Schilderijen
Marine met overslaande golf
Tekeningen
Zelfportret en figuren - 1886
Lithos
Decor uit 'La gamme d'amour'
Etsen
La Gamme d'amour, Hélio
La Gamme d'amour, Fifrelin
La Gamme d'amour, Muzikanten
Bijeenkomst in een park
Kermis bij de molen
De kokette dood
De molenduivel
De moord
De ontucht
De pakjesdragers
Zonderlinge insecten - 1888
Zieke luizenbos bij de kachel - 1895
Zicht op Nieuwpoort - 1888
Zelfportret bij de lamp - 1886
De collectie van Mu.ZEE, voorheen het Museum voor Schone Kunsten in Oostende is in verschillende fases tot stand gekomen.
Henri Permeke, de eerste conservator van het Museum voor Schone Kunsten van 1897 tot 1912, bracht drie olieverfschilderijen en een uitgebreide verzameling grafiek (62 etsen) bijeen. In 1898 werd voor 1500 Belgische Frank het schilderij 'Arme luizenbos die zich warmt aan een kachel' aangekocht.
'Stilleven met vlees' en 'Interieur - het spookmeubel' waren toen reeds in het bezit van het museum. In 1901 vervoegde het werk 'Kermis bij de molen' zich bi de collectie, wegens niet afgehaalde prijs bij een tombola.
Na het overlijden van conservator Henri Permeke in 1912 duurde het nog tot in 1924 tot zijn opvolger Carlos Loontiens werd aangesteld. In zijn periode tot 1946 werd er geen enkel werk van Ensor aangekocht.
Het was dus eerder een geluk bij een ongeluk dat de collectie in deze periode niet verder werd aangevuld want in de nacht van 27 op 28 mei 1940 sloeg het noodlot toeen werd het Museum in het toenmalige stadhuis op het wapenplein door verschillende brandbommen getroffen. Alle Ensors werden vernietigd.
Het overgrote deel van de aankopen gebeurde tijdens de ambstperiode van Frank Edebau. Hij was conservator van 1946 tot 1980. Ensor was voor hem onmiddellijk de rode draad in de (her)opbouw van de collectie. Een overzicht van de belangrijkste schilderijen die toen werden aangekocht :
de gendarmen (1950)
de duinen (1954)
Zelfportret met bloemenhoed (1956)
Portret van Willy Finch (1956)
Fort Wellington (1956)
Fort Napoleon (1956)
Terugkeer van Calvarie (1959)
Oude man (1959)
Na de storm (1964)
Landschap met waterval (1966)
Grote marine (1966)
De collectie schilderijen stagneerde rond een twintigtal werken. Daar waren verschillende redenen voor. Na Ensors dood kwamen heel wat werken in private handen en waren daardoor niet meer te koop. Andere vonden een onderkomen in nationale en internationale musea.
Naast de opgesomde aankopen van schilderijen werden ook jaarlijkse etsen, litho's en tekeningen van Ensor aangekocht.
Na de pensionering van Frank Edebau kwam Norbert Hostyn in 1980 als conservator. De collectie schilderijen werd in 1985 aangevuld met 'Un bon coin chez moi', in 1986 met 'De knaap', in 1989 met 'Stilleven met stoffen' en in 2002 met 'De tuin van café Tivoli te Oostende'.
Er vonden ook heel wat belangrijke schenkingen plaats. In 1963 schenkt de 'Vereniging ter verrijking van het Belgisch Artisitiek en Folkfloristisch patrimonium het schilderij 'Bijbels Toneel'. Alice Frey schonk in 1966 'Visserspaar'. Henri Serruys schonk in 1948 'Vissersvrouw'.
De VZW Vrienden van James Ensor deden ok hun duit in het zakje in 1975 met 'Christus bedaart de storm' , 'Gezicht op Mariakerke' en 'Mijn dode moeder'.
In 1990 werd de VZW 'Vrienden van de Stedelijke Musea' gesticht., nu bijna 30 jaar later 'Vrienden Mu.ZEE Oostende'.
Via prefinanciering of tussenkomst van deze vrienden werden 'Ensor, zijn duivel en wapenschild' en 'Daken van Oostende' respectievelijk in 1999 en 2005 aangekocht evenals enkele etsen, litho's, tekeningen en Ensoriana. Hoe en wanneer het schilderij 'Varkens' in de collectie terechtkwam, is niet geweten.
Ook door Mu.ZEE directeur Philip Van den Bossche werd vanaf 2008 de Ensor collectie verder uitgebreid. Een absoluut topwerk werd in 2013 aan de collectie toegevoegd : 'Les masques et la mort' . In 2014 werd de opgehoogde ets 'De moord' aangekocht.
Een belangrijke schenking werd ook geofficialiseerd : de schenking van het wandtapijt ' De intrede van Christus te Brussel'. Het tapijt is een getrouwe kopie van Ensor's meesterwerk dat in 1987 naar Het Paul Gettymuseum in Los Angeles verhuisde.
Zo bevat de collectie van de Stad Oostende vandaag 330 werken van Ensor : 30 schilderijen, 70 tekeningen en 230 etsen.