Maleisie Noordwaarts

Donderdag 16 Februari, 2011, Pangkor Marina.

Voordat we vanaf Johor Bahru / Singapore noordwaarts trekken bezoeken we eerst een marina in de buurt waar Taremaro ligt. Het weerzien is leuk, zij gaan binnen enkele dagen met vakantie naar Bali, wij maken nog even een wandeling op het gigantisch opgespoten terrein en bekijken de bewoners: veldmuizen, apen slangen en verder veel erosie door de stortregens. Het uiteindelijke gebied moet een kart van Singapore worden lijkt het, er is nu alleen een zeer grote moskee, wat grote kantoren en een hotel in aanbouw.

Een heel eind gevorderd in de straat van Malakka die een beetje een vuilnisbelt is. Door al het afval, vooral styrofoam etensbakjes, plastic flessen, zakken enz, zie je de boeitjes van de vissersnetten niet waarmee de zee ook is volgeplempt, met als gevolg dat Rob al een paar keer te water moest om die uit de schroef te snijden of in ieder geval te controleren of ze niet in de schroef waren beland. Op een nacht, voor anker eigenlijk op volle zee, werden we om een uur of drie wakker van stemmen en een motor. Allebei dachten we aan piraten, dit gebied wordt door de regering en beroepsvaart als gevaarlijk beschouwd, maar het bleken vissers te zijn die hun netten uitgooiden op 10 meter afstand van Stamper. Op schreeuwen van Rob, ze moesten dat toch vooral niet doen, reageerden ze niet. Op een van de tochten merkten we dat de pomp voor het koelwater van de motor het niet meer deed, gelukkig stond er wel wat wind en konden we op de zeilen en met stroom mee toch mijlen maken. We waren van plan die avond in een marina aan te meren en probeerden via de marifoon contact te maken met de mensen daar om ze te laten weten dat we onder zeil zouden moeten aanleggen. Geen gehoor. Eenmaal in het zicht van de steigers, met zeggen en spreken een boot in de haven, merkten we dat het water woest kolkte om de steigers heen, zo'n 5 knopen stroom. Dan toch maar op het laatste moment de motor erbij in de hoop dat er nog iets van koelwater in de leidingen zou zitten. Oef, dat was me een manoeuvre om naderhand met de goede afloop blij te zijn. De haven was een van die “most prestigeous projects”, net nieuw maar alweer aan het aftakelen. Iemand heeft een plan bedacht zonder zich af te vragen of er vraag naar is, een aannemer heeft veel geld verdiend aan de bouw en ondergeschoven geld, er komt geen kip of af en onderhoud wordt niet gepleegd zodat een aan diggelen gevaren steiger er na ruime tijd nog aan diggelen bijligt. Is er niemand die heeft bedacht dat een marina in de monding van een rivier met stromingswater van 5 knopen nou niet de meest geschikte plaats is? Een dam bouwt men hier door een berg stenen te storten, daartussen gooit men los zand dat met elke regenbui tussen de stenen uit spoelt. De weg over de dam zit dus na een maand vol kuilen en verzakte stenen waar dan een plank overheen gelegd wordt. We moeten dus echt opletten waar we onze voeten neerzetten en vertrouwen geen enkele plank of stuk karton waar je doorheen kunt zakken. Je ziet zoveel van dit soort projecten leegstaand, half afgemaakt, in verval rakend, dat ik me er kwaad over maak. Ook in Indonesië is corruptie, hoewel we er daar door de organisatie van de rally nauwelijks iets van merkten, maar hier zit meer rijkdom in de grond en is het verschil in welvaart duidelijker en schrijnender.

De ene boot die er lag was finaal uitgebrand, ook al niet opbeurend om te zien. De eigenaar was een Nederlander met een Maleise vrouw. Hij werkte op de werf wat verderop die baggerschuiten bouwt.

De mensen zijn behulpzaam maar veel gereserveerder, afstandelijker dan de open, naïeve, naar contact zoekende Indonesiërs. Het “hi mistu” van daar blijft hier achterwege en de Engelse taal is ook een probleem. Mede omdat men eigenlijk geen nee durft te zeggen, belanden we op een speurtocht naar een douchegordijn tussen de douchecremes.

In Port Dickson, 3 dagen zeilen noordwaarts met snachts ankeren op zee omdat er teveel visnetten worden uitgezet om in het donker te kunnen varen, hebben we de mooiste bewaking tot nu in een marina. Prachtige pluimen en men wil absoluut niet dat je zelf het hekje opendoet. Hoort allemaal bij de service.

Vanaf Port Dickson kunnen we per bus naar Kuala Lumpur. We bezoeken Chinatown met zijn gezellige en drukke markt.

En op het busstation maak ik een praatje met een lokale dame... over de vermoeienissen van een dagelijkse busreis voor je werk.

Kuala Lumpur is meestal zeer modern met veel glas en staal. Af en toe komt er iets van een oosterse 1001 nacht sfeer naar boven

Wel verplicht met een Djelabba om (ook ik) en Mieke nog een hoofddoek. KL lijkt meer zwarte volledig gesluierde dames te hebben dan elders in Maleisie. De gestrengen zitten hier duidelijk in het centrum van de macht...

Voor het hooggerechtshog, op straat, worden juridische diensten aangeboden. Rekesten in x-voud op een oude typemachine...

Een noodreparatie met een reservepomp lukt en Mieke bakt een brood omdat we echt in de rimboe zitten, 1 uur per taxi om bij de dichtsbijzijnde supermarkt te komen.

Speciaal voor Olm: dit is de wolk, midden op het water van de straat van Malakka, net waar het water breder wordt en minder hard stroomt, waar snachts zeer felle onweers ontstaan. Zware klappen met 4xseconde lichtflitsen. Wij ankerden buiten op zee gelukkig ver weg van het geweld. In het natte seizoen ontstaat uit dat onweer gebied de zogenaamde Sumatra, dat is een breed onweersfront dat eens per 2 of 3 dagen uitsterkt van Sumatra tot aan Maleisie en dat in een avond van Noord naar Zuid raast met soms 50+ knopen wind.

Nu zijn we dus in Pangkor, met aan de overkant van de marina een toeristisch eilandje waar het in de weekends een komen en gaan is van de ferrybootjes met weekendmensen, vooral lokalen uit Kuala Lumpur. Rob heeft onderweg nog de koelwaterpomp met reserve onderdelen weer aan de praat kunnen krijgen maar dat is geen definitieve oplossing en we hebben hier een monteur in de hand genomen die van wanten schijnt te weten. Iemand is naar het teakdek en de romp komen kijken, om een prijsopgave te kunnen geven. Rob wilde Stamper laten schilderen, gelukkig was de expert van mening dat dat nog niet nodig is en een goede polijstklus voldoende zou moeten zijn omdat de gelcoat van de romp nog goed is. Ik ben daar wel gelukkig mee omdat je, als je eenmaal een verflaag op je boot hebt zitten, je na een paar jaar weer aan een nieuwe laklaag toe bent. Zo'n verfbeurt kost toch minimaal een 10.000 euro, terwijl polijsten, helemaal uitbesteedt, voor een 400 euro kan. Het teakdek: helemaal vernieuwen of alleen de rubbers tussen de latjes vervangen? Ook volgens de expert is het teak nog dik genoeg en hoeven we alleen de rubbers te vervangen. Helemaal blij dus dat de kosten beperkt blijven.

Doen we dan niets anders dan werken en zeilen? Nee hoor, naar Kuala Lumpur. Met de reisgids had ik een bezichtigingsplan uitgedacht, waarvoor ik drie dagen had uitgetrokken. Natuurlijk de Petronas twin towers, hoog, indrukwekkend. Je kunt er tot de brug die de twee torens verbindt, naar boven voor een toeristenprijs. Die brug is nog niet op de helft van de totale hoogte, dus dat deden we niet. Chinatown, maar die hebben overal dezelfde kleurrijke drukke sfeer. Overblijfselen uit het koloniale verleden, waar onder het station, nog half in gebruik, half een ruïne, maar waar je je terug kunt wanen in een film van Agathe Christie met Hercule Poirot. Na een dag goed rondwandelen vonden we dat we genoeg hadden gezien en konden we met de bus terug naar ons eigen bed op Stamper.

Inmiddels zijn we alweer een keer in Kuala Lumpur geweest,nu in een van de gloednieuwe zakencentra buiten het centrum, (La Defense in Parijs), omdat onze aanvraag voor een 10 jaar geldig visum voor Maleisië was goedgekeurd.

De marina hier in Pangkor leeft, er liggen nogal wat bekenden en er wordt gewerkt aan boten op de kant en in het water. We hebben wat te zien en te kletsen. De prijs is ook aantrekkelijk, zo'n 5 euro per dag. Voor de boodschappen moeten we wel een taxi nemen, er is geen openbaar vervoer en het is te ver en te warm om naar de supermarkt om te fietsen. De warmte is wel dodelijk, die zuigt midden op de dag alle energie uit je lichaam. Gelukkig is er vandaag bewolking.

MAANDAG, 27 FEBRUARI, 2012 PANGKOR.

We zijn nu al een poosje hier in de Marina waar James een goede manager is en veel weet. Het is niet duur om hier te liggen en omdat we toch een nieuw onderdeel voor de zoutwaterkoeling van de motor nodig hebben, besluiten we om de komende tijd de boot hier te laten en over land te gaan reizen. Morgen nemen we de bus naar Kuala Lumpur en vliegen naar Bangkok. Daar een paar dagen rondkijken en dan naar het Noordwesten van Thailand, Chang Mai, plus een bezoek aan vrienden die in de buurt van Vientiane wonen. Met bus of trein. Laos, Cambodja en Vietnam staan op het programma en we zien wel hoever we komen en hoe lang het leuk is.De kusten van Thailand en andere landen zullen we niet doen aangezien we de laatste jaren wel genoeg strand en water hebben gezien. We willen licht reizen en nemen geen computer mee, dus communicatie zal niet altijd mogelijk zijn.

Buur Anton had vanochtend een auto gehuurd en we zijn allerlei werkplaatsjes langs geweest voor boutjes en moertjes. Het zijn leuke plaatsjes waar je veel lokale mensen ziet en waar ze met eenvoudige middelen de meeste dingen wel voor elkaar krijgen met creativiteit en vindingrijkheid. Maar.....het zijn de Chinezen die de economie hier draaiende houden, samen met de Indiërs, hoewel beide groepen nooit echt staatsburgers van Maleisië kunnen worden.

De fietsjes staan op het dek want openbaar vervoer vanuit de marina is er niet, je moet dan een taxi nemen maar wat vroeg op de dag is de 8 km. naar de supermarkt wel te fietsen en we hebben dan wat lichaamsbeweging gehad.

Ook zijn we nog een dag heen en weer naar Kuala Lumpur met een huurauto geweest om de laatste stempels voor ons permanent visum te halen, in totaal een rit van 8uur, en dan nog wachten op het kantoor omdat het druk is en de computers regelmatig uitvallen. Robs vingers jeukten want hij was al bang dat het niet die dag allemaal rond zou komen en we een nacht zouden moeten overblijven. Gelukkig, net voor sluitingstijd van de loketten kregen we onze paspoorten met stempels terug.

Het openen van een lokale bankrekening had ook nogal wat voeten in de aarde. Toen Rob zei dat hij de Maleisische manier van internet bankieren niet veilig genoeg vond, werd dat niet in dank aanvaard en werd de service van onverschillig een beetje onbeleefd. Maar ook onze bank in Nederland laat zo af en toe steekjes vallen. De met veel liefde en moeite vanuit Nederland opgestuurde creditkaart, met dank aan Loes en William, deed het niet, nu is na een telefoontje met Nederland onze oude kaart weer geactiveerd.

Door kunst en vliegwerk doet de wasmachine het -voorlopig- weer, er is hier geen laundry, en de was is schoon voordat we op reis gaan.

Van de koppen in de NRC weten we dat prins Friso veel blijvende schade aan de hersenen heeft. Jammer, zo'n jonge vent. Job Cohen is afgetreden als fractievoorzitter van de P v.d.A. Griekenland op de rand van een faillissement en de corruptiezaak tegen Berlusconi is verjaard.

Meer persoonlijke zaken: Josefien, veel succes met de start van de huisartsenopleiding in Amsterdam, Ddungu met zijn (part-time) nieuwe baan, Marieke met het combineren van werk, zwemlessen, school en Sander die vanuit België heen en weer pendelt.

Sam van Wilma is na acht jaren het vrolijkste hondje van de wereld te zijn geweest, op Gabber na, ingeslapen.

De dame van een van de yachties hier heeft gisteren uitslagen van ziekenhuisonderzoeken gekregen met afschuwelijk nieuws, een hersentumor. Boot ligt hier en zij zijn nu naar Kuala Lumpur voor verder onderzoek. In Danga Bay zat op nieuwjaarsochtend van dit jaar een yachtie dood in zijn kuip, hartaanval. Het leven gaat aan boord ook zijn soms meedogenloze gang.

Mieke zit te wachten in het ziekenhuis omdat we een medische verklaring getekend moeten krijgen voor onze verblijfsvergunning hier. Na twee uur zijn ze eruit: wij mogen dit niet doen, u moet naar een privékliniek. Op het ministerie zijden ze ons juist: U moet naar elke willekeurig hospitaal. Maar ja. Nog lastiger was het om een leges van 10 RM (2 Euro) te betalen, we besteden een veelvoud daarvan aan een taxi om ons naar het juiste kantoor te brengen. Na drie pogingen lukt het op de valreep voor de weekeindsluiting om het stempeltje op ons formulier te krijgen., wonderlijk zijn bureaucratieën.

Hierboven de lokale vissersboten van Pangkor island. Ze hebben een uitkijkkoepel om de vis te vinden op zee.

Hieronder de producten van deze nijverheid die overal op het eiland te koop zijn.

Wij gaan op stap met een scootertje om in een lokaal chinees restaurant deze lekkernijen te proeven.

De resten van een krab besluiten een mooie tocht naar Pangkor.