Een voorbeeld van epikeia (= verantwoorde gewetenskeuze) in de Rooms-katholieke Kerk
(bron: Anthony Padovano: De geest en de visie van het Volk Gods terugvorderen
URL: http://rk-kerkplein.org/home/themas/Kerk-zijn/kerkstructuren/de-geest-en-de-visie-van-het-volk-gods-terugvorderen geraadpleegd op 01/01/2012)
... Seculiere wetgeving is geldig zoals die is vastgesteld na een correcte procedure. Kerkelijke wetgeving is niet geldig, zelfs als de juiste procedure is gevolgd, als de gemeenschap het niet aanvaardt. Aldus maakt een intelligente en verantwoordelijke interpretatie door de gemeenschap de wet beter en versterkt de autoriteit van de wetgever. Zelfs als de wet door de kerk in den brede is aanvaard, kan een locale gemeenschap van Christenen besluiten dat die op hen niet van toepassing is. Zij zijn dan vrij, onder de wet, een tegenstrijdige gewoonte in te voeren. Deze tegenstrijdige gewoonte wordt wet als die gedurende dertig jaar wordt gehandhaafd zonder een formele reactie van de wetgever. De tegenstrijdige gewoonte wordt dan op zich zelf een nieuwe wet. Een bisschop die de post niet beantwoordt, zoals velen dat doen, draagt bij aan de ontwikkeling van tegenstrijdige gewoonten. Stilzwijgen is in het canonieke recht gelijk aan instemming.
In al deze zaken moeten we twee extremen vermijden: robotachtige gehoorzaamheid aan de wet zonder inzicht; en een volkomen vrij keuzegedrag waarin wij precies doen wat wij willen. In ieder geval staat expliciet in het canonieke recht dat “Gewoonte is de beste vertolker van wetten” (canon 27). Gewoonte is daarom van meer belang dan een juridisch oordeel door diegenen die de wet kennen en meer dan geleerdheid door degenen die de wet onderzocht hebben. Gewoonte gaat daarom boven iedere andere weg van omgaan met de wet. Het gaat om de intuïtie en het gevoel van het Volk Gods.
Een andere beperking ten aanzien van de wet in de kerk is genaamd epikeia. Het is zelfs op een individu van toepassing. Een groep of een enkeling kan tot de conclusie komen dat in de wet met de specifieke omstandigheden van hun leven geen rekening is gehouden. De wet geldt daarom niet voor hen. (...) De wetgever heeft nooit de bedoeling de gemeenschap of het individu nodeloos te belasten of te schaden. Wij gaan er wel van uit dat wij allen er in goed vertrouwen mee omgaan.
Zo zien we dat de kerk officieel wetteloosheid toestaat. Het maakt duidelijk dat handelen tegen een wet van de kerk onwettig kan zijn maar wel gelegitimeerd. Na dertig jaar van weerstand zonder formeel antwoord van de wetgever, wordt de weerstand legaal, zoals wij zagen. Er is een aantal gevallen dat deze weerstand zegevierde:
De Oosters Katholieke Kerk weigerde het verplichte celibaat te aanvaarden.
De Codex van het Canonieke Recht van 1917 eiste dat ieder diocees iedere tien jaar een synode zou houden; bisschoppen, inclusief de bisschop van Rome, hielden zich daar niet aan.
Johannes XXIII decreteerde in Veterum Sapienta (1962) dat alle seminaries in de wereld alle theologische colleges in het Latijn moesten geven. Professoren in de hele wereld veronderstelden dat deze aanwijzing niet voor hen gold omdat zij niet goed Latijn kenden en niet de tijd hadden die taal goed te leren of, als zij dat deden, hun studenten het niet zouden verstaan; Rome stond deze tegenstrijdige gewoonte toe en maakte het aldus geldig.
Vasten gedurende een bepaalde tijd vóór het ontvangen van de communie werd veronachtzaamd.
De communie wordt ook gegeven aan gescheiden en weer gehuwde katholieken en aan homoseksuele echtparen, dit ter beoordeling van de bedienaar. Johannes Paulus II gaf de communie aan de Eerste Minister Tony Blair in het Vaticaan, toen deze nog anglicaan was.
De communie wordt regelmatig ontvangen door katholieken die protestantse diensten bijwonen.
Katholieke stellen leven vaak al samen vóór het kerkelijk huwelijk.
Aan het voorgeborchte werd getwijfeld en het werd gedurende eeuwen ontkend, totdat het idee onlangs ook door de paus werd verworpen.
Hoewel het eten van vlees op vrijdag was verboden, hebben katholieke landen in Europa zich daar eenvoudigweg niet aan gehouden en de wet werd veranderd.
De verplichting om op zondag de heilige mis bij te wonen, of om te biechten, wordt door katholieken uitgelegd in die zin dat zij dit aanpassen aan hun persoonlijke omstandigheden.