Vanaf 1890 haalt August Lippens, zoon van een landbouwer, melk op bij de boeren uit de omgeving en maakt hiermee boter in een kleine werkplaats in de Wittemoer wijk Daasdonk, die hij St.-Jooris noemt.
In 1935 zet zoon Valère de zaak verder en bouwt hij een melkerij (huidige Wittemoer 20). Na de oorlog pasteuriseert hij de melk en verkoopt hij die in glazen flessen aan melkventers en zuivelwinkels doorheen Oost-Vlaanderen. Hij biedt dan naast de boter en room ook yoghurt aan.
Vanaf 1950 doet de gesteriliseerde melk zijn intrede. De hoeveelheid opgehaalde melk stijgt elk jaar, en de melkerij kan de toevloed niet meer aan. Collega’s in de buurt zitten met hetzelfde probleem, en uitbreiden heeft geen zin, omdat het aanbod de vraag overtreft.
Onder initiatief van Valère en met medewerking van verschillende familiebedrijven uit Oost- en West-Vlaanderen wordt in 1961 Comelco, een samenwerkende vennootschap, opgericht. Bedoeling is alle melkoverschotten te verzamelen in Aalter. “COnserven MELk COöperatie” produceert er poeder en boter: eigenlijk de verwerking van de zomeroverschotten in geconcentreerde vorm.
Ondertussen komen er ook nieuwe verpakkingsmethoden: de polyethyleenfles (slap en doorzichtig, nu haast verdwenen) en de UHT brickpak, die het bijkomend voordeel had dat er geen transportruimte meer verloren ging. De onderneming blijft groeien, mede door overnames van kaasmakerij Passendale en collega’s Ste-Marie (Oedelem) en Lacsoons (Stabilac) uit Eeklo, wiens bedrijfs- en merknaam ze een tijd gebruikt.
Vanaf 1978 volgt een periode van technische ontwikkeling en verbetering. Vanaf 1983 pakt men de verkoopsmarkt op een andere manier aan, door de merken te groeperen en zo de bekendheid te versterken.
In 1991 wordt Comelco, ondertussen het grootste (privé)zuivelbedrijf van België, zelf overgenomen door de grootste Hollander: Campina Melkunie. Eerst werken ze nog drie jaar naast mekaar. In 1994 is er eventjes de schrik voor een “Sluitinge”, maar er wordt verder geïnvesteerd in de fabriek.
In 1997 verdwijnt de naam Comelco definitief en heet het bedrijf Campina. De melk noemt Stabilac of Joyvalle, de kaas Passendale, de nevenproducten (melk, yoghurt) Stassano en de zuiveldrank Yazoo. Vanaf maart 2000 krimpt men het yoghurtaanbod serieus in en verdwijnt de merknaam Stabilac ten voordele van Stassano. Niet lang echter, want vanaf augustus 2001 wordt de naam Campina als internationaal merk gebruikt. In 2009 gaat de schaalvergroting door en fuseert Campina Melkunie met haar Nederlandse collega Friesland (bekend van Appelsientje en zelf overnemer van Nutricia (Cécémel) uit Bornem) tot Friesland Campina. De merknaam Campina gaat alle andere vervangen
De vestiging in Sleidinge bleef gespecialiseerd in lang houdbare gesteriliseerde melk en melkdrank. In 2015 kregen 170 personeelsleden de sluiting van de site te verwerken. Sleinse werkgever nummer 1 sloot eind augustus definitief haar deuren.
Hieronder nemen we u nog eens mee naar 1961. In de bureaus wordt druk onderhandeld over Comelco, op de werkvloer gaat het dagelijkse leven zijn gang…