Brouwerij Willems Naudts


In 1863 bouwt Henricus Willems een brouwerij “Ten Dorpe” (Sanderushuis ). Na drie jaar sterft hij echter en zijn weduwe Mathilde De Vleeshouwer moet alleen verder. Na 3 jaar krijgt ze hulp van haar broer Charles-Louis en vervolgens van haar zoon Odilo Willems. Ook die sterft zeer vroeg, in 1892, waardoor Mathilde weer alleen verder moet. Vier jaar later overlijdt ze ook en komt de brouwerij te koop.

Polydoor Naudts, stoker uit het Akkerken (zie onder stokerij Van Damme Naudts Heyde) verkoopt de stokerij aan Omer Heyde en koopt de brouwerij. Hij brouwt er Figaro, een lichtbruin bier, Bock, die lichter was dan zijn Duitse soortgenoot, en het luxebier Boucquet. Tijdens de oorlog worden de ketels weggehaald, zoals het geval is bij alle Sleinse brouwerijen. Na de vijandelijkheden vormt de brouwerij met andere Meetjeslandse collega’s een coöperatieve, en vormt zich om tot depot en bottelarij van het veel grotere Krüger uit Eeklo.

Hiervoor gebeuren diverse verbouwingen.

Zoon Gaston Naudts volgt zijn vader op in 1920, en stopt de bottelarij in 1922. Een deel van de gebouwen maken in 1924 plaats voor Sanderushuis. Dochter Francine en echtgenoot Georges van Damme zetten de bierhandel verder in de oude bottelarij tot in 1967 en verhuizen dan naar de Linde (huidig nr.37 ). In 1977 stopt men definitief.