Iever en Eendracht

Op 8 april 1850 ontstaat uit de zangvereniging “Ijver en Eendracht” een gelijknamige muziekmaatschappij. Die maatschappij groeit uit van een vriendengroepje tot een heus “meziek”, onder het voorzitterschap van onder andere Dr. August Ruyssen en notaris Robert Huyghe.

In 1926 krijgt het korps de titel “koninklijke fanfare" en een nieuw lokaal. Ze verlaten hun stek “het Oud Gemeentehuis” en verhuizen naar het Sanderushuis, waar voor hen speciaal een repetitiezaal gebouwd werd door hun voorzitter Ghysbrechts, tevens kopman van d'èdnen (zie ook onder politiek). In 1927 scheuren zich een aantal ijzeren muzikanten af om een eigen harmonie “St. Cecilia” op te richten. Voorzitter Ghysbrechts weigert “zijn” muziek immers te laten spelen op de traditionele huldeserenade van zijn rivaal en nieuw verkozen burgemeester Aimé De Paepe. Na de oorlog herneemt men de activiteiten, en men slaagt erin, mede dankzij figuren als Ivo Roegiest en Achilles Verplaetse, op korte tijd terug op een hoogstaand peil te komen.

In 1966 ziet het trommelkorps het levenslicht, later gevolgd door het majorettenkorps. De drijvende kracht wordt Germain De Craene.

Beeldfragment : 1985 2010 Iever en Eendracht viert Germain De Craene als 25 jaar dirigent. Bron SFK

Beeldfragment : 1968 2010 Iever en Eendracht in (nieuw) uniform. Bron SFK

In de jaren ’90 verhuist de maatschappij voor de tweede keer in haar lange bestaan naar een nieuwe repetitieruimte boven het Klokhuis (vroeger balkon van de parochiale zaal). In 2000 viert 'Iever en Eendracht' z'n 150-jarig bestaan met een indrukwekkend feest “rond de pompe”. Onder impuls van voorzitter Marc Van Wiemeersch krijgt het corps een nieuw uniform, en naambekendheid tot ver buiten de Sleinse grenzen. I & E speelt dikwijls "op verplaatsing".

Rond 2010 wordt Marc opgevolgd door Chris Ranschaert. Iever en Eendracht is dan nog een van de twee overgebleven fanfares van Evergem. In de schoot van I&E ziet Muzarte in 2012 het levenslicht, een tweede orkest waarin ook andere muzikanten dan koperblazers en slagwerkers terecht kunnen.