Brandbestrijding was vroeger een zaak van emmerkes water of zand te halen om smeulende resten alsnog te doven of verder onheil te voorkomen. Vanaf 1935 kan Sleidinge beroep doen op de brandweer van Gent, die begrijpelijker wijze meestal ruim buiten tijd aankwam. De eerste interventie vanuit het verre Gent was de brand op 11 maart 1940 van de Weststraatse brouwer Imschoot in de Weststraat.
In 1943 besluit de gemeente dan over te gaan tot de oprichting van een eigen vrijwilligerskorps. De vrachtwagen die men gebruikt om uit te rukken, haalt men aanvankelijk in Calcutta, waar hij door de directie tijdelijk ter beschikking wordt gesteld. Vertraagd door de oorlog wordt het materiaal pas in maart 1944 aangekocht, en is het korps dan pas operationeel, weliswaar nog altijd in een dwingend samenwerkingsverband met de Gensche pompiers.
Het korps verhuist later naar de toenmalige 'gemeentelijke jongensschool'.
Alarm werd gegeven via sirene die op het gemeentehuis stond. De vrijwilligers - de meesten werkzaam in de onderhoudsploeg Calcutta of als zelfstandige, moesten eerst rap naar huis om hun vest en helm op te halen, om zich dan te reppen naar de school. In 1948 koopt men dan een oude Bedford van het Engelse leger, meteen de eerste Sleinse brandweermobiel.
In 1968 wordt de vertrouwde Bedford uit dienst genomen maar wordt niet vervangen.
In 1954 komt er nog een oorlogsvehikel bij: een Willy's jeep. In 1966 krijgen de manschappen iets luxueuzer vervoer in de vorm van een VW-combi.
Bij het verbouwen van de school in 1968 is er voor het korps geen plaats meer. Na een kort verblijf op het gemeentelijk domein (Weststraat) verhuist men naar het Oostveld (nu gemeentemagazijn).
Vanaf 1969 fluistert men dat de Sleinse brandweer op zijn laatste benen loopt. Desondanks blijft men gewoon verdergaan. In 1974 valt het verdict: op 1 juli worden de Sleinse pompiers definitief naar huis gestuurd.