Bijna de helft van de prenten die Ensor van 1886 tot 1891 maakte zijn landschappen, haven- en stadsgezichten.
Het is mogelijk dan Ensor een groot aantal prenten direct naar de natuur etste. En onder deze landschappen treffen we enkele van zijn meest gevoelige platen. Het zijn lumineuze, haast feeërieke impressies waarbij de slechts door enkele nerveuze trekken gesuggereerde motieven volledig door het licht verteerd worden. De havengezichten herinneren aan vergelijkbare etsen van Whistler die Ensor enkele jaren eerder in een tentoonstelling bij Les XX had gezien.