De doelstelling van het gebruik van Google Classroom is om cursisten te beheren en het curriculum aan te bieden.
De syllabus van een cursus wordt via de vakgroep aangemaakt in een model classroom die fungeert als een bibliotheek van cursusinhoud.
Instructeurs kunnen (kopieën van) deze syllabus gebruiken om hun eigen classrooms te maken.
Deze modelklas is alleen toegankelijk voor instructeurs binnen het vakgebied en bevat geen cursisten, behalve dummy-accounts.
Vanaf 2024 is het eveneens mogelijk om schoolwerk te delen via een link waarbij de doel-instructeur geen toegang meer nodig heeft tot de modelklas en de limiet van maximaal 20 docenten niet beperkend is.
De onderdelen in de syllabus hebben unieke gecoördineerde benamingen en omschrijvingen die consistent moeten worden overgenomen in de classrooms van individuele instructeurs en centra (derivaat klassen)
Hierdoor wordt de cursusinhoud uniform en herkenbaar aangeboden in alle centra.
Het is mogelijk dat een centrum of instructeur niet alle onderdelen van een cursus kan of moet gebruiken, afhankelijk van specifieke projecten, expertise of materieel.
Ook kunnen instructeurs hun classrooms aanvullen met andere cursussen die relevant zijn voor hun taakinhoud of projecten.
Dankzij de modulaire opbouw van de cursus en het 3 lagen model kunnen deze variaties in gebruik worden geïntegreerd, en kunnen onderdelen van de cursus worden hergebruikt in verschillende opleidingen.
Dit vereist echter dat de juiste toegangsrechten worden ingesteld voor instructeurs uit verschillende vakgroepen(zie 4: Toegangsrechten voor externe medewerkers)
Het gebruik van Google Classroom is beperkt tot het VDABCAMPUS-domein, wat betekent dat alle instructeurs en cursisten VDABCAMPUS-accounts moeten hebben.
Binnen VDAB wordt gewerkt met het concept van een "eeuwigdurende klas", waarin cursisten worden toegevoegd of verwijderd en waarin onderwerpen afhankelijk van de voortgang van cursisten op individuele basis worden toegankelijk gemaakt.
Deze aanpak verschilt van de standaardvisie van Google Classroom, die gericht is op klassikaal groepsleren.
Daarom vereist dit een specifiek afsprakenkader om Classroom op een niet-alledaagse manier te gebruiken voor het aanbieden van opleidingen.
Het 3 lagenmodel biedt enorm veel flexibiliteit en uniformiteit tegelijkertijd.
Het garandeert ook dat alle inhoud steeds overal up-to-date is, overal in Vlaanderen.
Dit model werkt echter enkel wanneer je het zogenaamde 3-lagenmodel keurslijf volgt.
Het afsprakenkader voor het gebruik van Google Classroom binnen VDAB omvat de volgende belangrijke punten:
De structuur van de modelklas (model classroom) moet duidelijke nummering en unieke benamingen bevatten.
Dit zorgt ervoor dat instructeurs in verschillende classrooms kunnen identificeren uit welke modelklas de inhoud afkomstig is.
Cursusinhoud en inschatting worden aangemaakt als "Materiaal" in de classroom.
Evaluaties worden aangemaakt als "Opdracht" in de classroom.
Alle onderdelen van de cursus bevatten uitsluitend linken naar Google Sites.
Als naslagwerk kan je de cursisten een email/document bezorgen met daarin de linken van de gevolgde modules en hun scores.
Hierdoor behouden zij de toegang tot de cursusinhoud na het verlaten van de VDAB(geen toegang meer tot classroom) en blijven ze op de hoogte van de laatste veranderingen/aanpassingen in de cursus, handig wanneer de regelgeving rond de inhoud wordt aangepast en de cursist dit nodig heeft ikv sollicitatie.
Directe linken naar externe sites, gegevens op de drives, quizzes, enzovoort worden NOOIT rechtstreeks in de classroom geplaatst.
In plaats daarvan wordt een site aangemaakt op de gedeelde drive waarin linken naar deze externe sites samen met eventuele extra uitleg worden geplaatst.
Dit zorgt ervoor dat de modelklas en alle kopieën die instructeurs maken, niet hoeven worden aangepast wanneer de link of procedure naar de externe site verandert.
Dit geldt ook voor linken naar de webcursussen van VDAB, omdat deze linken onderhevig zijn aan veranderingen.
Het is raadzaam om een site of pagina op de gedeelde drive te maken van waaruit linken worden gelegd naar de gebruikte webcursussen.
Dit minimaliseert herwerking en voorkomt dode linken.
Dit afsprakenkader is van essentieel belang om een consistente en flexibele aanpak te garanderen bij het gebruik van Google Classroom voor het aanbieden van opleidingen binnen VDAB.
Het stelt instructeurs in staat om de cursusinhoud effectief te beheren en bij te werken zonder dat dit de structuur van de modelklas of andere classrooms beïnvloedt.
Binnen Google Classroom is er een duidelijke scheiding tussen het aanbieden van 'Materiaal' en het toewijzen van een 'Opdracht', voornamelijk gebaseerd op de aard van de oefeningen:
Oefeningen die puur formatief zijn, en dienen om studenten te trainen of specifieke vaardigheden aan te leren, worden geïntegreerd in de cursusinhoud en als zodanig aangeboden als 'Materiaal'.
Deze formatieve oefeningen kunnen meerdere keren gemaakt worden zonder beoordeeld te worden.
Ze worden opgesteld met het doel om studenten te helpen bij het verwerven van kennis en vaardigheden.
De voortgang en prestaties van deze oefeningen worden buiten de Google Classroom gevolgd via scorekaarten, verzamelbladen, werkboeken, planningtools, etc.
Wanneer een oefening beoordeeld wordt en er een score aan toegekend wordt die vervolgens gebruikt wordt in de uiteindelijke evaluatie, wordt ze als 'Opdracht' aangeboden in Google Classroom.
Dit biedt de mogelijkheid om de Beoordelingen-tab in Classroom te gebruiken voor het beoordelen van studenten en het vastleggen van hun scores.
Deze scores kunnen objectief worden geregistreerd in het technisch pedagogisch dossier.
Vanuit het perspectief waarbij een modelklas als syllabus wordt gebruikt, met alleen linken naar Google Sites, worden de "Toetsopdracht" en "Vraag" items in Google Classroom niet gebruikt.
De "Toetsopdracht" vereist namelijk een directe koppeling met een formulier/quiz, wat niet in dit specifieke gebruiksscenario voorkomt.
Hetzelfde geldt voor "Vraag".
Uiteraard kan je toets en vraag wel gebruiken in een centrumklas, voor niet cursus inhoudelijke taken, zoals een bevraging of poll over de omgeving etc.
Hoewel Google Classroom op het eerste zicht misschien niet bruikbaar lijkt voor praktijkoefeningen, werkt het daar wonderwel voor.
Om een praktijkoefening summatief in Google Classroom op te nemen, moet je die als opdracht posten.
Dit kan als volgt gaan:
Post de praktijkoefening in de klas, door het leggen van een link naar de site waarop de praktijkoefening omschreven staat.
Belangrijk: Classroom = uitsluitend linken naar Laag2
Op de site kan je verschillende bijlage en instructies voorzien, eventueel aangevuld met video en linken naar externe bronnen.
De cursist maakt de oefening
Hij voegt een foto van zijn werk toe door +Toevoegen of Maken te gebruiken
Daarna klikt hij op "Markeren als klaar".
Je kent een cijfer toe aan de oefening.
Gezien praktijkoefeningen vaak vatbaar zijn voor interpretatie is het zeer zinvol hiervoor een rubriek te gebruiken.
Het tabblad "Beoordelingen" binnen Google Classroom wordt gebruikt als een beoordelings- en opvolgingstool.
Hier worden de resultaten van alles wat als opdracht is gepost in de klas weergegeven.
De volgende stappen worden gevolgd:
Een opdracht wordt "open gezet" voor een cursist door de opdracht toe te kennen aan één of meerdere cursisten (zonder de dummy cursist).
Als er geen cursist wordt toegewezen, wordt de dummy cursist aan de opdracht toegewezen (nooit alle cursisten).
Een cursist maakt de opdracht en meldt het einde van de taak door de opdracht te openen en "Markeren als klaar" aan te duiden.
Dit is vergelijkbaar met de professionele werkwijze in bedrijven, waarbij je ook aangeeft wanneer een taak is voltooid.
Hierdoor krijgt de instructeur een melding en kan de beoordeling beginnen.
Beoordeling door de instructeur:
De instructeur kan een beoordeling maken door een combinatie te maken van alle gegevens, zoals het resultaat van een quiz, een bevraging, een proef of een praktische opdracht.
Het cijfer wordt in de beoordeling ingevuld en "terug gegeven" aan de cursist.
Hoewel je strikt genomen ook een letter of vinkje kunt gebruiken als beoordeling, is het aan te raden toch een cijfer te gebruiken.
Hierdoor is de score genoteerd en bruikbaar in het overzicht en beschikbaar voor verdere verwerking, zoals export en besprekingen.
Het gebruik van directe linken naar externe cursussen, websites of YouTube-kanalen in Google Classroom kan leiden tot problemen zoals kapotte links, wat regelmatige aanpassingen vereist.
Om deze problemen te voorkomen en de flexibiliteit van de syllabus (model classroom of doorlopende centrum klas) te behouden, worden deze links niet rechtstreeks gebruikt in Classroom, maar verzameld op een aparte Google-site/pagina.
Dit heeft verschillende voordelen:
Aanvullende informatie:
Je kunt de link aanvullen met extra relevante informatie, zoals inlogprocedures of video's over het gebruik van een externe cursus of website.
Real-time aanpassingen:
Je kunt de link en de informatie in real-time aanpassen en de wijzigingen zijn direct beschikbaar voor alle cursisten, zelfs degenen die al langer in de opleiding zitten en een oudere kopie van de Classroom hebben.
Beheer van YouTube-links:
YouTube-links kunnen veranderen of verdwijnen vanwege verschillende contentfilters.
Deze kunnen in de cursus worden vervangen door andere video's zonder de Classroom te hoeven aanpassen.
Je moet de modelklas niet updaten:
De modelclassroom wordt in principe slechts eenmaal opgesteld en daarna minimaal aangepast.
Er is een permanente linkstructuur:
Aangezien de Classroom alleen linkt naar sites, kan deze verbinding als permanent worden beschouwd.
Als de link vanuit de site naar een externe bron verdwijnt, pas je de site aan en hoeft de Classroom niet te worden gewijzigd.
Instructeurs met bewerkingsrechten op de sites kunnen deze acties uitvoeren, waardoor de hele groep ervoor kan zorgen dat de cursus actueel blijft voor alle locaties in Vlaanderen, in real time.
De modelklas is exclusief toegankelijk voor instructiepersoneel.
Om berichten uit de modelklas naar hun centrumklas te kunnen kopiëren (door berichten opnieuw gebruiken), hebben instructeurs "Docent"-rechten nodig.
De modelklas bevat geen cursisten, behalve het automatisch toegevoegde dummy-account en de dummy account van instructeurs.
Instructeurs mogen geen cursisten toevoegen aan de modelklas.
Modelklassen krijgen de naam MC_cursusnaam om gemakkelijk herkenbaar te zijn.
Er mogen maximaal 20 docenten per classroom zijn, een beperking van G4E.
Modelklassen worden best beperkt tot kleinere groepen instructeurs die zich specifiek bezighouden met dat vakgebied.
Als het aantal instructeurs groter is dan 20, moet de vakexpert de onderdelen overzetten naar unieke klassen per centrum/instructeur (omgekeerde werking).
Centrumklassen krijgen een voorvoegsel van het centrum, zoals VILV_cursusnaam.
Voeg altijd je vakexpert toe als mededocent aan je centrumklas.
Dit stelt hem in staat om statistieken te genereren en eventuele aanpassingen te controleren wanneer de modelklas een update ondergaat.
Bij afwezigheid van de instructeur kan de vakexpert de klas overdragen aan een collega door die collega als docent toe te voegen.
Bij het verlaten van de VDAB moet je het eigenaarschap van je classroom overdragen aan de vakexpert.