Staatslijn E Maastricht-Venlo

Staatslijn E Maastricht - Venlo

Totale lengte 70,0 km Spoorwijdte normaalspoor 1435 mm Aangelegd door Staat der Nederlanden Geopend 21 november 1865 Huidige status in gebruik Geëlektrificeerd Maastricht - Roermond: 1949 Roermond - Venlo: Gepland in 2018Aantal sporen Maastricht - Roermond: 2 Roermond - Venlo: 1Baanvaksnelheid Maastricht - Roermond: 130 Roermond - Venlo: 100Beveiliging Maastricht - Roermond: ATB EG Roermond - Venlo: ATB NGTreindienst door Maastricht - Roermond: NS Roermond - Venlo: VeoliaDe spoorlijn Maastricht - Venlo is onderdeel van Staatslijn E. Op 21 november 1865 wordt het baanvak in gebruik genomen. Station Maastricht bestaat dan al ruim een decennium als eindpunt van de lijnen uit Aken, Hasselt en Luik. Vanuit Maastricht wordt de Staatslijn in noordelijke richting aangelegd ten oosten van de Maas.Inhoud1 Geschiedenis 1.1 Nieuwe verbindingen en elektrificatie2 Stations en gebouwen 2.1 Vervanging, sluiting en heropening stations2.2 Sanering jaren zestig en zeventig2.3 Nieuwbouw en verplaatsing stations3 Dienstregeling 4 Materieelinzet 4.1 Jaren zeventig en tachtig: wisseling van de wacht4.2 1990 - 2006: diversiteit op de Limburgse lijnen4.3 Dienstregeling 20075 Werkzaamheden in de toekomst1. GeschiedenisTerwijl in de omliggende landen op dat moment al een uitgebreid spoorwegnet aanwezig is, ligt Nederland op dat gebied nog ver achter. In 1860 besluit de Nederlandse regering om ook de Nederlandse steden te verbinden door middel van een spoorwegnet. In de daaropvolgende jaren volgt de eerste staatsaanleg van spoorwegen in Nederland. Door de aanleg van tien Staatslijnen wordt een belangrijk deel van het land per spoor ontsloten. Om de Brabantse en Limburgse steden te ontsluiten en om aansluiting te krijgen op diverse eerder aangelegde buitenlandse spoorlijnen wordt Staatslijn E tussen Breda en Maastricht aangelegd. In tegenstelling tot de andere Staatslijnen bestaat Staatslijn E uit drie deeltrajecten.Het deeltraject Maastricht - Venlo wordt als tweede deel van de Staatslijn in 1865 geopend. In Venlo sluit de spoorlijn een jaar later aan op het deeltraject naar Eindhoven en de gelijktijdig geopende Staatslijn G naar het Duitse Viersen. Maastricht is op dat moment al een internationaal spoorwegknooppunt. In 1853 wordt de spoorlijn Aken - Maastricht geopend, in 1856 gevolgd door de spoorlijn Maastricht - Hasselt. Beide spoorlijnen worden aangelegd en geëxploiteerd door de Aken-Maastrichtsche Spoorweg-Maatschappij. In 1861 wordt de spoorlijn Maastricht - Luik geopend. Deze lijn wordt aangelegd en geëxploiteerd door de spoorwegmaatschappij Luik-Maestricht. Staatslijn E is hiermee de vierde spoorlijn naar de Limburgse hoofdstad. De spoorlijn is echter de eerste die de stad met de rest van Nederland verbindt. De Staatslijn wordt net als de meeste staatslijnen geëxploiteerd door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen.Nieuwe verbindingen en elektrificatie

In 1883 wordt de Maaslijn tussen Venlo en Nijmegen geopend, hiermee wordt het mogelijk om vanuit Limburg via Nijmegen naar het noorden en oosten van het land te rijden. Deze route is enkele tientallen jaren vooral van belang voor het vervoer van kolen. Ook ontstaat er een nieuwe route, via Kesteren en Amersfoort naar Amsterdam. Deze route wordt zowel voor goederenvervoer als voor (internationale) reizigerstreinen gebruikt.

De spoorlijn Eindhoven - Weert wordt in 1913 geopend. Door de opening van deze spoorlijn en de aansluiting op de IJzeren Rijn tussen Weert en Roermond, verschuift een belangrijk deel van het reizigers- en goederenvervoer via Venlo naar deze spoorlijn. Als in de Tweede Wereldoorlog de verbinding tussen Kesteren en Amersfoort komt te vervallen, degradeert het traject Roermond - Venlo definitief tot regionale zijlijn. In 1949 wordt het traject Roermond - Maastricht geëlektrificeerd. De spoorlijn Roermond - Venlo blijft alleen met dieseltractie berijdbaar.

In het kader van het ambitieuze Rail 21-project van de NS worden eind jaren tachtig plannen gemaakt om het traject Roermond - Venlo alsnog onderdeel te laten worden van het nieuwe Interregio-Snelnet, een beperktere regionale opvolger van het oude Intercitynet uit 1970. Op de spoorlijn zou eenmaal per uur een Interregio-trein gaan rijden vanuit Maastricht naar Arnhem, verder naar Zwolle en vervolgens naar Leeuwarden en Groningen. Hiervoor moest echter het traject verdubbeld en geëlektrificeerd worden. Net zoals de meeste plannen uit het R21-project, is ook dit plan niet uitgevoerd. Wel is het traject in 1997 gemoderniseerd en een hogere snelheid toegelaten. De spoorlijn is hierbij onder andere geschikt gemaakt voor de exploitatie met sneltreinen. In 2003 is bij station Swalmen een deel van het traject verlegd om ruimte vrij te maken voor de aanleg van de A73. Het bijna twee kilometer lange traject is dubbelsporig aangelegd.

2. Stations en gebouwen

Langs de Staatslijn verschijnen, net als langs de andere staatslijnen uit de beginperiode, de standaardstations van de Staatsspoorwegen, de zogenaamde Waterstaatstations. In Sittard en Roermond wordt een stationsgebouw van het type vierde klasse gebouwd. De stations Bunde, Beek-Elsloo, Susteren, Echt, Maasbracht-Linne, Swalmen, Reuver en Tegelen krijgen een stationsgebouw van het type vijfde klasse.

In Venlo en Maastricht worden lange lage stations gebouwd die voldoen aan de eisen van de Vestingwet. De gebouwen bestaan uit stijl- en regelwerk, opgevuld met steen, afgesmeerd met cement. Het station voldoet hiermee aan de strenge bepalingen van de wet. Ook in andere vestingsteden als Breda en Deventer verschijnen dergelijke stationsgebouwen. Na het aanpassen van de wet in 1874 maken de meeste stationsgebouwen plaats voor nieuwbouw. Het stationsgebouw van de Staatsspoorwegen vervangt in Maastricht het oude station aan de eerder geopende internationale spoorverbindingen.

In 1881 wordt het stationsgebouw van Roermond sterk vergroot, onder andere door de bouw van twee lange zijgevels. Enkele jaren later wordt ook het gebouw van Sittard vergroot met twee zijgevels. Ook de meeste andere Waterstaatstations worden in de loop der jaren vergroot. In 1890 krijgt het station Geleen-Lutterade een laag stationsgebouw. Vier jaar later krijgt het in 1889 geopende station Belfeld eveneens een laag stationsgebouwtje. Het stationsgebouw van Maasbracht brandt in 1899 af en wordt vervangen door nieuwbouw dat veel weg heeft van het oorspronkelijke stationsgebouw. Aan een zijde wordt echter een lage vleugel gebouwd.

Vervanging, sluiting en heropening stations

In 1913 wordt het stationsgebouw van Maastricht vervangen door een groot en opvallend gebouw. Het station wordt zowel kop- als doorgaand station. Tien jaar later wordt het stationsgebouw van Sittard vervangen door opvallende nieuwbouw. Het is het eerste Nederlandse stationsgebouw met uitsluitend platte daken. Het station Geleen-Lutterade wordt in 1930 verbouwd tot een eilandstation met vier gebouwtjes en een grote overkapping. Het oude stationsgebouwtje wordt hierbij gesloopt.

Nog voor de Tweede Wereldoorlog worden, behalve Sittard en Roermond, alle stations, net als alle haltes en stopplaatsen langs de spoorlijn gesloten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn een groot aantal stations wegens de brandstofschaarste nog enkele maanden tot jaren open. Na de bevrijding van zuidelijk Nederland worden de stations Bunde en Beek-Elsloo heropend. De stations Geleen-Lutterade, Susteren, Echt, Swalmen, Reuver en Tegelen zijn al in 1940 heropend. In 1947 worden de genoemde stations opnieuw gesloten. Twee jaar later worden de acht stations definitief heropend.

Tegelijkertijd met de modernisering en elektrificatie van de spoorlijn Venlo - Eindhoven wordt in 1958 het nieuwe stationsgebouw van Venlo in gebruik genomen. De nieuwbouw ligt dichter bij het centrum dan het eerste station. Door de benodigde douanefaciliteiten wordt het een opvallend lang gebouw. Voor de relatie met het voorplein krijgt het gebouw een enorme luifel, een glazen voorgevel en een zeer brede bordestrap.

Sanering jaren zestig en zeventig

In de jaren zestig en zeventig en begin jaren tachtig wordt een groot aantal emplacementen opgeschoond en vereenvoudigd, ook wordt een groot aantal oude Waterstaatstations gesloopt en vervangen door efficiëntere nieuwbouw. Bij een groot aantal stations wordt gebruikgemaakt van standaardhaltegebouwen. Ook langs de spoorlijn Maastricht - Venlo wordt een aantal stationsgebouwen vervangen. Bunde krijgt in 1964 een nieuw eenvoudig transparant stationsgebouw. Een jaar later wordt het voormalige stationsgebouw van Maasbracht gesloopt. In 1974 wordt het stationsgebouw van Tegelen vervangen door een standaardontwerp van het zogenaamde Standaardtype Beilen. Stations Beek-Elsloo (1975), Geleen-Lutterade (1976) en Susteren (1975) krijgen allen een nieuw stationsgebouw van het type Sextant.

Nieuwbouw en verplaatsing stations

In 1993 wordt het sobere stationsgebouw van Sittard gesloopt om plaats te maken voor opvallende nieuwbouw. Het nieuwe gebouw wordt loodrecht op de spoorlijn geplaatst. Behalve de plaatsing van het gebouw vallen de transparantie en het golvende dak op. In 1997 wordt het station van Tegelen enkele honderden meters richting het centrum verplaatst. Het station wordt hierbij een viaductstation en krijgt hierbij twee liftschachten en trappen naar de perrons. Het stationsgebouw uit 1974 wordt na ingebruikname van het nieuwe station gesloopt.

In 2003 wordt de spoorlijn in Swalmen enkele tientallen meters richting het westen verplaatst om ruimte vrij te maken voor de aanleg van de A73. Langs de verplaatste spoorlijn komen nieuwe perrons. Het oude Waterstaatstation is bewaard gebleven, maar staat nu enkele tientallen meters van de spoorlijn. Drie jaar later worden de stationsgebouwen van Bunde en Geleen-Lutterade gesloopt.

3. Dienstregeling

In de eerste decennia na de opening van de spoorlijn maken alle treinen van en naar Limburg gebruik van de gehele spoorlijn Maastricht - Venlo. Vanaf de opening van de spoorlijn Eindhoven - Weert rijdt een groot aantal treinen via Weert naar Roermond en neemt het belang van de lijn via Venlo af. Tot de Tweede Wereldoorlog rijden er echter nog diverse treinen vanuit Amsterdam naar Maastricht over de Maaslijn. Na de oorlog rijden er vrijwel geen doorgaande reizigerstreinen meer via Venlo naar Maastricht. Wel gaan steeds meer treinen en treindelen na Sittard over de in 1896 geopende spoorlijn Sittard - Herzogenrath naar Heerlen rijden.

Op zomerse zaterdagen rijdt tot 1988 of 1989 de zogenaamde Valkenburg Expres van Zwolle via Venlo naar Valkenburg. Deze trein rijdt tussen Nijmegen en Roermond in het dienstregelingpad van een reguliere stoptrein. Bovendien rijden enkele Valkenburg Expressen van Amsterdam (Zandvoort) en Den Haag (en vanaf 1989/90 ook Zwolle) tot ten minste 1993 via Utrecht, Eindhoven, Roermond en Maastricht (of Heerlen) naar Valkenburg.

Over het traject Venlo - Roermond rijdt tot eind jaren vijftig eenmaal per twee uur een doorgaande stoptrein van Enschede via Zutphen en Arnhem naar Roermond. Daarnaast rijdt er eenmaal per twee uur stoptrein tussen Nijmegen en Roermond. Hierna wordt de treindienst ingekort in een stoptreindienst tussen Nijmegen en Roermond, die eenmaal per uur rijdt en in de spits wordt aangevuld met een aantal sneltreinen die tussen Venlo en Roermond alleen in Tegelen stoppen. Een enkele sneltrein stopt ook in Reuver.

Tussen Roermond en Maastricht rijden diverse doorgaande sneltreinen uit de Randstad. In 1960 wordt de frequente rechtstreekse sneltreindienst tussen Amsterdam en Maastricht in gebruik genomen. In de winterdienst van 1961 wordt de treindienst van Amsterdam doorgetrokken naar Zandvoort. Op het station van Zandvoort kunnen de treinen makkelijker kopmaken en rangeren dan op het nabijgelegen station Haarlem. Van een aantal sneltreinen wordt in Sittard een treindeel naar Heerlen afgekoppeld. In de spits rijden ook enkele doorgaande sneltreinen vanuit onder andere Leiden en Den Haag via Breda naar Maastricht. Behalve sneltreinen rijdt er eenmaal per uur een stoptrein tussen Eindhoven en Maastricht, in de spits aangevuld met enkele stoptreinen tussen Roermond en Maastricht.

4. Materieelinzet

Net als op elke 20e-eeuwse Nederlandse spoorlijn wordt de dienstregeling op het traject in eerste instantie uitgevoerd met stoomtractie. Hoewel in 1934 het eerste dieselstroomlijnmaterieel wordt geïntroduceerd, duurt het nog 15 jaar voordat er ook treinstellen in de doorgaande treinen naar Limburg rijden. In 1949 is het traject Eindhoven - Maastricht met elektrisch materieel berijdbaar. De treindienst wordt in eerste instantie voornamelijk uitgevoerd met het Materieel '46 en getrokken treinen met elektrische locomotieven ervoor. Halverwege de jaren vijftig wordt ook het nieuwe Materieel '54 op de spoorlijn geïntroduceerd. Vanaf 1961 worden vrijwel alle de rechtstreekse sneltreinen tussen Amsterdam en Maastricht met getrokken materieel gereden. Enkele treinen, waaronder de zaterdagse Valkenburg-express worden nog wel met stroomlijnmaterieel gereden. Het Materieel '46 blijft nog naast de stoptreinen op het traject rijden.

Begin jaren vijftig werden zowel de oude dieseldrieën als de dieselvijven tussen Venlo en Roermond ingezet. De DE 5 treinstellen reden hierbij voornamelijk de doorgaande treinen tussen Enschede en Roermond. In 1961 kwamen voor het eerst de nieuwe Plan U treinstellen op de spoorlijn. De treinstellen kregen vervolgens meer dan 35 jaar vrijwel alleenheerschappij op het traject.

Jaren zeventig en tachtig: wisseling van de wacht

Bij de invoering van het nieuwe product 'intercity' werd een aantal materieelsoorten aangewezen om deze treindiensten te rijden. De getrokken treinen tussen Zandvoort en Limburg worden sindsdien gereden met Plan E rijtuigen, voornamelijk getrokken door elektrische locomotieven van de serie 1200. Het laatste stroomlijnmaterieel verdween in 1970 uit de doorgaande treinen op het traject. Het Materieel '46 blijft nog altijd de meeste stoptreinen op het traject rijden.

In 1981 en 1982 werd materieel in de getrokken treinen vervangen door de nieuwe intercityrijtuigen. De tractie wordt voortaan verzorgd door de nieuwe locomotieven van de serie 1600. In de zomer van 1983 werd het laatste Materieel '46 buiten dienst gesteld. De stoptreindiensten worden dan overgenomen door het Materieel '64. De Valkenburg-express wordt zowel met stroomlijnmaterieel als getrokken materieel gereden. De Valkenburg-expres van en naar Zwolle rijdt tot 1990 over de Maaslijn en wordt, evenals vrijwel alle andere treinen op het traject, gereden met Plan U-treinstellen.

1990 - 2006: diversiteit op de Limburgse lijnen

In de zogenaamde IC '90 treinen worden verschillende materieelsoorten ingezet. Zo verschijnen na ruim 30 jaar tussen de getrokken intercity's ook enkele intercity's met Materieel '54 en ICM-treinstellen. Later wordt ook het Dubbeldeks interregiomaterieel (DD-IRM) ingezet. Het ICM wordt aan het begin van de eeuw uit de meeste treindiensten geweerd en met het wijzigen van de treindienst in een intercitydienst tussen Amsterdam (later Schiphol) en Eindhoven met uitschieters naar Maastricht, wordt een groot deel van de intercity's weer gereden met getrokken materieel. In de eerste jaren van de 21e eeuw neemt het DD-IRM ook hier een aantal treindiensten tussen Haarlem en Maastricht over.

In de zomer van 1999 wordt een aantal treinen tussen Den Haag en Heerlen versterkt met vier, later vijf in België gehuurde K4 rijtuigen. In december 2000 worden ook 24 in Duitsland gehuurde rijtuigen ingezet in de treindienst. In februari 2002 worden deze gehuurde Belgische en Duitse rijtuigen vervangen door ICK materieel. Die 150 ICK-rijtuigen zijn in 2000 gekocht van de Deutsche Bahn en voorzien van nieuw interieur. Bovendien zijn de rijtuigen in de geel/blauwe intercitykleuren van de NS overgeschilderd. De rijtuigen zijn in eerste instantie bedoeld om tijdelijk materieeltekort op te vangen totdat er voldoende IRM rijtijgen beschikbaar zijn. Ze worden de eerste maanden nog ingezet in combinatie met andere rijtuigtypen, later rijden de rijtuigen alleen nog in complete ICK-treinen.

In de stoptreindiensten worden van de zomerdienst van 1991 tot 1993 toch enkele treinstellen Materieel '54 ingezet. De treinstellen rijden voornamelijk tijdens de spits in de verschillende Limburgse stoptreindiensten. De treinstellen rijden in de zomer van 1994 ook de laatste Valkenburg-express. Tevens wordt eind juni 1997 de treindienst tussen Nijmegen en Roermond overgenomen door Dieselmaterieel '90.

Dienstregeling 2007

Met de invoering van de compleet vernieuwde dienstregeling 2007 is het ineens gedaan met al het getrokken materieel van de intercity's tussen de Randstad en Zuid-Limburg. Alle treindiensten worden dan overgenomen door het DD-IRM. In de spitsdiensten tussen Schiphol en Maastricht wordt nog wel een aantal treinen met Intercityrijtuigen gereden. Ook het Materieel '64 blijft vooralsnog de stoptreinen op het traject rijden.

5. Werkzaamheden in de toekomst

Op 16 juni 2014 is bekendgemaakt dat de elektrificatie van de Maaslijn definitief door gaat. Tevens zal er een nieuw station gerealiseerd worden en wel ter hoogte van Grubbenvorst. Dit station zal overigens de naam Venlo GreenPort gaan dragen. Ook wordt de lijn op meerdere plaatsen verdubbeld om de frequentie op te voeren en zullen er aanpassingen worden gedaan zodat er 140 km/h gereden kan worden. (Nu is dit nog 100 km/h tussen Roermond en Venlo en 125 km/h tussen Venlo en Nijmegen.) Het streven is om nog voor de nieuwe concessie de bovenleiding klaar te hebben echter is de deadline gesteld op 2020. De totale kosten voor de verbetering van de Maaslijn gaan 175 miljoen euro kosten, deze kosten worden gedragen door de provincies en het rijk.

Op de langere termijn (2020) zijn er wensen voor een sneltreindienst tussen Nijmegen, Venlo en Roermond, nieuwe stations en frequentieverhogingen tussen onder meer Venray en Nijmegen; de 15-minutendienst zou daar verhoogd moeten worden naar een 10-minutendienst. Om dit te realiseren dient hoofdzakelijk meer dubbelspoor aangelegd te worden, zodat de treinen elkaar op meer plaatsen kunnen kruisen. Onder de lokale overheden bestaan of bestonden er wensen voor nieuwe stations in Roermond-Noord, Belfeld, Venlo (-Zuid), Grubbenvorst, Boxmeer en Cuijk (-Noord). Veolia heeft al aangegeven pas nieuwe stations te willen bedienen als er sprake is van een sneltreindienst.

Voor meer informatie zie Wikipedia of NS