Het omstandereffect is een term uit de sociale psychologie. Er is sprake van wanneer zich een noodsituatie of een misdrijf voordoet waarbij een aantal mensen toekijkt zonder hulp te bieden of het alarmnummer te bellen of pas heel laat in actie komt, bijvoorbeeld bij zinloos geweld, een beroving, een verkeersongeval of pesterijen. De theorie is: Hoe groter de groep omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt.
Het omstandereffect werd voor het eerst benoemd en aangetoond door John Darley en Bibb Latané, toen een vrouw, Catherine "Kitty" Genovese, in 1964 in New York werd doodgestoken. De steekpartij zou 35 minuten hebben geduurd en 38 mensen zouden mogelijk hebben toegekeken zonder in te grijpen of de politie te bellen. Het hoge aantal passieve omstanders heeft tot veel sociaal psychologisch onderzoek naar het waarom geleid en heeft ervoor gezorgd dat het verhaal over Kitty Genovese een veelgebruikt voorbeeld van het omstandereffect is geworden.
De omstander ziet dat anderen niet ingrijpen, en gaat er daarom van uit dat ingrijpen niet nodig is. Dit is een vorm van sociale invloed.
De omstander verwacht dat een ander wel zal ingrijpen, of verwacht dat een ander al wel een ambulance gebeld zal hebben.
De omstander verwacht dat andere omstanders waarschijnlijk beter in staat zijn tot hulp.
De omstander is bang zelf gewond te raken.
De omstander voelt zich anoniem binnen de groep van omstanders. Hulp bieden of het alarmnummer bellen neemt deze anonimiteit weg en kan achteraf tot kritiek leiden. "Waarom heb je niet meer gedaan?"
De omstander is bang om zichzelf voor schut te zetten, of achteraf kritiek te krijgen omdat de reddingspoging mislukt is.
In een noodsituatie is het door de stress moeilijk weldoordachte beslissingen te nemen. Hierdoor kan iemand besluiten dat het belangrijker is om op tijd op het werk te komen of dat deze geen vieze kleren mag krijgen. Een beslissing die zonder stress onbegrijpelijk lijkt.
De omstander interpreteert de situatie niet als gevaarlijk. Dit gebeurt eerder als een omstander haast heeft.
De omstander is bang en wil de situatie negeren en zo snel mogelijk vergeten.
De omstander is bang dat juist ingrijpen extra problemen met zich meebrengt. De omstander wordt opeens een getuige en moet mee naar het politiebureau of zelfs getuigen.