Dit portret werd geschilderd in 1883 en is gemaakt in een stijl die je terugvindt in de meeste zelfportretten vanaf 1879. Op het schilderij zien we de volwassen Ensor afgebeeld. Het werk begon als een normaal portret, maar in 1888 besliste Ensor het werk grondig te bewerken. Zo voegde hij er de befaamde bebloemde hoed aan zijn werk toe alsook de in de hoeken de vier cirkelfragmenten. Het portret werd hiermee bezegend door een geheel andere inhoud en een grotere diepgang.
Door de toegevoegde elementen werd het namelijk een soort van toespeling op het alom bekende zelfportret van Rubens en toonde het de grote zelfbewustheid van de kunstenaar. Over de betekenis van de cirkelfragmenten is al veel over gediscussiërd. Eerst meende men dat het een soort van spiegel was waarin de schilder zichzelf bewonderde. Later dachten mensen dan weer dat het duidde op een aureool en dat er dus een associatie was met Christus, maar algemeen wordt aangenomen dat het een inspeling is op een barok, Engels damesportret waarop gelijkaardige bogen waar te nemen zijn.
Anekdote :
Twee jaar na een ophefmakende kunstdiefstal uit het Oostendse museum vonden een gezin uit Rumbeke in 1980 tijdens een dagje aan zee een schilderij van Ensor terug, in het zand, in de duinen van Mariakerke.
En die stranddag is belangrijk in de kunstgeschiedenis van ons land. Ze vonden in de duinen één van de drie Ensors die in maart 1978 gestolen waren uit het stedelijke museum op het Wapenplein in Oostende. "Het doek zat in een zwart plastiek pak.