Een van de belangrijkste sociale wetten is er gekomen door een conflict tussen Calcutta en zijn arbeiders. In 1959 wil men de fabriek sluiten. De 250 arbeiders staken. Een week later is er een betoging waarin 2.500 arbeiders, boeren en middenstanders hun solidariteit betuigen. Nog eens twee dagen later is er een algemene staking in de gewesten Gent, Eeklo en Deinze. 15.000 arbeiders betogen op 23 maart op de Gentse Kouter, en daags nadien trekt de beheerraad van Calcutta onder de grote druk haar beslissing in. Maar niet alleen de arbeiders van de fabriek halen hun slag thuis. Deze grote staking krijgt nog een politiek staartje, en is de oorzaak van de “wet op de sluiting van de ondernemingen”.