Doelstellingen
Leerlingen begrijpen enkele termen en schema's over motivatie
Leerlingen begrijpen dat er in Bijbelse teksten op verschillende manier kan gesproken worden over plicht en uitdaging
(in geval van de keuzeopdracht) Leerlingen kunnen reflecteren en communiceren over hun eigen motivatie en de factoren waardoor deze beïnvloed wordt)
Deze theorie gaat er vanuit dat er drie basisbehoeften zijn die heel sterk bijdragen aan onze motivatie en engagement als ze vervuld zijn:
Autonomie
Betrokkenheid (relatedness)
Competentie
Andere auteurs voegen hier nog aan toe:
Doelgerichtheid
Erkenning
één lezing van de Bijbel: http://youtu.be/apZLS3rZPq4
Hoe wordt God voorgesteld, welk karakter heeft God? Welke rol spelen de mensen?
Zijn de geboden van God eerder opgelegd? Of heb je de indruk dat de mensen ze zelf belangrijk vinden?
Zien de mensen er gemotiveerd uit? Of zijn ze gedemotiveerd?
Ik ben de Heer uw God
Gij zult geen andere goden hebben
Gij zult geen afgodsbeelden maken
Gij zult de naam van God niet misbruiken
Gedenk de sabbat en houd hem in ere
Eer uw moeder en vader
Gij zult niet moorden
Gij zult geen overspel plegen
Gij zult niet stelen
Gij zult geen valse getuigenis afleggen
Gij zult de vrouw en het bezit van uw medemens niet begeren
als wet: opgelegd
Het "gij zult" kan als wet gelezen worden, als regels waaraan men zich moet houden, dus door God opgelegd aan zijn volk. Sommige zaken zijn zo belangrijk dat ze heilig worden genoemd. Je MOET aan deze normen voldoen. Niet voldoen wordt zwaar gesanctioneerd. God is in dit beeld een dictator en politieagent
De tien geboden worden dan vooral juridisch gelezen: Welk gedrag kunnen we als samenleving afdwingen van wie in deze samenleving leeft. Of anders geformuleerd: welk gedrag moeten burgers minimum tonen. Een aantal van de tien geboden zijn ook vandaag nog ethische minima. Deze interpretatie heeft zeker zijn nut in een samenleving. Een ideale samenleving is dan een samenleving waar iedereen zich houdt aan de overeengekomen normen.
als belofte: een uitnodiging
Deze interpretatie sluit aan bij de meeste Joodse en Islamitische interpretaties. ‘Gij zult’ is dan geen bevel, maar een uitnodiging en belofte. “Gij zult” klinkt in onze taal redelijk dwingend en dreigend, maar zullen als werkwoord houdt vooral een toekomstperspectief in. Het is alsof God belooft en gelooft dat de mensen alles zullen kunnen doen wat de tien geboden zeggen. Op die manier wordt de vrijheid niet beperkt (je mag iets niet doen). Er is juist sprake van een wegwijzer naar meer vrijheid. Gij zult niet gebukt gaan onder de noodzaak of de schuld van moord, diefstal, bedrog en begeerte. God is hier een positieve coach die stimuleert en hoopvol naar de toekomst kijkt.
De Joden krijgen de Tien geboden nadat ze uit de slavernij in Egypte vertrokken zijn, maar voordat ze verder op weg gaan naar het Beloofde Land. De Exodus is het begin van hun geschiedenis als onafhankelijk volk. De tien geboden kan je lezen als een begin van deze geschiedenis. Ze zijn op weg naar het Beloofde Land. Zo zijn de Tien Geboden niet enkel geboden en verboden, maar het zijn woorden van belofte en bevrijding; de schets van de situatie waarnaar het volk onderweg is, een land van belofte, een wereld van rechtvaardigheid. Op die manier staat het Exodus verhaal ook vandaag nog symbool voor de blijvende zoektocht van de mens naar een betere wereld.
pedagogie van Don Bosco: >> klik hier voor de tekst over de pedagogie van hoop, vertrouwen, verbondenheid, vreugde en spel, groei, geloof
Titel van het bestand dat je upload: 3. Verwachtingen: (de)motiverend?
Beantwoord voor de eerste twee oefeningen minstens drie vragen. Neem de vragen over in je IW. Leg duidelijk linken met de begrippen uit bovenstaande teksten en schema's. Markeer de linken die je legt in kleur. Voer dan oefening 3 volledig uit.
Sommige idealen zijn voor ons een last. Deze idealen kan je opsporen aan de hand van de volgende vragen.
Leg je jezelf onhaalbare idealen op? Leggen anderen jou idealen op die je moet bereiken? Welke idealen zijn dat?
Zijn er idealen die je vooral nastreeft om iets negatief te vermijden? Iets negatief zoals: iets niet mogen doen van je ouders, afkeuring van mensen die jij belangrijk vindt, confrontatie met jezelf als iemand die gefaald heeft / gefaald is. Welke idealen zijn dat?
Wanneer geeft succes je amper voldoening? Wanneer is voldoening niet meer dan opluchting omdat je iets negatief kon vermijden?
In welke situaties vermijd je zaken die je confronteren met een mogelijk falen? (schoolboeken, mensen, situaties ...)
In welke situaties steek je de schuld op iets of iemand anders om niet zelf verantwoordelijk te moeten zijn voor een mogelijk falen?
Wanneer word je door jezelf of anderen bevolen met "Gij zult ... !"
Zoek je meer info over schoolgebonden thema's die te maken hebben met idealen zoals faalangst, motivatie, uitstellen, perfectionisme, stress? klik dan hier >> http://www.teleblok.be/themas
Veel leuker zijn idealen die we ervaren als positieve uitdagingen, uitnodigingen, beloftes ... Deze idealen kan je opsporen aan de hand van de volgende vragen.
Welke situaties geven je energie, drijven je vooruit, motiveren je om verder te gaan, zetten je aan tot actie? Welke waarden zitten daarachter?
Wie gelooft in jou? Wat geeft jou zelfvertrouwen? Wie of wat belooft jou dat het goed komt? In welke situaties of context is dat?
Wie of wat nodigt jou uit om uit je comfortzone te komen en een stap verder te zetten? In welke situaties is dat?
In welke situaties is falen niet negatief, maar een stapsteen naar succes?
Welke (misschien naïeve) dromen en idealen streef jij graag na?
In welke situaties word je door jezelf of anderen gemotiveerd met "Gij zult ...!"
Voorspel wat jouw ouders zouden antwoorden op de vragen die jij zelf ook al hebt beantwoord. Schrijf dit op in je IW. Je kan de vragen stellen aan je ouders waarbij je de vragen toepast op jezelf, of waarbij je de vragen toepast op je ouders.
Ga in gesprek met je ouders over deze vragen en schrijf op wat ze hebben geantwoord
Schrijf op wat jouw mening is over hun antwoord
Vat samen wat je hebt bijgeleerd uit deze oefening.
Concrete afspraak:
Upload je taak als pdf of word bestand.
met een juiste titel
voor de deadline
in de juiste uploadzone.
stipt en volledig /2.5
duidelijk en concreet /2.5
genuanceerd en kritisch /5