Vietnam

Vietnam.

We dachten dat Bangkok een drukke stad was. Als we s'avonds in het donker aankomen in “the old quarter” van Hanoi, denk ik, mijn god, dit is pas druk! Een Frans stel dat ook in het vliegtuig zat, was in januari al een maand in Hanoi geweest en ging terug naar hun hotel dat naar hun zeggen prima was. Wij proberen er ook een kamer te krijgen maar het is volgeboekt. Een straat verder naar een hotel dat we in de gids hadden uitgekozen, typisch Hanoi style, grote houten stoelen, veel donker hout of namaak hout, maar een raam, zij het minuscuul. Wat blijkt, als we iets willen lezen, hebben we een zaklamp nodig en Rob vindt het de volgende ochtend wel muffig. Dus op zoek naar een ander hotel maar velen blijken vol te zitten. We vinden iets wat het duurste hotel van de reis gaat worden, bloemencomposities op de bedden, een yacuzi bad, lekkere dikke handdoeken enz. Het belangrijkste misschien wel is dat de uitgespoelde kleren de volgende ochtend droog zijn.

Midden in de stad ligt een meer met een eiland en een tempel, waar je over een rode brug naar toe loopt. Dit is zoiets als de Tour Eiffel in Parijs voor Hanoi, waar mensen op zondag flaneren en op bankjes zitten. Zwerven door de oude stad is fantastisch door alle handeltjes, vrouwen met manden aan een soort juk over de schouder, fietsen die complete Albert Heyns, Gammas of Blokkers zijn. Tussen alle verkeer zitten mensen op hurken of een heel laag krukje vlees te hakken, een soepje te koken, op de hoeken zitten groepen mannen aan de thee. Een verschil met Thailand en Laos is dat ze allemaal heel laag bij de grond zitten. Verschillende straten hebben hun eigen handel, een straat vol plakbandwinkels bijvoorbeeld. Maar dan zie je hoe lokale mensen doelbewust een paar winkels voorbij lopen en precies die ene winkel binnen lopen voor een rolletje plakband. Familie? Vooral een straat vol met papier en lampionwinkels was kleurrijk. Het oorlogsmuseum, vol trots op hun overwinning. Het is wel fascinerend dat we de geschiedenis zien die we als puber life op de tv op het journaal zagen, iets wat je nog hebt meegemaakt. Jongere toeristen die we ontmoeten staan verbaasd over dingen die ze zich nooit hadden gerealiseerd of alleen van films kennen, zoals de evacuatie per helikopter van de laatste Amerikanen uit een belegerd Saigon, of de Killing fields in Cambodja. Voor ons was het ook de tijd waarin we ons losmaakten van de vorige generatie en ons een eigen mening vormden, soms via protestdemonstraties, hoewel ik daarvoor nog wat te jong en te braaf was. Alleen al daarom was ik ook graag naar Saigon gegaan, maar dat zou te veel worden.

Hanoi

Van Rob hoeft het mausoleum van Ho Chi Min, of Uncle Ho niet zo nodig maar als ik hem beloof dat ik dan niet Mao Tse Tung in Peking hoef te zien, wil hij wel mee. Er blijkt een rij van 2 mijl te staan en hoe we ook via sluiproutes proberen binnen te komen, overal stuiten we op uniformen die ons de weg naar de rij wijzen. We hebben maar vanuit een afstand onze eer bewezen. De temple of litterature uit de 1000 jaar durende Chinese overheersing is een must en prachtig. De vele tekenen van Chinese invloeden is iets wat de bezochte landen wel overeenkomstig hebben, vele pagodes. In de voormalige gevangenis krijgen we voor het eerst een beeld van twee verschillende zienswijze op dezelfde gebeurtenissen, de onafhankelijksstrijd tegen de Fransen en daarna de Vietnamoorlog die de Vietnamezen consequent de American War noemen. De laatste gevangen Amerikanen, die het het Hanoi Hilton noemden, werden in 1975/76 vrijgelaten. Het deed me denken aan onze middeleeuwse kerkers. Na het oorlogsmuseum en een ruzie met een taxichauffeur strijken we neer in het Metropole hotel voor een glas wijn, een wereld binnen een wereld. De Vietnamese Dong is een biljet met zeer veel nullen zodat je goed moet uitkijken of je niet 20.000 of 200.000 uitgeeft.

Chaotisch verkeer in Hanoi...

De laatste middag in Hanoi zitten we lange tijd hoog ergens op een terras gewoon naar het verkeer te kijken, hoe voetgangers, rolstoelen, volgepakte fietsen en scooters, riksja's en auto's zich kriskras door elkaar een weg banen, als water vloeiend waar er een gaatje is. Oversteken is iets waar je een halve dag zeker voor nodig hebt om het te leren. Wachten heeft geen zin, gewoon gaan lopen, langzaam, en dan hoop je dat alles een beetje om je heen fietst of rijdt.

De nachttrein naar Hue, de oude keizerstad. De reis was goed te doen hoewel Rob een volgende keer een luxer exemplaar zou kiezen. Ik weet niet of er een luxer exemplaar was, we hadden eerste klas dus een dun matrasje en een soort dekentje. Derde klas was houten zitbankjes, tweede klas stapelbedden zonder matras. Maar de WC was en bleef redelijk bruikbaar.

Hue, waar tot 1945 keizer Bao Dai, in het zadel gehouden door de Fransen, residentie hield in de “verboden stad”. (Hij was een soort Westerse playboy en woonde in werkelijkheid in een door de Fransen gebouwd paleis dat nu in vervallen toestand verkeerd maar juist daardoor wel een charmante sfeer had.) In 1945 dus moest hij de macht aan Uncle Ho afstaan die toen al Noord Vietnam in handen had. Ik had nooit enig idee wat ik me moest voorstellen van een verboden stad, nu wel hoewel die in Peking vele malen groter zal zijn.

In Hue fietsten we weer en wilden naar de graftombes van de keizers. Maar na kilometers heuvel op heuvel af zonder dat we dichterbij kwamen op Vietnamfietsjes zonder versnelling haven we het op.

Scene a la Tati: Op een terras voor ons dagelijkse glas wijn komt de serveerster met de lokale rijstwhisky aanzetten. Dan loop ik met haar mee en wijs aan wat ik bedoel. Volgend probleem, hoe moet die fles open? Wat heb ik daar voor nodig? Dat hebben we niet. Volgende scene: ze spoedt zich naar het restaurant aan de overkant en komt terug met de fles. Ik kijk verbaasd want ik denk dat hij nog niet open is. Wat blijkt? Ze heeft het afgedraaide kapje er weer keurig opgezet en haalt het er trots af, kijk eens, nu fop ik jou! Op weg naar de enorme grotten, een rit van 4 uur, komen we in een gigantische verkeersopstopping, niets beweegt meer. De grotten zelf zijn indrukwekkend en gaan tot 20 kilometers diep onder de grond. De verlichting in de grotten is er in allerlei kleuren zuurstok.

De dag ervoor hadden we min of meer dezelfde rit gemaakt om naar de gedemilitariseerde zone tussen het toenmalige Noord en Zuid Vietnam te gaan. We zien veel bomkraters, de tunnels waar de lokale bevolking soms jaren lang in leefde omdat de Amerikanen zware bombardementen uitvoerden. Dit gebied was ook deel van de Ho Chi Min route om goederen van Noord naar Zuid te smokkelen om de guerrilla's in het Zuiden van wapens te voorzien. Die route liep ook over delen van Laos en Cambodja zodat ook die hun portie bommen te verwerken kreeg en was de reden dat Amerika op een gegeven moment Agent Orange inzette om het gebied te ontbladeren zodat de trails beter zichtbaar werden, met alle nare gevolgen van dien. Ook nu nog sneuvelen er jaarlijks mensen door onontploft spul, buiten begaanbare paden treden is nog steeds niet slim. Er is iets wat me wel opvalt, er moeten mensen zijn, nu zo'n veertig-vijftig jaren oud, die geboren zijn uit verhoudingen van Amerikaanse soldaten met Vietnamese vrouwen. Ik zie of herken ze niet of misschien zijn we niet ver genoeg naar het Zuiden gegaan. Tenslotte hebben er in Noord Vietnam geen Amerikaanse grondtroepen gezeten. Maar ook in Hoi An zag ik ze niet, terwijl dat toch vlakbij Danang ligt waar een van de grootste Amerikaanse basis gelegerd was.

De keizerstad Hue

Op deze plek heeft de laatste keizer van Vietnam zijn hemelse macht overgedragen aan HoChiMin, in 1945.

De keizer zelf woonde toen al in dit Franse 'lustoord', niet meer in de keizerlijke stad.

Voor de gewone Vietnamezen is er niet zo heel veel verandert...

Een bezoek aan de gedemilitariseerde zone

En een bezoek aan de grotten ...

Hoi An, de laatste etappe van deze trip. Een landelijk stadje waar weer rust is. Heel veel kleermakers die van alles in zijde voor je willen maken. We fietsen weer, naar de

bezienswaardigheden, veel Chinese pagodes, een Japanse overdekte brug, leuke markt waar we cocosnotenbakjes kopen. Straks eten de kleinkinderen bij Opa boot uit

een cocosnoot. Een leuk pottenbakkers dorp als besluit.

Na een reis van 7.00 tot 23.00, van Danang vliegen naar Kuala Lumpur en bussen, komen we weer aan boord. Moe en voldaan. We kunnen eerlijk zeggen dat we Azië

een beetje hebben leren kennen.

Er zijn verschillen tussen de landen maar ook veel overeenkomsten. Overal Boeddha's, tempels, overal Chinese invloeden, overal noodles en rijst. Het verschil zit hem

misschien meer in de mensen van de hoogvlakten en die van de laagvlakten en ooit zijn ze allemaal vanuit China komen afzakken. De mensen zijn over het algemeen

vriendelijk, misschien de Vietnamezen iets assertiever, iets meer gestrest in de steden, (logisch). De Engelse taal is vooral in het Noorden overal een probleem, vooral

omdat ze het vervelend vinden om iets niet te weten, iets niet te hebben, iets niet te begrijpen.Vaak worden je de standaard vragen gesteld, where you from? How long

you in …..... When you leave. Grappig is dat ze vaak de s volkomen weglaten en de r door een l vervangen.

Nu ben ik moe na een hele dag organiseren, formuleren, reflecteren op de reis. Het is wel de manier om alles een plek te geven, iets wat tijdens het zeilen automatisch

gebeurt tijdens de tijd op zee, maar waar we ons op land minder tijd voor gunnen omdat we alles willen zien en meemaken.

Rob heeft de organisatie van de meer dan 1500 foto's op zich genomen en samen met dit verhaal moet het een leesbaar beeld opleveren.

Misschien dat ik morgen met een frisse blik nog wat aanvullingen schrijf, nu is het even op.