Brussel was van 1880 tot 1900 een bruisende cultuurstad. Van beide tijdschriften die deze levendige periode gekenmerkt hebben - La Jeune Belgique en l'Art Moderne - steunde het laatste een groep onafhankelijke kunstenaars die voor de vrijheid van de kunst opkwamen en zich afzetten tegen het heersende academisme. De groep betitelde zich als 'Les XX'. Deze kunstgroep werd in 1883 opgericht en werd de draaischijf van de toenmalige 'hedendaagse' kunst in Europa, omdat de leden geen welomlijnd artistiek programma hadden. Alleen de meest progressieve en invloedrijke kunstenaars werden tot deze kunstkring toegelaten. Zij gaven een vooruitstreven tijdschrift uit dat l'Art Moderne heette.
Op 18 oktober van datzelfde jaar werden de statuten door de dertien groepsleden zonder al te vee formaliteiten ondertekend. Onder hen vindt men o.a. James Ensor, Fernand Khnopff, Théo van Rijsselberghe en Guillaume Vogels terug.
Op 11 november kondigde L'Art Moderne aan dat de groep definitief gevormd was. Men kon die dag in het tijdschrift lezen dat 'Les XX" een nieuw soort vereniging was, zonder administratieve rompslomp en zonder voorzitter. Elk jaar duidt men drie leden aan die gedurende die termijn de nodige maatregel moeten nemen voor de opstelling van een jaarlijkse tentoonstelling.
Op 2 februari 1884 vond in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel het eerste salon van Les XX plaats. Onder de genodigden herkent men o.a. Rops en Rodin. De volgende jaren werden ook Whistler (1884), Fantin-Latour (1886), Mellery (1886), Seurat (1887), Pissaro (1889) en Gauguin (1891) uitgenodigd.
Deze durvers wilden samen hun werk tentoonstellen en daar ieder jaar 'nieuwe elementen' op uitnodigen. James Ensor behoorde van in het begin bij de kring. Ieder jaar werd tijdens de maand februari een expositie georganiseerd. Het enige programma van de kring was de wil en het verlangen modern te zijn.
Maar al vrij snel werd de sfeer in de kring grimmiger en ontstonden er ruzies. De twintigers vlogen elkaar in de haren naar aanleiding van vragen als : welke schilders morgen er op de tentoonstellingen exposeren ? Welke schilderijen mogen er wérden tentoongesteld ? Wie mag er worden uitgenodigd ? De critici waren beurtelings lovend en vijandig.
Binnen de groep liepen de spanningen vaak hoog op. In 1893 werd de groep dan ook ontbonden e vervangen door La libre Esthétique.