Sachsen

Saksen (deelstaat)

De Vrijstaat Saksen (Duits: Freistaat Sachsen, Oppersorbisch: Swobodny stat Sakska, Nedersorbisch: Zwězkowy kraj Sakska) is een deelstaat in het oosten van Duitsland. De hoofdstad is Dresden.

De deelstaat heeft een oppervlakte van 18.450,01 km² en 4.056.941 inwoners (31 december 2020)[4]. Op 31 december 2018 had 4,89% van de inwoners een niet-Duits staatsburgerschap (198.558 niet-Duitsers)[5] en hadden 1.060 inwoners het Nederlandse staatsburgerschap[6].

Geografie

Saksen grenst aan (van het oosten met de klok mee) Polen, Tsjechië en aan de Duitse deelstaten Beieren, Thüringen, Saksen-Anhalt en Brandenburg.

De hoofdstad is Dresden. Andere belangrijke steden zijn Leipzig, Chemnitz en Zwickau.

Hoogste berg is de Fichtelberg met 1215 m, gelegen bij Oberwiesenthal en Bärenstein.

Geschiedenis van de Vrijstaat Saksen

De eerste Vrijstaat Saksen ontstond in 1918 nadat koning Frederik August III aftrad en het Koninkrijk Saksen werd opgeheven. In 1945 ontstond de deelstaat Saksen als onderdeel van de door de Sovjet-Unie bezette zone en omvatte het grondgebied van de voormalige vrijstaat en delen van de Pruisische provincie Silezië ten westen van de rivier de Neisse. In 1952 werd de deelstaat Saksen opgeheven en opgedeeld in drie kleinere districten van de Duitse Democratische Republiek (DDR): Leipzig, Dresden en Karl-Marx-Stadt (Chemnitz).

De deelstaat Saksen werd via het grondwetsartikel voor de vorming van deelstaten in de voormalige DDR van 22 juli 1990 opnieuw opgericht. De wet trad in werking op 3 oktober 1990 (Dag van de Duitse Hereniging). Met het toetreden van de DDR tot het grondwettelijke gebied van de Duitse Bondsrepubliek werd de deelstaat Saksen weer de Vrijstaat Saksen.