Maleisie

Maandag, 9 April, 2012. Pangkor.

Voor iedereen een vrolijk en gelukkig Paasfeest.(hier niets van te merken.)

Isabella werd gisteren 4 jaar.

Josefien en Ddungu geven ons in september een vijfde kleinkind.

Dingen waar we vrolijk van worden!

Om de hitte hier aan de kust te ontsnappen hebben we een tocht gemaakt naar het binnenland, de Cameron Highlands. Heerlijk koel in de bergen, en zeer vruchtbaar. We verwachtten groene hellingen maar het is er volgebouwd met plastiek kassen voor aardbeien, bloemen, groenten. De theeplantages zijn prachtig en we zijn verbaasd dat het proces van thee maken, als de blaadjes eenmaal in de fabriek zijn, maar een paar uren in beslag neemt. De theeplantages zijn net als de rijstvelden meteen herkenbaar door hun speciale groene kleur en ze lijken heel aaibaar en zacht, met kronkelpaadjes voor de plukkers ertussen,een beetje als vers mos. Het plukken op de steile hellingen gebeurt nog grotendeels met de hand en moet zwaar werken zijn.

Het frisse klimaat en de bergen trekken erg veel toeristen , vooral in de weekenden, dus de plaatsjes staan vol met grote hotels. Gelukkig waren wij er door de week en konden we redelijk doorrijden op de toegangsweg er naar toe.

Via de havenmanager James hier hadden we een redelijke en goedkope guesthouse besproken, de bedden waren wat muffig maar het was wel schoon.

We zijn ook nog helemaal naar de Oostkust van Maleisië gereden om te kijken wat Maleisië buiten de palmolieplantages en de bergen nog meer te bieden had. Grottempels bij Ipoh waar de Chinezen hun Allerzielen vierden. Ze komen naar de tempel met vuilniszakken papieren namaakgeld, kartonnen cadeaudozen die leeg zijn of waarin briefjes of afbeeldingen van wensen zitten. Een drukte van belang, wolken van wierook, eetstalletjes. In de krant lazen we dat men tegenwoordig veel afbeeldingen van Ferrari's, Iphones en Ipads offert. Al die wensen worden verbrand en vervolgens gaan de plastiek zakken over de schutting op het grasveld. Drankjes worden vaak verkocht in dichtgebonden plastiek zakjes met een rietje erdoor. Toen ik een man achteloos zo'n zakje op straat zag gooien, viel mijn mond van verbazing open, hij zag dat en liep onverstoorbaar verder. De steden zien er allemaal wat hetzelfde uit, grote vierkante betonblokken, betonskeletten, beschimmeld of zwart door uitlaatgassen, troep ertussen, donkere volgestouwde werkplaatsjes, meestal voor het opknappen van auto's of zo.

Bij Ipoh, de provinciehoofdstad van Perak, liggen enkele Chinese tempels. Ze zijn verstopt tussen klaksteenrotsen die als een gatenkaas vol met grotten zitten.

Het is Chinees Allerzielen.

Van wat meer afstand vraag je je af of de voorvaderen zich niet zullen storen aan al het vuilnis wat vlakbij wordt gedumpt?

Eten wordt ook aangeboden, waar vooral de apen zichtbaar op zaten te asen.

Wierook is er zoveel dat er mist rondom de tempel hangt.

In de Cameron highlands drinken we thee in een Engels 'smokehouse'. Tot in details, inclusief het gedrag van het personeel, lijkt het overgeplant te zijn uit good old England.

De theeplantages vinden wij het mooiste wat we in Maleisië hebben gezien.

Naast de reuzenbloem, de Rafflesia (die we niet gezien hebben), heb je deze vleesetende planten.

De beken kleuren rood van de zeer vruchtbare modder.

Het is hier minder een zwarte jurken kerk dan in Kuala Lumpur waar veel dames alleen een brievenbus voor de ogen hebben, maar de dames hebben wel allemaal een hoofddoek op, in kleuren die lijken alsof er een grote laag stof op ligt, vaal grijs, vaal roze, vaal blauw. Als westerling voelen we ons wel een vreemde eend in de bijt. We keken onze ogen uit hoe op het vliegveld van Kuala Lumpur de zwarte jurken dames hun vader, oom, echtgenoot of oudere broer begroetten. Het is allemaal interessant om mee te maken en te zien.

Nu zijn we alweer een weekje aan boord en ben ik elke dag met een schoonmaakklusje bezig totdat het daarvoor echt te warm wordt. Slapen gaat beter nu we een goede ventilator boven ons bed hebben geïnstalleerd, het blijft s'nachts ook in de dertig graden Celsius. Rob kreeg het vanochtend op zijn heupen en boekte een reis voorafgaande aan onze trip naar Hongkong en Macau. We gaan naar de Orang Utangs in Serawak op Borneo, iets wat wel in de planning stond maar nog niet gepland was. 15 April vliegen we naar Kuching,voor 5 dagen. Dan kunnen we zeggen dat we Maleisië echt gezien hebben. Daarna vliegen we via Kuala Lumpur door naar Hongkong. We doen het op deze manier omdat we zo twee busreizen van hier naar en van Kuala Lumpur (heen en terug 8 uur), besparen. Ik voel me wel verwend op deze manier te kunnen rondtrekken, maar het is allemaal erg betaalbaar. Aan boord geven we momenteel ook niet veel uit. Hoewel, op onze trouwdag had Rob een candlelight diner hier in het Best Western Hotel geregeld. Vooraf moesten we een keuze maken uit het menu, wijn was er niet maar die mochten we zelf meebrengen, s'avonds kregen we eten op ons bord wat zo uit de magnetron kwam en binnenin nog koud was, het vlees niet om door te snijden en voor het eerst in mijn leven stuurde ik het bord terug.

Als troost gingen we in een barretje hier aan de kant goede koffie drinken en kregen we een soort taartje met felicitaties van het personeel daar. Heel leuk en we hebben om de hele situatie flink gelachen, iets om niet te vergeten.

Rob fietst nog wel eens de 17 km heen en weer naar de stad voor iets, een reparatie aan de dongel, onze Maleisische telefoon die niet op wil waarderen, of om kaarten te posten die we eindelijk ergens konden vinden voor verjaardagen, ik heb dat in deze hitte maar opgegeven en doe klusjes aan boord, lekker poetsen of wassen draaien, als er maar water aan te pas komt. Ik vind het altijd lekker als we op reis gaan en de boot schoon en georganiseerd achterlaten. Toen we uit Vietnam terugkwamen vonden we in de kuip iets van houtsnippers, we dachten dat misschien een rat had geprobeerd had binnen te komen en we zetten nu als we weg gaan een paar rattenvallen op het dek, nog zonder resultaat en ook geen sporen van ratten aan boord. Bij het schoonmaken van de keuken vond ik een dode kakkerlak maar geen andere wegschietende beestjes of zo. We houden het ongedierte aardig onder controle.

Het internet is wisselend, niet zo goed dat we kunnen skypen en soms wordt de verbinding om de haverklap verbroken, maar over een goede maand kunnen we iedereen in Nederland weer in de ogen kijken. Het mag best een hele goede zomer worden maar liefst niet zo verpletterend warm als hier.