Smelten of bevriezen?

Post date: May 8, 2010 1:19:16 PM

1 tot 4 mei:

het was fijn klimmen op het conglomeraatgesteente van Villanova de Prades en we vinden Catalonië een prachtige streek met niet alleen fantastische rots, maar ook goed eten en vriendelijke mensen. We waren ook van plan er een maand te klimmen, maar het weer gooide roet in het eten: regen en kou (waterkou blijken ze niet alleen in Nederland te hebben). Na sms-overleg met ons basiskamp te Reigersbos A'dam zijn we snel doorgereden naar de Costa Blanca, alwaar het weer beter was d.w.z. geen regen.

Maja aan het müsli-ontbijt, de rotsen van Forada op de achtergrond

Het bleek niet warm genoeg te zijn voor Forada. Dat ligt op 1100 meter hoogte en de wind was daar verrassend koud, zie bovenstaande foto van Maja in donsjack (zo'n jack dat je alpinisten ziet dragen op de Mount Everest e.d.). En dat terwijl de natuur en de rotsen zo ontzettend mooi waren! (een tip van onze makkers Bart en Daniëlla).

We namen onze toevlucht nabij Murcia, dat is een nog warmere streek -elk huis heeft er een cactus siertuin- en konden een dag prima klimmen in Orihuela, hoewel 'zon weg-muts op' gold en 'zon aanwezig-alles uit' Wat een problemen;-) Douchen onder een watertank in de snijdende wind is ook geen pretje, maar aangezien ons haar zo vet was geworden dat het begon te spetteren in de zon, moesten we wel.

Maja klimt met muts, maar in de zon te Orihuela (sector Callosa)

De langste miljoenpoot die wij ooit zagen (bij Maja's klimschoen), onderaan de rots

Een bijzondere ontmoeting

6 mei:

Goed ingepakt schrijf ik dit blog op ons afgelegen plekje in het bos, terwijl het aggregaat staat te snorren en Bart de auto naloopt (er bleek een voorwiel wat los te zitten na het wilde terreinrijden, die heeft hij weer vastgezet :-).

Nog altijd op zoek naar warmte, kozen we vandaag de beschutte rotsen van Leyva. De koude wind blaast er mooi langs en Bart kon in zijn blote bast klimmen, zo mag ik het graag zien! Nadeel van Leyva is de lange Anstieg (zoals de Duitsers dat noemen). Een uur lopen en dan kun je pas beginnen met het echte werk: rotsklimmen. Het bleek de moeite waard. We hebben genoten van de zon, de rots en de natuur en waren bovendien de enigen.

Maja klimt op sector Las Cuevas

Sector Las Cuevas: genoeg te doen voor achtenklimmers!

Leyva is in een prachtig natuurgebied gelegen en toen wij ons een tijd stil hielden (koffiepauze), hoorden we kabaal. We dachten aan lompe wandelaars -de stenen knalden werkelijk naar beneden- maar aangezien het gekakel van de Spanjaarden altijd van verre te horen is en we dat niet hoorde, moest het iets anders zijn. Misschien een steenlawine?

Tot onze blijdschap verscheen er zo'n twintig meter onder ons, op een langgerekte rotsrichel, een familie wilde berggeiten! ('n stuk of 15). Twee bokken met enorme hoorns hielden ons in de gaten, terwijl de dames met de jonge geitjes graasden. Uiteindelijk bleek Bart toch eng te zijn en gingen ze er ineens vandoor (Maja vonden ze niet eng, ze kwamen op maar tien meter van haar!). Gelukkig hebben we fotografisch bewijs en dit keer is dat niet een stip in de verte, zoals de grizzlybeer die we in Canada fotografeerden en waar iedereen grappen over maakte...

De twee bokken (leiders van de kudde)

De groepsfoto, onscherp maar dat heb je als je in the heat of the moment moet toeslaan

Inmiddels zijn mijn vingers bevroren en dat brengt mij op het laatste nieuwtje: we gaan de zinderende hitte van Andalusië op te zoeken! Morgen (7 mei, de dag waarop we dit verhaaltje onderweg ergens posten) rijden we naar onbekende klimgebieden in de Granada-Malaga regio, waaronder (wie kent ze niet? :-) Los Vados en Naranjito-Peña Cabrera.

Ze staan in een klimgids die voordat wij hem kochten, jarenlang stond weg te stoffen in Pied-á-Terre, Amsterdams bekendste kaarten- en reisgidsenwinkel. We zijn benieuwd!

Maja schrijft voor dit blog