Northern Territory

Donderdag, 30 Juni, 2011. Coral Bay bij het Seven Spirit Resort.

We waren bij Seisia gebleven. Van Seisia staken we dwars de Gulf of Carpenteria over naar Gove, een 357 mijl pal voor de wind. De gulf wordt door Shilling of Hamble met Janet en Dennis de Gulf of Crappy Crap genoemd, er staat een grillige deining en met de koers voor de wind is het opletten dat we geen klapgijpen maken. In de nacht goed de koers in de gaten houden en gecontroleerd gijpen. Slapen staat dan op het tweede plan.

Bij Goves gaan we voor anker bij de jachtclub, een shabby gebouw met slonzige douches en wasmachines. Tussen 10 en 11 uur komt er een busje om ons naar de stad, 8 kilometer verder, te brengen, via omheinde settlements van prefab huizen. De stad is best levendig, verrassing, er lopen veel mensen op straat in een land waar men zich vooral in een auto verplaatst. De overgrote meerderheid is Aborigine.Ik ga proberen het handschrift van Rob te ontcijferen en zijn verslag over deze bevolkingsgroep samen te vatten.

Het is een groep volkeren die in een onmogelijke overgang zitten: vanouds nomadisch met een diep begrip van hun omgeving. Waar, wat, wanneer te vinden is, is verankerd in hun verhalen cultuur en wetten. Nu, met alle gemakken en verleidingen van de westerse cultuur, kiezen de meeste aboriginals voor het gemakkelijker bestaan in een vast huis met een, meestal, ruim gratis inkomen. De voordelen zijn te groot.

Maar daarmee veranderen hun 'verhalen', wetten en gewoontes in iets dat we nu Kunst noemen en dat te koop is. Daarmee is de kern van hun bestaan verandert. Tegelijk hechten ze, als ex-nomaden, nog steeds weinig waarde aan aardse dingen. Veel blanken irriteert dat. De overheid probeert nu de dingen 'beter' te doen dan in het verleden door speciale aandacht te geven aan de mate van scholing en het deel abo's in gevangenissen. Maar wat heeft scholing voor zin als je in Arhem land toch geen werk kunt krijgen en je via mining rights genoeg geld in de schoot geworpen krijgt?

Wat wij ons te weinig realiseren is hoe kort geleden de officiële discriminatie pas is verdwenen: in 2008 heeft de premier van Australië pas zijn excuses aangeboden, in 1990 hebben de abo's in de Northern Territories pas de erkenning van hun landrechten gekregen.

Voor ons komen aboriginals over als schuwe mensen die je heel omzichtig moet benaderenwillen ze iets van zichzelf laten zien.

In Gove werden we door een blanke inwoner in zijn 4WD het binnenland ingenomen naar een kunstgalerie met de mooiste Aborigine kunst die we ooit zagen. Heel duur en gewild door de grote musea in Sydney, Melbourne en Brisbane. Iets wat Rob heel erg aansprak was jammer genoeg al verkocht aan het Museum in Melbourne en 4000$ voor een tweede keus was te duur. Dus, de kunstenaar krijgt voor zo'n werk een goede 1500 $. Hij/zij woont ongeveer 7 uur rijden door de bush van de galerie en huurt daarvoor een bushtaxi voor een kleine 1000 $, koopt wat tomaten en nog wat en komt met vrijwel geen geld weer thuis en gaat een visje vangen. Nogal wat Blanken irriteren zich aan het feit dat hun landgenoten niet werken en die kun je gewoon Rednecks noemen.

Wat wij op straat zagen in Gove zijn groepen mensen, ronduit gezegd niet mooi, die hun traditionele levensstijl kwijt zijn en zich evenmin thuis voelen in de veranderde wereld. We realiseren ons te weinig hoe kort geleden de grove discriminatie is verdwenen, of nog sluimert. Aborigines komen over als schuwe mensen, ze glimlachen of lachen niet, groeten je niet of nauwelijks en zijn weinig toegankelijk. Ze lijken boos uit hun ogen te kijken, of ze dat zijn is niet te bepalen. Ze hebben eigenlijk totaal geen interesse in contact met ons.

In Seisia is diesel 2,71$ / liter (ruim 1,2 meer dan in Cairns). De reden hiervoor zie je hieronder...

In Seisia kom je over land alleen over 1000 km dirt road. De Aussies die dat doen zijn prima uitgerust met landrovers met generators, ijskasten, grote watertanks en sateliettelefoons.

Dit hutje is een traditionele crematieplaats.

De kokers zijn holle Eucalyptus stammen. De binnekant is door termieten weg gegeten. Ze werden traditioneel gebruikt om de resten van overledenen verder te laten wegrotten en weer deel van de natuur te worden.

De kleurstoffen die worden gebruikt zijn beperkt tot oker, rood (van een bauxiet steen), zwart en wit (van een kaolien steen)

Bij een bananen plantage konden we voor 1/4 van de supermarkt prijs verse bananen krijgen. Alleen hele trossen...

Het uitzicht vanaf een heuvel bij Gove, de Bhulun. Deze plaats was heilig voor de aboriginals, maar de blanken vonden het nodig hun mijnnederzetting daar te bouwen. Pas in de jaren 1990 zijn de rechten van de aboriginals min of meer herstelt.

Dit is weer een groot mierennest met groene mieren erin. Je kunt ze eten en de aboriginals maken er een thee van voor maagziektes.

Van Gove door het gat in de muur richting naar hier, Coral Bay waarvan de cruisers tamtam meldt dat het een goede ankerplaats op weg naar Darwin is, bij een resort waar we gebruik mogen maken van een lekker zwembad in een mooi aangelegde tuin.Lekker na een aantal weken mijlen maken in primitieve omstandigheden op een centrifuge met de bemanning als wasgoed.

Het gat in de muur? een opening van een mijl lang en 36 meter breed waar een van de Wessel eilanden ooit door midden is gebroken. Goed uitmikken wanneer je er doorgaat, er staat 7 mijl stroom doorheen en als je eenmaal binnen bent kun je niet meer omdraaien. Dan is het nog een 250 mijl naar waar we nu zijn.

Het is een prachtige ankerplaats met diep groenblauw helder water, Blacktip haaien die niet gevaarlijk zijn en krokodillensporen op het land. Zwemmen doen we dus in het zwembad van het resort. Het resort heeft maar 5 gasten die met hun eigen vliegtuigje zijn aangekomen. Dat is de enige manier om hier te komen, in dit gebied zijn zelfs geen dirt roads voor de 4WD.Je moet je ook niet voorstellen dat het allemaal heel luxe is, er is een kok, een tuinman, twee meisjes voor de bediening en een soort manager. Alles is heel informeel, je bent eigenlijk deel van de familie, maar wel gezellig. We aten er gisteravond een stukje kip en wat erwtjes en wortelen uit blik omdat de bevoorrading per schip al een tijd op zich laat wachten. De betalende gasten die net, dus met hun eigen vliegtuigje waren aangekomen, hadden die middag een flinke snapper gevangen die de kok voor ze klaarmaakte.

Nu hebben we nog 130 mijl te gaan naar Darwin, in principe een overnacht zeiltocht als we dat in een keer willen doen. Er zijn tussenin nog twee mogelijkheden om het anker uit te gooien en omdat we op een aantal plaatsen weer met veel stroom te maken krijgen, moeten we de tocht goed timen om op het goede moment op de goede plaats te zijn. Rob heeft zich weer nuttig gemaakt met de reparatie van de autopilot op Invictas Reward met John en Pablo, en het updaten van de computer van het resort.We hebben inmiddels een reservering in een marina in Darwin en moesten ook regelen dat het departement voor visserij daar ons toestemming geeft om daar binnen te mogen. Voor die toestemming moet je kunnen aantonen dat je schip dit jaar op het droge heeft gestaan en een antifouling behandeling heeft gehad. Hoe reusachtig die continent ook is, in vele opzichten is het een eiland.Het blijft een hoop geregel voordat je ergens voet aan wal kunt zetten maar dat houdt ons bezig.

Zondag 10 Juli, 2011. Darwin.

Na ruim 5000 mijl in Australische wateren is Stamper met bemanning in Darwin aangekomen, de springplank naar Indonesië waarheen de Indonesia Rally op 23 Juli vertrekt met 100 + boten waaronder veel bekende. We liggen heerlijk luxe in een marina met douches en wasmachines binnen loopafstand, geen gesjouw meer met de dinghy op het strand en dergelijke. Voordat we hier binnen mochten moest het department of the fishery alle huidopeningen van Stamper vol gif spuiten, dat doet een duikster en na een dag mag je dan de sluis door de jachthaven in. Ook moet je kunnen aantonen dat je dit jaar op het droge hebt gestaan en je schip geantifouled is. Belachelijk omdat we bij binnenkomst in Brisbane ruim een jaar geleden officieel een clearance van quarantine kregen. Maar the Northern Territory heeft weer haar eigen regels. Getij is hier 6 meter verschil tussen hoog en laag water. Heel veel boten liggen voor anker omdat de marina's, (drie in getal), geen plaats meer hebben.

Dinghydocks zijn er niet dus moet je je bijbootje weer op het strand trekken, met laag water dus een heel eind en met stevige wind lig je aan boord ook nogal te rollen. Wij zijn heel gelukkig met ons plaats hier binnen en de fietsjes op de kant voor de boodschappen in de stad.

De eerste dagen waren we druk bezig met het organiseren van allerlei formaliteiten zoals het consulaat van Indonesië voor visa, douane voor verlenging van Australisch verblijf van de boot die hier net langer dan een jaar vertoeft, regelen van belastingvrije diesel en ander spul, reparaties (ja, alweer) en bijkletsen met bekenden die je soms lang niet hebt gezien, regelen van zeekaarten voor Azië, tandarts en arts en injecties vernieuwen. Bezoek aan de tandarts heeft tot gevolg dat ik nu, na een week, nog rondloop met lippen die duiden op een mislukte botox behandeling en een rekening van 350$.

Nu zijn we min of meer gereed voor vertrek en aanstaande week trakteren we onszelf op een welverdiende minivakantie van 5 dagen een auto en twee overnachtingen in een national park zo'n 300 kilometers naar het Zuiden.

De tin can race; het gata erom een schat op te halen (onder water) en als eerste, en meestal als enige terug te komen. de andere 'boten' zijn gezonken.

Zondag, 17 Juli, 2011, in Darwin.

Na een paar dagen in Kakadu park zijn we weer terug op Stamper in de marina. Iedereen doet volop boodschappen om dingen te kopen die niet in Indonesië te krijgen zijn, zoals wijn, olijfolie. We mogen onbeperkt inslaan en omdat we een autootje hadden was dat ook voor anderen handig. Gasflessen ergens laten vullen, jerrycans benzine halen en meer van die klussen. De minivakantie was leuk, maar het nadeel van zo'n enorm land is dat je grote afstanden moet overbruggen om enige variatie in het landschap te ontdekken. Hier is het voornamelijk wetlands, vele rivieren, moerassen, billabongs met veel vogels, krokodillen en insecten, dus muggen. Die zijn niet aangenaam maar zo erg als het binnenland van Venezuela was het nog niet.De laatste overnachting sliepen we in een soort container, met alleen een bed en een grote, lawaaierige airconditioner, niet goed maar het was maar voor een nacht. Het licht in de vroege morgenzon is prachtig en kleurt alles in een rode kleur. Vanouds branden de

Aborigines de aarde om nieuwe scheuten een kans te geven en ook makkelijker voor de jacht. Toch heeft het wel als gevolg gehad dat de plantengroei eentonig is, het zijn vooral eucalyptusbomen en casuaristruiken, nergens hoog. Twee goede informatie centra in het park geven een goed beeld van de oorspronkelijke cultuur in dit land, toch een van de meest primitieve op de wereld omdat de mensen zich mentaal nog steeds niet settlen en hun sociale eenheden zich nooit verder hebben ontwikkeld dan een familie verband. (lees Germs,.....and Guns.) De laatste dag wilden we nog meer naar het Zuiden om te proberen iets van de red outback te kunnen zien, maar vanuit Katherines was het nog een kleine 1700 kilometer naar Alice Springs en Uluru. Darwin is dan nog de stad die het dichtst bij die rots ligt. In Katherines kregen we de automatische ramen van de auto niet meer dicht, dus Rob controleert alle zekeringen, zonder resultaat. Na een telefoontje naar het verhuurbedrijf krijgen we toestemming om een garage op te zoeken maar het is een nationale feestdag, nul op rekest. Terug in een ruk naar Darwin waar blijkt dat het een knopje voor de centrale vergrendeling van deuren en ramen is, een soort kinderslot. Een beetje dom. Dan doen we nog maar boodschappen. Een druk bezochte BBQ, georganiseerd door de Indonesia Rally, gisteravond, zorgde voor de nodige socializing. Op Sulawesi is de vulkaan uitgebarsten, in Nederland verwacht het KNMI een natte zomer, (wij hebben al maanden geen regendruppel gehad), afluisterschandalen in de pers van Murdoch waarbij Scotland Yard ook boter op haar hoofd heeft, Carbontax perikelen hier in dit land,enorme droogte in Afrika, hebben onze Zuiderburen enig idee hoe het verder moet, Griekenland die vindt dat Europa wakker moet worden om hen uit de put te trekken....

Een krokodillenval.

De Uranium mijn in een gebied dat vanouds door de aboriginals 'sick country' wordt genoemd. Men moest van de grond afblijven om sterke geesten met rust te laten.

Deze foto is niet 'bewerkt'. Het ochtendlicht in Kakadu.

Vrijdag, 22 Juli, 2011. Darwin.

We hadden een prachtige tijd in Darwin, erg gezellig en druk. Voor het eerst doen we dus mee met een rally, we vertrekken allemaal morgenochtend om 11 uur. Officieel moet je, als je bij douane bent uitgeklaard, binnen 24 uur vertrekken, maar nu konden we vanochtend vanaf 9.00 uitklaren, onze cruisingpermit voor Indonesie ophalen. Daarna de laatste verse spullen kopen, koken voor een paar dagen, fietsjes opbergen, zomertent eraf, fok weer aanslaan, de laatste was en nog wat van die klussen. De tocht naar Saumlaki, de eerste stop in Indonesië en deel van de Molukken, is ongeveer 310 mijl, we verwachten daar met een beetje geluk op Maandag aanstaande aan te komen. Om alvast in de stemming gekomen waren de jachties gisteravond uitgenodigd op het consulaat van Indonesie. Een mooie avond met dans, muziek enz. van Maluka. Prachtige mensen, erg elegant en voor ons sate;s en gado gado zoals die horen te smaken. Heel grappig om in het Bahasa woorden te horen als Opa Seth, tante Joke, dank u wel. We kijken erg uit naar weer een nieuw land en cultuur op onze reis.

De haven begint hier leeg te raken, al twee dagen is Keith, de havenmeester, bezig om volgens een strak schema tijdens hoog water boten door de sluis naar buiten te loodsen. De ankerplaats bij Fanny Bay is boordevol. Wij staan voor morgenochtend 7.45 gepland en hoeven dan niet meer onze bijboot in het water te laten omdat we nu alle bezigheden aan land achter ons hebben gelaten. Nog een treurige gebeurtenis waar we toch allemaal erg om hebben gelachen. A Small Nest is nu op Komodo, met de varanen. Een bevriende boot liet op het strand zijn hondje, een Jack Russell, uit, die werd vervolgens door een varaan, voor het oog van de kinderen, verslonden. Tranen met tuiten natuurlijk.

Stamper zegt: tot ziens in Indonesia.