deel 3

Overgangsbeweging Pak de bal, Stip bij:

Verplaats gewicht naar rechts, draai lichaam iets naar rechts, de rechterhand cirkelt onderlangs en naar achteren. Kijk naar de hand.

Draai iets terug naar links en de rechterhand cirkelt bovenlangs door en eindigt alsof boven een bal. Draai de linkerhand onder de bal en stip bij.

Staan:

1. Stap leeg uit op de linkerhiel naar de hoek, voet wijst recht naar voren.

2. Verplaats het gewicht naar voren naar brede linker boogstand. Het lichaam draait mee naar voren. De linkerhand beweegt mee naar voren en omhoog en eindigt voor de borst met de handpalm naar het lichaam gericht. De rechterhand beweegt naar opzij en beneden, eindigend als op een tafeltje naast de rechterheup.

Volg:

3. Draai iets naar links, linkerhand reikt naar linkerhoek, rechterhand volgt bij linker elleboog.

4. Verplaats gewicht terug naar achteren in de rechtervoet. Linkervoet blijft plat op de grond, leeg. Beide armen cirkelen mee naar achter en beneden.

Verplaats:

5. Linkerhand blijft voor de borst, rechterhand cirkelt door naar achteren. Draai lichaam naar voren, rechterhand cirkelt door naar de linkerhand. Leg de handpalmen voor de borst op elkaar.

6. Verplaats gewicht naar voren, terug naar linker boogstand.

Zink:

7. Draai de handpalmen naar beneden en kruis de polsen.

8. Verplaats gewicht naar achteren. Trek de handen uit elkaar en beweeg de armen omlaag naar de heupen. De linkervoet komt omhoog op de hiel.

9. Breng de handen naar borsthoogte en verplaats gewicht naar voren.

10. Ontspan en laat los.

Overgangsbeweging Draai het lichaam:

1. Draai het lichaam naar rechts. De linkervoet draait mee naar rechts op de hiel. De rechterhand gaat mee in de draai naar rechts, de linkerhand blijft links.

2. Verplaats gewicht naar links en draai door naar rechts. De rechterhand cirkelt naar beneden op heuphoogte, handpalm naar boven.

3. Stip bij en pak de bal.