Als je een huis wil bouwen heb je nodig:
bouwstenen
plannen
Als je wil praten over levensbeschouwingen, dan heb je nodig:
begrippen
denkkaders
de leerling kent de basisbegrippen van de vrijheidsfilosofie.
de leerling kent belangrijke denkstromingen in het determinisme en het vrijheidsdenken.
de leerling kan fundamentele vragen stellen bij onze (on)vrijheid.
de leerling kan belangrijke toepassingen van determinisme en vrijheid benoemen en evalueren.
de leerling kan begrippen en visies toepassen op hun eigen functioneren en hun eigen visie.
Herhalingstoets
Er wordt een herhalingstoets gepland. Hiervoor studeer je het cursusmateriaal.
Je krijgt op de HT een aantal reeksen van vragen (A- , B-, C-, D- ... reeks)
Je mag zelf kiezen welke reeks je beantwoordt.
Zelfreflectieopdracht
De uiteindelijke doelstelling is dat je theorie ook kan toepassen. Je kiest daarvoor één van onderstaande toepassingen.
de leerling kent de basisbegrippen van de kennisfilosofie.
de leerling kent enkele belangrijke denkstromingen in de kennisfilosofie.
de leerling kan fundamentele vragen stellen bij onze waarneming en onze kennis.
Herhalingstoets
Er wordt een herhalingstoets gepland. Hiervoor studeer je het cursusmateriaal. De powerpoint is illustratief.
Je krijgt op de HT een aantal reeksen van vragen (A- , B-, C-, D- ... reeks)
Je mag zelf kiezen welke reeks je beantwoordt.
Zelfreflectieopdracht
De uiteindelijke doelstelling is dat je theorie ook kan toepassen. Je kiest daarvoor één van onderstaande toepassingen.
Toepassing religie
Toepassing psychologie
De leerling kent belangrijke begrippen over geloof, religie en levensbeschouwing.
De leerling kent belangrijke begrippen over magisch, symbolisch, pseudowetenschappelijk en wetenschappelijk denken.
De leerling kent verschillende visies over het verschil en de gelijkenis tussen wetenschap en geloof.
De leerling kent verschillende visies op transcendentie.
De leerling kan theorie en begrippen toepassen op hun eigen visie.
Herhalingstoets
Er wordt een herhalingstoets gepland. Hiervoor studeer je het cursusmateriaal.
Je krijgt op de HT een aantal reeksen van vragen (A- , B-, C-, D- ... reeks)
Je mag zelf kiezen welke reeks je beantwoordt.
Bezoek aan het GUM (Gents Universitair Museum)
Zelfreflectieopdracht
De uiteindelijke doelstelling is dat je theorie ook kan toepassen. Je kiest daarvoor één van onderstaande toepassingen.
Toepassing religie (de eigen levensbeschouwelijke positie)
Toepassing wetenschap (toepassing demarcatiecriteria)
de leerling kent begrippen die te maken hebben met zingeving.
de leerling kent de evolutie in de manier hoe we bezig zijn over zingeving.
de leering kan voorbeelden geven van zinvindingsplaatsen en kan deze evalueren.
de leerling kan vragen stellen bij hun eigen zingeving.
de leerling kent de visie van Nietzsche op zingeving.
de leerling kent de visie van Levinas op zingeving.
Herhalingstoets
Er wordt een herhalingstoets gepland. Hiervoor studeer je het cursusmateriaal.
Je krijgt op de HT een aantal reeksen van vragen (A- , B-, C-, D- ... reeks)
Je mag zelf kiezen welke reeks je beantwoordt.
Groepswerken
Groepswerk over zinvindingsplaatsen.
In dit groepswerk toon je aan dat je samen met enkele medeleerlingen informatie kan verwerken en communiceren over een levensbeschouwelijk thema, waarbij je de theorie van het voorbije jaar kan toepassen.
Op het mondeling examen toon je individueel aan dat je vlot kan communiceren over de inhoud van het voorbije jaar en over jouw mening daarover.