station Leiden Centraal

2e station Leiden

Foto: Station Leiden (ca. 1900)

Foto: Goederenloods Station Leiden (ca. 1885)

Station Leiden Centraal

Coördinaten 52° 09' 59" NB, 4° 28' 56" OL (Kaart)

Plaats Leiden

Afkorting Ledn

Opening 17 augustus 1842

Perrons 3

Perronsporen 6 (w.o. 2 kopsporen)

Spoorlijn(en) Oude Lijn

Schiphollijn

Woerden - Leiden

Vervoerder NS

Reizigers 58.529 (2010) per dag

Coördinaten 52° 10' NB, 4° 29' OL

Station Leiden Centraal is het grootste spoorwegstation in de Zuid-Hollandse stad Leiden (aan de zuidoostelijke kant van de stad ligt station Leiden Lammenschans en aan de zuidwestelijke kant, op de grens van de gemeenten Leiden en Voorschoten, ligt station De Vink).

Inhoud

1 Geschiedenis

2 Huidig station

2.1 Aanpassingen voor de OV-chipkaart

2.2 Proefstation Leiden

2.3 RijnGouwelijn

3 Knooppunt

3.1 Spoorlijnen

4 Foto’s

1. Geschiedenis

1e station Leiden

Het eerste station Leiden werd geopend op 17 augustus 1842 aan de Oude Lijn, de eerste spoorlijn van de HIJSM. Het oorspronkelijke stationsgebouw werd in 1879 vervangen door een nieuw gebouw van D.A.N. Margadant.

Station Leiden ca 1970In 1955, toen de spoorlijn omhoog werd gebracht, werd het station van Margadant vervangen door een ander gebouw, ontworpen door H.G.J. Schelling. Het werd gekenmerkt door een grijze betonnen bouw, die in die jaren ook werd toegepast bij de stations van Arnhem, Enschede, Hengelo en Zutphen. Er waren veel pilaren in de hal en de gangen. Via een trap kon de hoofduitgang bereikt worden. Na de komst van de Schiphollijn werd het station te klein voor het steeds groeiende aantal reizigers, vooral de hal en de tunnel naar de perrons. Voor het doorgaande autoverkeer, dat direct voor het station langs reed, werd in de vroege jaren negentig een tunnel aangelegd.

Foto: Station Leiden (ca. 1970)

2. Huidig station

Station Leiden Centraal, voorzijde op 06-09-2014.©PN.M.

Het huidige stationsgebouw van architect Harry Reijnders is het vierde en werd in 1996 opgeleverd. Het bestaat uit witte vakwerkconstructies. Kenmerkend is de entree, bestaande uit een gebogen witte schelp. Aanvankelijk werd bij de hoofdingang een grote, aparte ruimte voor de kaartverkoop geopend. Met de komst van de kaartautomaten in de stationshal blijkt deze ruimte, die door het hoge plafond maar moeilijk te verwarmen was, grotendeels overbodig. De vloer van het station bestond oorspronkelijk uit wit en lichtblauw gekleurde tegels. Hoewel deze vloer een lichte aanblik gaf, bleken de eerste problemen al snel: bij nat weer werd de tegelvloer snel glad. In het voorjaar van 2009 kwam er een nieuwe vloer, bestaande uit de standaard grijze vloertegels, zoals die tegenwoordig gebruikt worden bij vervanging van vloeren of nieuwbouw van stations. Door lekkages komt geregeld water op de vloer terecht. Wat dit betreft was het oude station beter: op de grauwe betonnen vloer kon men eenvoudigweg niet uitglijden.

Tegen het einde van de 20e eeuw waren er twee grote spoorweguitbreidingen rond Leiden.

Door de Schiphollijn, die na de indienststelling van de Ringspoorbaan in 1986 een tweede verbinding gaf met Amsterdam Centraal, werd Leiden een belangrijk spoorwegknooppunt met veel overstappende reizigers.

Door het drukke treinverkeer op de Schiphollijn was het traject Leiden - Den Haag een flessenhals geworden, zodat het viersporig werd gemaakt. Hierdoor werd een spooruitbreiding van het station noodzakelijk, die in 1995 werd uitgevoerd.

Sinds de verbouwing bestaat het station uit een perron met twee kopsporen 1 en 2, twee eilandperrons met de sporen 4 en 5 (centrumzijde) resp. 8 en 9 (zeezijde) en vier niet-perronsporen 3, 6, 7 en 10. Het eilandperron aan de zeezijde werd in westelijke richting opgeschoven. Daardoor kwam er ruimte om het doorgaande middenspoor te verdubbelen tot de sporen 6 en 7, zodat internationale treinen - de Beneluxtrein, die sinds 1998 hier niet meer stopte, en later ook de Thalys - konden passeren. De twee eilandperrons zijn zodanig verlengd dat twee achter elkaar staande treinen ieder apart kunnen worden afgehandeld, dankzij wisselverbindingen met de aangrenzende sporen (overloopwissels). Hierdoor stoppen sommige treinen aan de noordkant van het station buiten de overkapping, op afstand van de trappen, de liften en de centrale stationshal.

Toen het nieuwe station werd geopend claimde de gemeente dat haar station, in reizigersaantallen het vijfde van Nederland, recht had op de aanduiding Centraal station. NS besloot toen de vijf stations met de grootste reizigersaantallen (Amsterdam CS, Utrecht CS, Den Haag CS, Rotterdam CS en Leiden) de toevoeging 'Centraal' te geven. In 1997 werd het station Leiden Centraal gedoopt.

Aan de voorzijde (centrumzijde) van het station bevinden zich een busstation en de taxibrug met daaronder een verdiepte fietsenstalling. Het doorgaande autoverkeer wordt hier onderlangs geleid in de in 1997 geopende Stationspleintunnel. Aan de achterzijde (zeezijde) is een verdiepte (gratis) bewaakte fietsenstalling met ruimte voor ruim 2.000 fietsen.

2.1. Aanpassingen voor de OV-chipkaart

Het is een station met poortjes. In 2007 zijn de poortjes geplaatst. Het OV-chipkaartgebied bestaat uit de perrons en het grootste deel van de stationstraverse met winkels en horeca. De kaartautomaten, de lokettenhal en een aantal winkels vallen er buiten. De poortjes staan open.

De gemeente Leiden, die de stationstunnel ziet als een belangrijke voetgangersverbinding tussen het centrum en het stadsdeel achter het station (met onder meer het Leids Universitair Medisch Centrum en het Level-gebouw), heeft bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen afsluiting met poortjes voor niet-reizigers. De NS heeft verplaatsing van de poortjes naar onderaan of bovenaan de trappen onderzocht, maar deze plaatsen bleken niet geschikt. De NS biedt wel een gratis passagerecht, maar men zal als borg een instaptarief van € 20 moeten betalen. Bij een langer verblijf dan zestig minuten is men dit bedrag kwijt. Op 29 augustus 2011 heeft de gemeente besloten op te treden tegen de poortjes omdat ze zonder vergunning zijn neergezet en omdat het bestemmingsplan aangeeft dat de stationshal een voetgangerstraverse is.

2.2. Proefstation Leiden

In 2007 werd station Leiden Centraal een proefstation voor de nieuwe "wereldstations" van de Nederlandse Spoorwegen. Op het station werden ideeën daarvoor beproefd. Leiden Centraal moest hiervoor worden verbouwd en dit was eind 2009 gereed. Niet iedereen toonde zich enthousiast over de verbouwingsplannen. De gemeente Leiden liet de bouw zelfs korte tijd stilleggen omdat vergunningen ontbraken. De bezwaren van de architect van het gebouw, Harry Reijnders, waren fundamenteler en richtten zich vooral tegen de versmalling van de centrale hal.

2.3. RijnGouwelijn

Door wijzigingen in het politieke beleid en doordat de bekostiging niet rond kwam, wordt de RijnGouwelijn, een lightrailverbinding van Gouda naar Katwijk/Noordwijk via Leiden Centraal, niet aangelegd.

3. Knooppunt

Station Leiden Centraal is een knooppunt van openbaar vervoerverbindingen.

3.1. Spoorlijnen

Er komen de volgende spoorlijnen samen:

de Spoorlijn Amsterdam - Rotterdam ("Oude Lijn"): Amsterdam Centraal / Hoorn – Haarlem - Leiden - Den Haag HS – Rotterdam Centraal en verder;

de Spoorlijn Weesp - Leiden ("Schiphollijn"): Amsterdam / Weesp – Schiphol – Leiden – Den Haag Centraal / Rotterdam Centraal en verder;

de Spoorlijn Woerden - Leiden: Leiden – Alphen aan den Rijn – Utrecht / Gouda.

4. Foto's

Station Leiden Centraal, achterzijde centrale tunnel. Hal met kantoor.