Na de tweede wereldoorlog meldt zich de eerste friturist, namelijk ene Taghon. Deze stond met zijn kraam op het Dorpsplein aan de pomp.
In 1955 krijgt hij het gezelschap van Maurice Van Der Jeucht en zijn vrouw Anna De Pauw (Anna van 't frietkot). Zij gingen op vraag van August Lehoucq van start in een arbeidershuisje naast zijn feestzaal “het huis van Oostenrijk” in de Schoolstraat. In het begin waren ze enkel op zondag open. Later, met de komst van de patronage en het jeugdhuis, ook op zaterdag. Later werd de frituur verbouwd, zodat de klanten niet meer op straat hoefden te wachten.
In 1975 ging het koppel op pensioen. De frituur bleef nog drie jaar open met andere uitbaters.
Daarna volgden nog:
- visboer Cyriel Matthys, die ook nog rondreed mee sijn krimkerre , en die een frituur opende aan het station. Later zou zijn opvolger neergeschoten worden door een psychiatrisch patiënt.
- Noël De Pau, die in de winkel-café van zijn ouders in de Polenstraat (huidig nr 55) van start ging met Frituur Christine.
- in de jaren 90 verscheen er terug een frituur op het kerkplein met de naam Zoutkorrel, later Zoutvatje.