De afbeelding toont een kamer in het huis van de ouders van de kunstenaar. Zware gordijnen schermen het zonlicht af, de buitenwereld lijkt buitengesloten, de tijd lijkt stil te staan. En toch is het schilderij lang niet zo donker in doordringende tinten als Ensors interieurs van het jaar daarvoor. Integendeel, de kamer lijkt ondergedompeld in een diffuus licht dat glinstert van kleur, en als het ware denkbeeldig licht dat een gevoel van dramatiek verleent aan de smachtende, lijzige atmosfeer van de scène. Dit licht vervreemdt objecten zoals de lussen van materiaal die de gordijnen vasthouden, en plots veranderen ze in vreemde vogels die op de rand van het bed neerstrijken, en die de slapende vrouw schijnen te bekijken of te bedreigen.