Prachtig, maar we hadden al koffie en waren nog niet aan iets anders toe. Geen idee hoeveel winkeltjes hier avond- en bruidskleding verkopen. Maar geloof me: heel veel. Als ik hier niet kan slagen in het vinden van een lange jurk, dan kan ik het wel helemaal schudden. We bekeken allerlei modellen. In een kleinere winkel stapte John naar binnen. Ik bleef in het straatje met Tinus. John wees naar me en wat mijn probleem was (vetrollen). Wat je al niet kan bereiken met gebarentaal. De vrouwen hadden duidelijk lol om John, die door de jurken snuffelde en aangaf waar de voorkeur naar uitging. Het werd een hilarische situatie. Een meisje werd naar buiten gestuurd, zij moest op Tinus passen. Ik moest binnen komen. De oudere verkoopster zei dat vele oudere vrouwen mijn probleem hebben en dat de jurken die zij uitkoos daarop waren gemaakt. En ja hoor, passen en de jurk zat goed, stond mooi, misschien ietsje te lang. Toch zei de vrouw dat ik nog een andere jurk moest passen. Ik vond die minder mooi, maar hij stond nog beter. De snit was net iets anders. Misschien iets innemen. Dat vinden John en ik niet. De jurk zat als gegoten. Andere schoenen eronder, lengte afgespeld. Over een uur is de jurk klaar! Missie geslaagd. De Kemeralti Market lijkt een beetje op de Souks van Marokko. Zie zo'n winkel maar weer terug te vinden. John weer de locatie vast gelegd, maar ja, we hebben al eens lang naar onze auto moeten zoeken….. Visitekaartje mee, dan moet het zeker lukken. Nu eerst die winkelstraatjes uit zien te komen, zodat Tinus wat kon doen. Daarna weer die straatjes in om te lunchen. We bestelden een ontbijt - ja echt - en springrolls. Ontbijt bestaat uit tomaat, kaas, komkommer, tapenade, choco- en hazelnoot pasta, kersenjam en een honingprutje. Alles uit eigen keuken. We hebben gesmuld. John vooral van de zoetigheid. We dronken daarbij "verjus sap", dat wordt gemaakt van de groene oogst, dus vlak voordat de druiven rijp zijn. Ook uit eigen keuken. Ook overheerlijk. Daarna haalden we de jurk op en gingen we op schoenenjacht. Ook daarin geslaagd. We liepen terug en voorbij de camper gingen we op het gras zitten met uitzicht over de gehele baai en heel vriendelijke Turken die ons van alles aanboden. We reden naar een groot park waar we konden overnachten. Een Turk kwam in heel gebrekkig Nederlands vragen of we bij hen koffie kwamen drinken. Wij in koor:"nee dank, heel vriendelijk, maar voor ons geen Turkse koffie." De man lachte. Voor hem ook niet, gewoon Nescafe. Dat werd nog een hele gezellige avond.
Maandag 31 juli
Onze Turkse vriend nodigde ons weer uit voor koffie. En natuurlijk - zo aardig - voor het ontbijt. Erg gezond: tomaat - komkommer - olijven - brood en Turkse thee. We namen alleen koffie. Bovendien moesten we naar de garage. Het waarschuwingslampje brandde weer.
Opnieuw van alles gecheckt. Blijkt dat een onderdeel moet worden vervangen dat eea aangeeft over AdBlue. In Turkije gebruiken ze dat niet. Zodra we terug zijn in Nederland moeten we dat regelen. Op hoop van zegen dus. Verder ging de reis. Nu naar Selçuk en Sirinçe. In Selçuk hebben we een rustige parkeerplaats gevonden om te overnachten vlakbij het centrum. Na de lunch bij een lokaal restaurant liepen we door leuke winkelstraten. We bezochten de Basiliek van St. John, dwz dat wat er van over is. We liepen verder naar de Citadel. Een Turk (Ibrahim) sprak ons aan. Bleek dat hij bij de Moskee in Delft had gewerkt. Nu vertelde hij over een paar bezienswaardigheden, waaronder de grot van de zeven slapers. Hij gaf ons een Nederlands exemplaar van de Koran. Daarin markeerde hij twee hoofdstukken: die over De Grot en over de maagd Maria. Wij verder naar de entree van de Citadel. John en ik zijn niet zo van de "oude stenen". (Vaak is het nuttiger deze plekken via het internet te bezoeken, dan heb je meteen alle informatie erbij). Maar we waren toch onder de indruk. Eenmaal boven aan gekomen (best een prestatie, want het was alweer 36°), hadden we een fantastisch uitzicht over Selçuk en omgeving. We besloten Sirinçe te bezoeken en daar te dineren. Een oud pitoresk stadje hoog in de bergen waar o.a. eigen wijn wordt gebrouwen. Het was een kleurrijk geheel. Alle straatjes staan bomvol met kraampjes. Veel eigen gemaakt, waaronder hoeden, moerbei en andere limonades, zeep en geuren en natuurlijk de nodige prullaria. Boven deze winkelstraatjes zie je de karakteristieke typisch Grieks - Turkse huizen. Het deed ons erg denken aan Berat, de stad met 1000 vensters. Nadat we alles zo'n beetje je hadden gezien, gingen we wijn proeven. Toch maar eerst goed gekeken, want het is wel 12% en nog steeds erg warm. Unaniem kozen we voor de Mangowijn. Daarna gingen we een restaurant in wat hoog lag en daardoor een mooi uitzicht plus…… er waaide ietsje wind. De locatie was geweldig, het eten echt vreselijk! Gelukkig had Tinus enorme trek. Richting de camper hebben we nog op een hoekterras gezeten en een prima witte wijn gedronken. Terug naar Selçuk naar de "slaapplek".