Schilderijen
Tekeningen
Persoonlijk
Ensors vader, de enige in de familie die zijn artistieke ambities ernstig neemt, raad James op een zomerdag in 1876 om lessen te gaan volgen aan de Brusselse academie, initieel tegen de zin van Ensors moeder. Ensors vader heeft vele kunstboeken, en wanneer hij nuchter was toonde hij weleens de afbeeldingen van de kunstwerken van William Turner.
Op een oktoberavond in 1877 komt James aan bij de Brusselse academie in de rue du midi voor een eerste cursus tekenen en schilderen.
Ensor ontmoet daar op de Academie voor Schone Kunsten te Brussel Fernand Khnopff en Willy Finch en raakt bevriend met Théo Hannon. Dit is de enige periode in zijn leven waarin de schilder buiten Oostende leeft. Zijn verblijf in Brussel is trouwens van korte duur.
In de herfst van 1876 verhuisde de familie Ensor naar een nieuw veel groter huis op de hoek van de Vlaanderenstraat en de Van Iseghemlaan (toen de 'boulevard du Nord'), een huis dat ze huren. Het was gebouwd op de gedempte vestinggrachten en ze konden er vele kamers aan zomergasten onderverhuren. 'Je kan je ezel op de zolder opstellen James' zei zijn moeder , 'het zal me toch nooit lukken om de zolderkamer aan iemand te verhuren'.
Artistiek
Ensor is nu 17 jaar oud, en volgt lessen in het 'tekenen naar antieke kop en schilderkunst naar de natuur' aan de Koninklijke Academie voor Schone kunsten te Brussel : "De moeilijkheden begonnen zodra ik toegelaten was. Ik kreeg de opdracht de buste van Octavianus te schilderen naar het voorbeeld van een kleurloos gipsen model. Ik kreeg meteen een afkeer van dat gore gips, een daarom gaf ik hem een mooie rose, levendige kippenvel kleur en een rode haardos, tot grote opwinding van de leerlingen. De opwinding werd gevolgd door pesterijen, gegrijns en gestomp. Volkomen overbluft door zoveel stoutmoedigheid wisten mijn leraren niets beters te doen dan mij mijn gang te laten gaan, en zo schilderde ik voortaan in alle vrijheid naar levend model."
Alhoewel hij respectievelijk een 2de prijs behaalt in het 'tekenen naar antieke kop' en een 3de prijs voor tekenen naar antiek torso, wanneer hij het volgend jaar deelneemt aan verscheidene wedstrijden historische compositie eindigen zijn tekeningen en modelstudies steeds achteraan.
Oostende
Het gebied van Mariakerke ten oosten van de Parijsstraat wordt bij Oostende gevoegd. Dit betekent dat ze heel de zone tussen het Koninklijk Chalet en Mariakerke van Oostende uit verbouwen. Maar de terreinen rond het Koninklijk Chalet blijven lang verwaarloosd. De koninklijke familie koopt de gronden op en bouwt er in 1900 de Venetiaanse Gaanderijen. Tegelijk met de bouw wil Leopold II de dijk tussen Oostende en Mariakerke verfraaien. Onder zijn impuls wordt het een echte promenade. In 1902 start de aanleg van de Koninklijke Gaanderijen tussen het Koninklijk Chalet, het Royal Palace Hotel en de Wellingtonrenbaan.