Iedereen rouwt anders, dus de steun die mensen nodig hebben is ook verschillend. We zijn dikwijls onhandig in de steun die we willen bieden, we weten niet wat gezegd of gedaan. Toch is het heel belangrijk dat de omgeving laat voelen er te zijn, door de betrokkenheid te tonen en de rouwende zelf te vragen wat hij liefst wil.
Rouwen is een reactie op verlies. Rouwen kan op heel veel manieren, met verschillende emoties en is voor iedereen anders. Voor sommigen gaat het gepaard met hevige emoties van verdriet, angst of woede en verzet, voor anderen is er opluchting. Tijdens het rouwen kunnen verschillende gevoelens bij dezelfde persoon voorkomen.
In elk rouwproces vinden 2 processen plaats: het eerste is verliesgericht en het tweede is herstelgericht. Dit betekent dat de rouwende zichzelf tijdens het eerste proces (verliesgericht) wil confronteren met verlies: hij wil zich onderdompelen, hij wil de realiteit, de pijn en alle positieve en negatieve betekenissen zien, hij wil alles vermijden dat te maken heeft met ‘het leven gaat verder’.
In het andere proces wil hij zich alleen richten naar het herstel: hij wil afstand nemen van het verlies, hij wil er niet mee geconfronteerd worden, hij wil zich opnieuw aanpassen aan het leven, hij wil een nieuwe rol opnemen, enz.
De rouwende wordt geslingerd tussen verlies en herstel. Dit kan jaren duren en verschilt voor iedereen. Stilaan wordt het verlies geïntegreerd in zijn levensverhaal en vindt hij een nieuw evenwicht. Op belangrijke momenten in het leven komt het ‘terugdenken’ soms heel sterk terug.
Rouwen is het antwoord dat mensen geven op verlies. Rouwen kan op heel veel manieren en is ook voor iedereen anders. Voor sommigen gaat het gepaard met hevige emoties, anderen storten zich op hun werk. De ene neemt het leven op alsof er niks is gebeurd, de ander wil er veel over spreken met vrienden, enz. Ieders individuele patroon om met verlies om te gaan wordt stilaan gevormd doorheen verlieservaringen.
Gebeurtenissen die raken aan wie we zijn als persoon, aan wat ons leven is, aan onze belangrijke relaties, zijn zo fundamenteel dat we ze moeilijk kunnen vatten. Rituelen zijn als het ware handvatten die we gebruiken om om te gaan met zaken die we moeilijk kunnen vatten.
Er zijn rituelen gelinkt aan religie, cultuur, gezinstraditie, enz. En er zijn rituelen die persoonlijk zijn, die alleen betekenis hebben voor die ene persoon. Er zijn ook rituelen die door een groep worden bedacht na het verlies om op een bepaalde manier te rouwen en afscheid te nemen.
Sommige rituelen hebben hun oorspronkelijke betekenis verloren en bestaan enkel door de traditie. Maar net die traditie geeft deze rituelen een extra dimensie. Door een traditie voort te zetten verbind je jezelf met wie die rituelen vroeger ook al uitvoerde en met al wie deze traditie ook verder zet. Deze verbondenheid kan heel welkom zijn op momenten van verlies.
Vele jongeren (en ook volwassenen) hebben nog nooit een dode gezien. Hoe ze daar voor de eerste keer mee omgaan, boezemt dikwijls angst in. Het is daarom ook beter eerst het dode lichaam te zien van een persoon waarmee je geen hechte relatie hebt.
Er zijn ook nog heel wat onduidelijkheden, vragen en geruchten over wat een dode precies is. Daarom is het belangrijk dat iemand voor de eerste keer de dode niet enkel ziet, maar er ook over kan praten. In dat gesprek kunnen gewoontes en gebruiken aan bod komen over wat kan en mag, en wat niet.
Verlies is een allesomvattende levenservaring die een persoon op zijn grondvesten doet daveren en die alle aspecten van een persoon raakt. Je persoonlijkheid en je identiteit is niet iets dat zich beperkt tot je eigen lichaam en karakter, je gedachten en je gevoelens. Wat jij ervaart, doet, denkt en voelt als persoon krijgt vaak maar een betekenis in functie van een relatie met anderen. Je werkt, je speelt, je leeft samen. Je persoon en je identiteit omvat dus ook jouw relaties met andere mensen. Als een belangrijke relatie wegvalt heeft dit dus een grote impact op je persoon en identiteit. Het zelfbeeld van de rouwende ligt overhoop.
De persoon die er was, die met hem praatte, waarmee hij dingen samen deed, is nu weg. Hoe ‘moeder’ zijn als je kind is gestorven. Hoe ‘partner’ zijn als je vrouw dood is? Wie ben ik (nog) zonder de persoon die er nu niet meer is. Iemand rouwt om een persoon met wie hij een betekenisvolle relatie had. ‘Betekenisvol’ kan zowel positief als negatief zijn.
Als het zelfbeeld overhoop ligt volgt ook vaak het werelbeeld. Vragen en twijfels over de zin van de wereld en het leven kunnen een onderdeel van het rouwproces zijn.
Iemand verliezen is een levenservaring die allesomvattend is. De rouwende zijn zelfbeeld, zijn relaties en de sociale context waarin iemand leeft worden daarin betrokken. Als in een gezin iemand wegvalt, valt tegelijkertijd ook die rol weg en de bijhorende taken, zowel praktische taken als sociaal-emotionele taken. De vraag is dan of die rol wordt overgenomen en wie dat -deels of helemaal- doet.
Het verlies van iemand raakt alle aspecten van een persoon. Het is een ervaring die zowel lichamelijk als emotioneel diep kan gaan. Slecht slapen en / of slecht eten na het verlies, zich niet kunnen verzorgen, enz. kunnen een oorzaak zijn van lichamelijke klachten. Er kunnen ook klachten van psychische aard ontstaan zoals angst(en), een depressief gevoel, onrust, enz. De onmogelijkheid om te praten over het verlies kan ook voor lichamelijke en / of psychische klachten zorgen. In elk geval zijn ze allemaal ernstig te nemen, want het is voor de persoon een manier van omgaan met het verlies.
Elke cultuur heeft zijn rituelen, gebruiken en gewoontes bij het rouwen. Op die manier geeft men betekenis aan de dood en het verlies. Vaak zijn die manieren voor mensen van een andere cultuur moeilijk te plaatsen en te begrijpen.