Java, KarimunJawa en Belitung

Maandag, 3 Oktober, Karimunjawa.

Op KarimunJawa krijgen wij een welkomstdiner met dans door kinderen.

Weer terug op Stamper, die zich alleen aan het anker prima gehouden heeft. Een risico omdat het anker kan losslaan, dus hadden we instructies voor eventueel herankeren onder de kap achter gelaten voor de ene yachtie die op de ankerplaats achterbleef.

De tocht was uitstekend, wel vermoeiend omdat er veel in was aangeboden en reistijden op Jawa door druk verkeer lang duurden. De hotels waren goed tot uitstekend, de maaltijden gaan op den duur wat vervelen omdat het eigenlijk steeds hetzelfde is hoewel de kwaliteit kan verschillen. De Borobudur en Prambanantempel waren indrukwekkend, de sultanpaleizen schitterend. In een daarvan hadden we een fantastische vrouwelijke gids, de 43 jaar die ze was gaf je haar absoluut niet en ze kon ongelooflijke dingen met haar handen en hoofd doen omdat ze al van jongs af aan als koninklijke danseres was getraind. We waren met een groep van 15 mensen die elkaar allemaal kenden, allemaal bootmensen, dus dat was gezellig en er is geen onvertogen woord gevallen, ondanks het nachtmerrieachtige begin van de tocht.

Want: volgens programma zouden we vanuit Karimunjawa met de snelferry naar Jawa in drie uur oversteken. Om half 6 in de ochtend werden we van onze boten gehaald en naar de ferry gebracht. Wat blijkt, de snelferry is kapot en we moeten met de slowferry. Toen we eenmaal aan boord daarvan waren en ons van de toestand bewust werden, was er geen mogelijkheid meer om van boord te stappen door de masse mensen die overal lagen. Op het benedendek stonden wat auto's, geiten, kippen, heel veel stapels kokosnoten en heel veel mensen. Dus naar boven, het tussendek waar wat gammele kuipstoeltjes waren en de overige ruimte door bagage en liggende mensen werd ingenomen. Nog meer naar boven, het open dek dus in geval van nood de enige ruimte om te ontsnappen. Zeven uur in de blakerende zon, op een stalen dek, geen stoelen, dus zoek maar een plaatsje want de komende tijd zul je je nauwelijks kunnen verplaatsen. Omdat de snelferry dus kapot is, is deze ferry bomvol geladen en eigenlijk zitten we als ratten in de val. Trapjes naar beneden zijn allemaal bezet door zittende mensen omdat daar nog iets van schaduw is,W.C. Is niet bruikbaar omdat al gauw bij verschillende passagiers de zeeziekte toeslaat en de waterspoelinstallatie het laat afweten.

Eigenlijk is het een wonder dat we geradbraakt maar veilig aankomen. Op onze zeiltocht van Bali naar Karimun ontmoetten we een ferry die op aanvaringskoers met ons zat. Het was mijn wacht maar op mijn oproepen via VHF reageert hij niet dus moest ik Rob wakker maken. Eindelijk krijgen we respons: We not speak English. In de krant een paar dagen later en op t.v. In hotels lezen en zien we dat op die ferry brand uitbrak en door de massa mensen onder de voet zijn gelopen met het nodige aantal doden. De reisleider Agib moet actie ondernemen omdat we niet op die manier weer terug naar onze boten willen. Gelukkig regelt hij voor de terugreis een plaats in de VIP ruimte met redelijk comfortabele vliegtuigstoelen en airco. (waarom dat ook niet voor de heenreis geboekt was, snappen we niet, waarschijnlijk ook overboekt.) Bovendien is het op de terugreis veel minder druk en kunnen we zowaar af en toe de benen strekken. “Do as the locals” is niet altijd de verstandigste oplossing.

De beloofde snelle ferry was kapot, de vervanger was er een uit je ergste nachtmerries.

Het paleis (Kraton) in Solo.

Onze gids in het Kraton had hier 25 jaar als danseres gewerkt.

Er werd nog steeds gedanst. Dit is een oefening van een groep met o.a. Japanse dansers erin. De dans is zeer langzaam en 100% synchroon.

De Prabanan tempel

Een boeddhistische tempel op het terrein van Prabanan

Batik werkplaats in Solo

Durian eten onderweg, NIET in de bus en benedenwinds van de bus!

Ons hotel de 4e nacht.

De Borobudur. Sommige van de bas-reliefs op de borobudur waren zo erotisch dat vroegere sultans deze bedekt hebben met stenen. Het grove muurtje hieronder is censuur uit de middeleeuwen.

Via 10 niveaus kom je van het gewone leven in het Nirwana. De onderste 4 zijn voor normale mensen, dan drie spirituele niveaus en tot slot drie niveaus voor het Nirwana. Alleen de Nirwana plateaus zijn rond, de andere vierkant. De stoepa's op het laagste nirwana hebben ruitvormige gaten (minder perfect of in balans), dan vierkant en tot slot helemaal geen gaten. Binnenin de bovenste stoepa vond men een onvoltooide boeddha. Vermoedelijk onvoltooid omdat het volmaakte niet is af te beelden.

We namen afscheid van Olm en Josee die drie weken hebben “genoten” van het leven aan boord en alles wat daarbij komt kijken. Het was gezellig, vol, maar te doen, nu genieten we van de ruimte aan boord, alle was is gedaan en de boot is georganiseerd.

De president van Indonesia, SBY, schijnt naar Belitong te komen, de laatste stop voordat we Indonesië als vloot verlaten. De Indonesia Rally is toch blijkbaar een major event. Ik moet zeggen dat het ook best allemaal goed is georganiseerd voor ons bootmensen, met tours zoals naar Java die speciaal voor ons worden georganiseerd. Op elke ankerplaats was er Dewi, die alles voor ons regelde en als vraagbaak gold, een schat van een vrouw die de boten over land volgt, regelt waar je water kan bestellen, je was kan laten doen, of je moet in en uitklaren en wat er verder moet gebeuren. Zo regelde zij ook de verlenging met een maand van onze visa, bij binnenkomst krijg je een visum voor 2 maanden dat dan alleen op Bali verlengd kan worden. Dat was spannend omdat we haar voor een paar dagen onze paspoorten moesten toevertrouwen, dat is allemaal goed gegaan. Je moet je voorstellen dat zij van zo'n kleine honderd boten alle passen plus honderd euro per boot in bezit had, een hele schat in dit land. Ze was er ook behoorlijk nerveus van.

De planning op de verschillende plaatsen van de festiviteiten laat wat te wensen over, zo zijn de ontvangstceremonies, diners, dansen en officieel afscheid op Belitong wat verlaat, nu van 9 tot 13 Oktober, zodat we misschien wat in de knel komen met onze geplande vlucht naar Amsterdam vanuit Singapore op 25 Oktober. We zullen het allemaal meemaken, opruimen van de boot kan in stapjes en daar zijn we al mee bezig. Ik ben een tevreden mens.

Woensdag, 12 Oktober, 2011, Belitung, (Belitung, Biliton, alles kan).

Op de laatste ankerplaats voor Belitung, toen we om 5 uur in de ochtend wilden vertrekken om aan de 270 mijl hierheen te beginnen, brak de ketting en moesten we het anker achter laten op 12 meter diepte, te diep voor Rob om op te duiken. Verrassing: een stel jonge mensen komen hier een paar dagen later aan, met ons anker. Onze helden.

Belitung, onze laatste standplaats Indonesië na drie maanden. Aan de huizen en wegen zien we dat het eiland vrij rijk is, al in de koloniale tijd werd hier tin gewonnen door de Biliton met een hoofdkantoor in Nederland. Ergens in de vorige eeuw bedacht Shell dat het zijn corebusiness moest verbreden door Biliton op te kopen. Toen was het dus Shell Biliton. De mode veranderde weer en diversiteit ging over boord. Biliton kwam in Australische handen waar het nu nog steeds is.

We maakten hier twee tours (gratis), een in West, de andere in Oost Bilitung, beiden met veel dans, toespraken van beide regenten, lunches enz. De bussen met ons yachties rijden onder politie-escorte door allerlei plaatsen. Bij kruispunten gaat het zwaailicht en sirene aan en ongeacht de kleur van eventuele stoplichten rijdt het konvooi ongestoord door het verkeer. Hetzelfde is het geval als je als voetganger de weg in de stad wilt oversteken, de politie loopt de weg op, houdt alle verkeer tegen, (ook voor alleen twee personen), en daar ga je dan. Als ik aan de regent van West Belitung vertel dat we Belanda zijn, maakt hij zowaar een huppelsprong van vreugde. In een traditioneel huis waar we een lunch krijgen aangeboden, hangen veel oude foto's met Nederlandse ondertiteling. We zullen moeten afkicken van de vriendelijkheid en hulpvaardigheid van de mensen hier. Als we aan land gaan met de dinghy, staat er altijd een ploeg sterke mannen klaar om de bootje aan het strand boven de vloedlijn te dragen, het is dus voor mij geen enkel probleem om in mijn eentje naar de wal te gaan. Er loopt een heel team gidsen, teachers en leerlingen van de senior high school, die je bij allerlei dingen helpen. De enige en favoriete Nederlandse zin van een van de meisjes is “je kan de pot op” en ze doet niets liever dan je lachend met die spreuk te begroeten. De hele dag is er muziek, wordt er gedanst, er is een grote tentoonstelling met standjes van veel eilanden in Indonesie. De weg naar de stad, zo'n 15 kilometer verder op, hangt vol met Sail Indonesia vlaggen en wimpels. Dit alles vanwege het bezoek van de President?

Samen met heel veel lokale bevolking maken we een ochtend lang het strand schoon. Met vuilniszakken lopen we een kilometer of vijf over het strand. De lokale bevolking heeft een ander idee over opruimen dan wij boaties: zij doen bruine bladeren en half verrotte cocosnoten in hun zakken en zien alle plastic over het hoofd. Ongelooflijk hoeveel plastic rommel er ligt en na een half uur begin je je stierlijk te ergeren aan die kleine dopjes van waterflesjes. Dat was een zware bloedhete ochtend.

We bezoeken een school en spelen Sinterklaas in een weeshuis waar het me even te veel wordt hoewel de omstandigheden daar niet eens slecht zijn. Nog enkele tassen met speelgoed en kleding laten we daar achter.

Wat het dansen betreft: hier op Belitung zien we voor het eerst dansen waarbij mensen in trance raken, een overblijfsel van het oorspronkelijke animistische geloof hier in goede en kwade geesten. Het is niet iets wat ze speciaal voor ons doen, maar echt iets van de bevolking zelf. Wat houdt het globaal in? Men probeert de toekomst iets te sturen door een gevecht met de geesten aan te gaan. Bij een dans heeft een man een grote bos met takken vol doornen in zijn armen waarmee hij over de grond gaat rollen en probeert die grote takkenbos met zijn hele lichaam te breken.Tijdens dit proces raakt hij in trance totdat hij op een gegeven moment helemaal verstijft als een plank en op de grond neervalt. Dan wordt hij weggedragen, gemasseerd en met een bepaald gebaar weer bij bewustzijn gebracht, hij krijgt te drinken, dat er meteen weer uitkomt maar na verloop van tijd is hij weer normaal. Bij andere gelegenheden zijn het mannen op paarden die met de zweep worden geslagen en een soort gras en iets uit een klein flesje te drinken krijgen, (iets hallicunogeens?) Taremaro heeft een groep gezien waarbij glas en spijkers werden gegeten. Waarom denk ik dat het iets is van de bevolking? Toen we terugkwamen van de schoonmaakactie zag ik iets achteraf een groepje mensen staan en ging ik kijken, als enige witte, hoe afgepijgerd ik ook was. Een vissersvolk uit de omgeving was daar geesten aan het uitdrijven die schadelijk voor de boten, vissers of vangst zouden kunnen zijn. In ieder geval weet ik niet goed wat ik van dit alles moet denken. Fascinerend is het allemaal wel.

Na drie maanden verblijf hier: wat is de Indonesische aard? Elke eilandengroep is verschillend van sfeer, dat is duidelijk en dat maakt het ook boeiend. Oppervlakkig gezien lijken het vaak lachende, giechelende kinderen die ook op de marifoon de raarste geluiden op kanaal 16 (noodkanaal) maken.

Hun vriendelijkheid en behulpzaamheid is grenzeloos, maar wat denken ze? Hun soms gewelddadige, bloederige historie, bijvoorbeeld de mysterieuze machtswisseling van Soekarno|Soeharto, becommentariëren ze met de woorden, “dat is het verleden, we willen daar niet meer aan denken en naar de toekomst kijken.” Er is hiërarchie in de micro en macro maatschappij. Elk dorp heeft een vrouwenvereniging, PKK, verplicht lidmaatschap, waar de dames praten, roddelen,over kinderen, geboortebeperking, hoe bij te dragen aan het gezinsinkomen, een sociaal netwerk. De mannen hebben ook zo'n club, dat is de village security en volgens Agib, onze reisleider op Jawa, is dat niets anders dan een gelegenheid om vrouwlief en huis even te ontvluchten en onder elkaar te zijn. Je zou kunnen zeggen, een Indonesisch mannencafé. Als een vrouw trouwt en een beter betaalde baan heeft dan haar man, wordt ze wel geacht haar baan op te geven als er kinderen komen.

Dewi en Raymond, de organisatoren van de Sail Indonesia, zijn daarentegen een modern koppel. Zij is een sterke vrouw die nogal wat op haar bordje neemt.

De tamtam over het bezoek van Mister President.

Vanavond is er een diner. Eerst zouden maar 20 yachties, van elke nationaliteit een koppel, worden uitgenodigd maar Dewi regelt dat we allemaal kunnen aanzitten. Dan komt het bericht, iedereen mag komen maar het hele gezelschap wordt in tweeen gedeeld, een groep met yachties, een groep met President, zijn omgeving en een delegatie van 10 personen van de fleet. Gisterochtend was er een loterij en Stamper is lucky, ik mag aanzitten in de groep met de President. Dresscode is Batik shirt en lange broek voor de heren, Sarong en bloes voor de dames. Lapjes heb ik genoeg maar voor Rob ging ik samen met Dewi winkelen.

Gisteren tijdens de tour krijgen Raymond en Dewi een telefoontje van de Indonesiche Navy: om veiligheidsredenen moet de hele vloot, 70 + boten, zich 2 mijl naar buiten verplaatsen. (onmogelijk want daar is het 60 of meer meter diep). Antwoord van Raymond: “Okay, ik geef het door aan de yachties, maar ik denk dat de yachties in dat geval zich linea recta verplaatsen naar Singapore.”

Dat zou jammer zijn, op die manier willen we niet uit Indonesië vertrekken.

De laatste update van vanochtend 7.00 uur. Het diner gaat door, maar........de President heeft verplichtingen door reorganisatie van zijn kabinet en zal nu door vice president worden vertegenwoordigd. He, hè, wat een gedoe!!!

Voetnoot bij de ontmoeting van de President van Indonesië. Er zijn waarschijnlijk mensen die sceptisch hun wenkbrauwen optrekken, moet je nu echt een vorkje wegprikken met een president van een corrupt land?

    1. We maakten een geval van corruptie mee, de havenmeester van Sumbawa Besar.

    2. De organisatie van Sail Indonesia benadrukt dat we van elke betaling een bonnetje moeten vragen en vraagt ons om gevallen van corruptie te melden. Wij en Revelation deden dat, (via Dewi) en in het geval van Revelation is de man ontslagen.

    3. SBY is democratisch gekozen en over het algemeen geliefd.

    4. Een van oudsher bestaande gewoonte van cliëntelisme is moeilijk in korte tijd uit te bannen, zelfs Obama kan in een periode niet alle beloften waarmaken en ook Belgie kent het systeem van vriendjes politiek. Wel is waar dat SBY nu al 7 jaar in het zadel zit.

    5. Onze verwachtingen van de Sail Indonesia Rally zijn op alle gebieden overtroffen. Het inschrijfgeld van $600 in Darwin blijft helemaal in Australië, de Indonesische tak hiervan krijgt daar geen cent van en wordt door de regering hier bekostigd. Bij aanvang van de Rally hadden we het idee dat het alleen een kwestie van papieren en officials zou zijn, dat is veel en veel meer gebleken.

    6. Sail Indonesia vraagt ons commentaar op schrift: wat was goed, wat kan volgend jaar

      1. beter. Ze willen volgend jaar de organisatie helemaal in eigen handen nemen zonder inmenging van Australië.

    7. Afscheid nemen hoort bij dit leven, maar van dit land neem ik afscheid met weemoed.

Maandag, 17 Oktober, 2011, Sebana Cove Maleisië.

Over de laatste avond en het diner met President SBY in Belitung, Indonesië, kan ik kort zijn: slecht. SBY kwam niet, vice president was er niet, wel een paar ministers. De boaties dienden als décor voor lokale politici die in ons onverstaanbaar Bahasa Indonesië via speeches hun herverkiezing probeerden veilig te stellen. Jammer, een ballon die leegliep maar het verandert niet onze zeer positieve indruk van de Indonesische bevolking.

Na drie dagen, twee nachten motoren, windstil, zijn we nu in Maleisië. Kind of Blue moet grotendeels worden gesleept wegens motorpech, in deze drukke vaarwateren wil je niet midden in een shippinglane liggen dobberen. Wij hebben een schedule vanwege onze geplande vliegreis maar gelukkig waren er boten genoeg die hen wilden escorteren en volgens de laatste berichten gaat alles goed en zijn ze vandaag ook hier in de buurt aangekomen.

Sebana cove, een marina die deel uitmaakt van een groot resort dat tijdens het weekend enkele gasten en boten vanuit Singapore heeft. Het is hier erg landelijk, Singapore is ongeveer een twee uur reizen met bus en ferry hier vandaan. We hebben het zwembad van het resort, alle personeel van restaurant enz. Voor ons tweeën. Het zwembad ziet eruit als een toeristenfolder.

Stamper wordt klaargemaakt voor een verblijf hier op haar eentje: buitenboord motor spoelen met zoet water, kleine reparatie aan de fok maar dat kost zweet, in deze hitte ben je binnen een kwartier uitgeput van werk wat net iets meer vereist dan je langzaam bewegen. Daarentegen was het schoonspoelen van dek en kuip met heel veel zoet water een genot, heerlijk om na maanden weer het gevoel te hebben enigszins in een schone omgeving te verkeren, hetzelfde geldt voor schone kleren, ik ben continu aan het wassen met ons machientje uit Curaçao dat het nog steeds doen, duckttape en al.

Op 21 Oktober gaan we van boord, brengen de laatste dagen voor we vliegen ontspannen door in een hotelletje in Singapore stad om te verkennen.

Stamper gaat uit de lucht en misschien komt ze half Januari weer terug in de ether. Tot ziens in Nederland.