Wakatobi

Vrijdag, 12 Augustus, 2011. Wanci op Wangi Wangi.

Op Zaterdag 6 Augustus verlaten we het romantische Banda voor een 377 mijl, westwaarts richting Hoga, de eerste van de Wakatobi eilandengroep waar Wangi Wangi ook deel vanuit maakt. De tocht gaat prima, we maken mooie etmaalafstanden totdat op de derde dag de wind wegvalt en de motor erbij moet om nog voor donker de lagune daar binnen te kunnen varen. Dat lukt en scheelt een nacht op zee dobberen.

Hoga is vrij plat, een koraaleiland waar we prachtig snorkelen. Op Hoga is alleen een researchinstituut met 200 studenten, vooral uit de UK, die er onderzoek doen. We maken er kennis met Ann, een dame van onze leeftijd die over de hele wereld op zulk soort plaatsen de medische verzorging in handen heeft. De staf en studenten verblijven in een "resort" dat erg basic is. Zijn we wereldburgers of niet? In de jaren 80 van de vorige eeuw heeft Duncan ergens in een een bergdorp van Afhanistan, of is het Pakistan?, een waterleiding aangelegd, Ann is bekend in die regio en bezocht dat dorp een of twee jaar geleden en....de waterleiding werkt nog steeds.

Op het eilandje tegenover Hoga ligt een vissersdorp op palen en we willen er naar toe. Dat is een onderneming omdat we dat met laag water proberen en we al roeiend en wadend door enkeldiep water doen, de dinghy achter ons aanslepend. Maar we komen er. Het zijn eigenlijk allemaal niet met elkaar verbonden hoopjes koraalstenen waarop men een hutje op palen heeft gebouwd. Met laag water waadt men door het ondiepe water naar de buren, met hoog water peddelen ze met de kano de paar meter die ze van elkaar scheidt. Via de losliggende stenen wordt ik naar boven gehesen en krijg ik meteen een baby op mijn schoot, wordt er veel gelachen en is Rob meteen zijn nieuwe pet van de Indonesia Rally kwijt. Ze pulken aan een zilveren armbandje wat onze vier gezinsleden allemaal dragen, maar het gaat me te ver om dat af te staan, niet om de materiële waarde maar omdat ik er aan gehecht ben. De nacht daarna liggen Rob en ik allebei te denken aan hoe men daar op zo,n stapeltje stenen leeft, 10 a 15 mensen op een oppervlakte van nog geen 10 vierkante meter. Ze vangen vis, de kanootjes zijn schilderachtig met hun zeiltjes van lichtblauw of wit plastic. Met laag tij scharrelen ze op de banken op zoek naar schelpen, zee-egels en meer. Elke dag komen ze langs met hun vangst, een tonijn, mudcrabs (lekker), en een soort reuzengarnalen van 25 cm. lang (minder lekker).

Als er volgend jaar een rol oranje plastic ergens opduikt, zullen het oranje zeiltjes zijn. Ergens zien we wel een paar minimale casave wortels liggen.

Conclusie, ze zijn arm, hebben een paar meter koraalrots op de zee veroverd. Gelukkig hebben bijna alle boten enorme plastic zakken van liefdadigheidsinstellingen vanuit Darwin aan boord genomen om her en der uit te delen. Dit leek ons een goede gelegenheid. Dan is het weer tijd om verder te trekken, naar Wanci. Om 5.a.m. varen we uit omdat we om uiterlijk 10.30 a.m. hier de lagune binnen moeten zijn met hoog tij. Dat gaat prima, het is maar een tocht van 28 mijl en buiten de lagune komt een lokaal iemand aan boord om ons binnen te loodsen. Zoals overal hier moeten we weer formulieren in tigvoud tekenen en inleveren maar de vriendelijkheid compenseert

alles. We krijgen hier per jacht zelfs 100 liter diesel cadeau, volgens ons uit promotie doeleinden. We worden er verlegen van en hebben zo weinig diesel gebruikt dat we het niet eens kunnen vullen. Dan mogen we de stad in met Uli die zich de komende dagen over ons zal ontfermen. Een erg lief meisje dat zich vooral tot mij richt en over haar droom praat, ooit naar het buitenland gaan om te studeren. Ze vraagt daarbij overigens absoluut niet om geld. Haar engels is gebrekkig maar redelijk te begrijpen. Na veel gedoe lukt het om ergens internet te vinden dat functioneert en kunnen we mail lezen. Iedereen dank voor felicitaties, altijd een feest om iets uit Nederland te lezen en hoe alles daar reilt en zeilt. (Geen idee of ik reilen nu met een korte of lange moet schrijven, het is een gok en aan spellingsprogramma doe ik niet, sorry.)

Het stadje is in de middag erg slaperig, het is Ramadan, geen markt of eetstalletjes. Ik denk dat de mensen deze maand het ritme omdraaien en in de nacht tot leven komen, in elk geval de Moskee die om drie uur begint met gejengel, en dan om 5 uur even pauzeert. De avondmarkt is exotisch met alle verlichte stalletjes vol etenswaren. Ook de markt begint om drie uur in de nacht, komt in de loop van de dag tot stilstand om rond 18.00 weer tot leven te komen. In het internetcafé, schoenen uit, op de grond aan een tafeltje,kunnen we onbeperkt drie dagen lang voor 1 euro netten, onbeperkt betekent ook 24 uur per dag. Het gaat traag maar het gaat, hoewel skypen te veel is gevraagd.

Vandaag met een gids en auto op pad, samen met Ria en Duncan, naar de Bajo stam, een volk van de zee, en we komen terecht in het Venetië van de Wakatobi. Ik denk dat de foto's voor zich spreken. Het zeewier wat voor verschillende doeleinden wordt gedroogd, en misschien in luxe Spaoorden over de wereld wordt gebruikt, is prachtig qua kleur in weidse omgeving van de lagune in alle mogelijke kleuren blauw en groen. In een dorpje in het binnenland roestige kanonnen die wij daar achterlieten, of misschien de Portugezen. Resten van een fort en mensen die weer anders leven en weer een andere taal hebben dan die aan de zee.

Francisca schreef dat Indonesië zoveel variatie aan culturen en sferen te bieden heeft dat het niet gauw gaat vervelen en we beamen dat hartgrondig. Vanavond op het programma? Om een uur of vijf een drankje bij de een of ander aan boord, er zijn vandaag weer nieuwe mensen bijgekomen, en daarna naar de avondmarkt om her en der van de plaatselijke heerlijkheden of niet heerlijkheden te proeven. De kipsaté gisteren waren heerlijk, de dikke pannenkoek, besmeerd met dikke lagen blueband, suiker en pindarasp die Duncan probeerde, leek ons te zwaar om tijdens de nacht rustig op te slapen. Wat denken jullie ervan, is dit genieten of niet?

20 Augustus, 2011, Vrijdag. De baai van Wodong, ten Oosten van Maumera op Flores.

Wangi Wangi en de Wakatobi eilandengroep hebben we achter ons gelaten met nog een laatste stop midden in het niets, Karang Kapota, een atol waarbij de rifranden niet boven het water uitkomen. Een gekke gewaarwording, je hebt de indruk dat je midden in de oceaan voor anker ligt maar wel in rustig water. Een overnachtzeil naar de Oostkant van Flores en voor een poosje zijn de grote tochten verleden tijd en gaan we genieten van dagtochtjes, lekker en goedkoop eten, snorkelen en dingen zien. De paar dagen rust waren lekker na alle aandacht die we tot nu toe in dit land kregen. Uli, onze persoonlijke gids in Wanci, moest tranen huilen toen we weggingen en Gino meldde openbaar op de marifoon dat hij van ons hield.

Tijdens de tocht hierheen zagen we midden in de nacht onverlichte visvlotjes, mijlenver van land verwijderd, soms met iemand erop die een fakkel aanstak als hij ons zag aankomen. Van een beetje suffen in de kuip was geen sprake, de radar op 5 minuten, goed kijken en opletten.

Een beetje verlaat, door gebrekkige internet en telefoonverbindingen, kregen we het nieuws dat Anniek de gelukkige moeder is geworden van Jacco. Wij feliciteren haar en zijn blij.